Mannen dreigen overbodig te worden in de mensheid van morgen.

Het mannelijke geslachtschromosoom Y wordt sinds enkele jaren kritisch onder de wetenschappelijke loep gehouden. Het Y is het chromosoom dat ongeveer de helft van de embryo’s na verloop van tijd mannelijk maakt door het in werking zetten van sleutelgenen in de geslachtsbepaling.

Vanaf het ogenblik dat de chromosomen in beeld konden worden gebracht, viel het op dat het Y heel kort was, zeker in vergelijking met zijn vrouwelijke tegenhanger (het X) waarop duizenden genen liggen. Het Y bevat heel weinig genen, die dan nog vooral een rol spelen bij de geslachtsbepaling.

Verontrustend was de vaststelling dat het Y geleidelijk korter wordt. Een trend die zo duidelijk zou zijn dat genetici niet uitsluiten dat het chromosoom op termijn zo sterk verschrompeld is dat het geen enkele functie meer kan uitoefenen. Op dat ogenblik zal de man virtueel uitgestorven zijn – volgens sommigen zou dat al binnen 125.000 jaar het geval zijn.

In feite zullen mannen veel vroeger overbodig worden. Vanuit puur biologisch standpunt bekeken, is een man niet meer dan een vehikel dat de natuur ontwikkelde om geslachtelijke voortplanting mogelijk te maken. Vrouwen spelen de hoofdrol in de voortplanting van de mens: ze dragen en baren de kinderen, en voeden ze meestal ook op.

Bijen en mieren hanteren een systeem waarbij de mannetjes alleen voor de noodzakelijke paring gebruikt worden – nadien sterven ze. In de meeste maatschappijen van sociale insecten spelen mannetjes uitsluitend de rol van bevruchter. Door hun dood lopen ze nadien niet in de weg en laten ze alle voedsel voor de vrouwtjes en hun kroost.

Moderne voortplantingstechnieken evolueren zo dat fysiek seksueel contact tussen man en vrouw niet meer nodig is om een bevruchting te realiseren. Tegenwoordig kan dat even goed in het laboratorium. En technieken om cellen te manipuleren worden zo verfijnd dat het waarschijnlijk nu al mogelijk is om de ene eicel te bevruchten met de kern van een andere. De zaadcel wordt dan vervangen door een andere eicel.

Het hoeft dus niet te verwonderen dat sommige mannen naarstig op zoek zijn naar manieren om de inbreng van hun geslacht in de voortplanting te verhogen. Op het internet circuleert een hardnekkige stadslegende (inbegrepen gemanipuleerde foto’s) over een zwangere man – het gaat om een ‘buitenbaarmoederlijke zwangerschap’.

Helemaal onzinnig is het idee niet. In de natuur zijn voorbeelden te vinden van mannen die het zware voortplantingswerk opknappen. Zeepaardjes zijn trouwe diertjes, waarbij de wijfjes hun eitjes in een zakje van hun mannetje spuiten, waar ze worden bevrucht en bewaard tot de kleintjes uitbreken en uitzwermen. Kinderzorg komt er echter niet aan te pas.

Wetenschappers werken ijverig aan een kunstbaarmoeder, maar heel ver staan ze daar nog niet mee. Het is mogelijk om cellen uit de baarmoederwand in het laboratorium op een soort stelling te laten groeien. Experimenten wijzen uit dat mensenembryo’s er zich probleemloos op nestelen en er zes dagen in leven blijven.

Er zijn ook al proeven met geiten gebeurd. Embryo’s van geiten werden ondergedompeld in een tank gevuld met baarmoedervloeistof. Hun navelstreng was verbonden aan een machine die voedingsstoffen aanvoerde en afvalstoffen verwijderde. De diertjes konden tien dagen lang in leven worden gehouden.

Als zulke systemen ooit betrouwbaar genoeg worden om in de handel te komen, kunnen mannen zich misschien nuttiger maken dan nu het geval is. De kleine kan dan negen maanden lang in een artificiële baarmoeder in de kinderkamer doorbrengen, voor hij ‘geboren’ wordt en naar zijn wiegje verplaatst. In zo’n concept kunnen vader en moeder vanaf de bevruchting de taken verdelen.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content