Pterosaurus was lange afstandsvlieger

Pterosauriërs, de grootste vliegende dieren die ooit hebben geleefd, konden 16.000 kilometer aan één stuk door vliegen. Dat verklaarden onderzoekers van de Chatham Universiteit in Pittsburgh op een bijeenkomst van de Society for Vertebrate Paleontology.

De reptielen leefden ongeveer 200 miljoen jaar geleden. Ze waren zo groot als een moderne giraf en hadden vleugels met een spanwijdte van 10 meter. Hiermee konden ze zich laten voortdrijven door stijgende luchtstromen.

Zweeftechniek

Michael Habib, de hoofdonderzoeker die de nieuwe berekeningen maakte, gaat ervan uit dat de Pterosaurus tijdens een vlucht steeds maar enkele minuten na elkaar met zijn vleugels klapperde, waarna hij op de luchtstromen zweefde om zijn spieren te laten rusten. Op deze manier kon hij 16.000 kilometer of meer afleggen zonder te landen.

Volgens de onderzoekers is hun berekening van de maximale vliegafstand van de dieren redelijk conservatief. Zo wordt er geen rekening gehouden met de atmosfeer in de Krijtperiode. Die was warmer en had meer opstijgende warme luchtstromen. “De laagste schattingen liggen rond de 8.000 kilometer”, aldus Habib, “maar bij de hoogste schattingen loopt de afstand op tot wel 32.000 kilometer.”

Het onderzoek spreekt eerdere bevindingen, die zeggen dat zulke grote dieren gewoonweg niet kunnen opstijgen, tegen. Daar stellen de onderzoekers nu tegenover dat de Pterosaurus weliswaar bijna 300 kilo woog, maar dat hij veel vetreserves verbrandde om zo lang in de lucht te blijven. Tijdens een vlucht van 16.000 kilometer verbrandde het dier bijna 80 kilogram vet.

Als Habibs bevindingen kloppen, is het mogelijk dat Pterosaurussen die in verschillende continenten zijn teruggevonden, toch tot dezelfde soort behoren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content