Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Hoe populairder Marc Verwilghen wordt, des te ongenadiger wordt hij aangepakt door Knack. En vice versa. Wij bedoelen: hoe harder Knack hem aanpakt, des te populairder wordt Verwilghen. En niet: hoe populairder Knack wordt, des te harder pakt Verwilghen het aan. Met vice versa moet men voorzichtig zijn, en omgekeerd.

Al in tempore non suspecto, na zegge en schrijve de eerste zittingsdag van de nadien zo geprezen commissie Verwilghen, voorspelde onze chef-Wetstraat dat die ten onder zou gaan aan de mediocriteit van haar voorzitter. Twee maanden later werd hij door onze lezers met grote voorsprong uitgeroepen tot “Man van het jaar”. Verwilghen, niet onze chef-Wetstraat.

Onlangs sierden vier VLD-toplui het Knack-interview. Waarin onze chef-boeken het voor mekaar bracht om drie van de vier elk een keer of veertien aan het woord te laten, en Verwilghen welgeteld drie! Waarvan dan nog één antwoord luidde: “Dat denk ik ook.” Dit na een verstandige vraag van Reynebeau zelf.

Maar de allergrofste belediging moest nog komen: veertien dagen geleden vergeleek Jos Grobben Verwilghen met André Bourgeois!

Goed, een beetje polemische taal in Knack mag, maar iemand vergelijken met André Bourgeois… dat is het polemische voorbij. We bevinden ons dan op het terrein van de laster. Grobben legde deze vernedering wel in de mond van “een door de wol geverfd lid van het VLD-partijbureau”, maar uiteraard was hij dat zelf. Hoed u voor niet bij naam genoemde insiders, in 99 procent van de gevallen betreft het de duim van de journalist.

Wij hebben ooit uit de doeken gedaan hoe onze chef-Wetstraat in één artikel niet minder dan elf anonieme CVP-bronnen aanhaalde: een gewezen partijvoorzitter, een lid van het partijbureau, een kenner van de OCMW-problematiek in de Brusselse rand, een christelijk intellectueel, een vertrouwensman van een vice-premier, een ex-onderhandelaar van het regeerakkoord, een expert van begrotingen, een econoom, een naaste van een Vlaams minister, een intimus van de premier, en de enige prakkizerende en praktizerende katholieke politicus.

Elke lezer kreeg de indruk dat deze redacteur werkelijk op geen enkele inspanning had gekeken om aan zijn informatie te geraken. En dat hij wel buitengewoon belangrijk moest zijn, als hij zoveel vooraanstaande personaliteiten kon raadplegen. In werkelijkheid had onze chef-Wetstraat drie minuten met Herman Van Rompuy getelefoneerd.

Dat door de wol geverfd lid van het VLD-partijbureau heet voluit: Grobben Jos. Daaraan hoeft u geen seconde te twijfelen. De vergelijking Verwilghen-Bourgeois is des te cassanter, omdat Bourgeois uitgerekend aan Grobben zijn reputatie van onslimme minister te danken heeft.

Möllemann! Zegt de naam Jürgen Möllemann u nog iets? Bourgeois niet, toen hij als minister van Landbouw door Jos Grobben en Guido Despiegelaere op de rooster werd gelegd. Wij herinneren ons dat interview woordelijk:

Knack: Gaat u zo ver om het Europese landbouwbeleid krankzinnig te noemen, zoals uw collega Möllemann?

Bourgeois: Wie zegt dat?

Knack: Möllemann.

Bourgeois: Wie is dat?

Knack: Uw Duitse collega.

Deze blunder heeft Bourgeois nooit meer kunnen rechtzetten, hoezeer hij nadien ook zijn best deed om uit te leggen dat we geen tomaten naar Somalië moesten sturen, omdat daar te veel water in zat en de mensen alleen maar meer honger zouden krijgen.

Iedereen lag in een deuk om deze dommerik, die niet eens wist wie de Duitse minister van Landbouw was. Tot een lezer er ons attent op maakte dat Möllemann helemaal geen minister van Landbouw was, maar van Economie. Waaruit mocht blijken dat het duo Grobben-Despiegelaere weinig voor Bourgeois moest onderdoen. Maar dat hebben we uiteraard stilgehouden.

Wij weten nog precies wie toen wel de Duitse minister van Landbouw was. Vermoedelijk kunnen er weinigen dat zeggen. Tenzij misschien Bourgeois, die na mistroostig alle spot te hebben ondergaan, de leden van de Europese regeringen met hun bevoegdheden op de muren van zijn living heeft gekalkt. Ignaz Kiechle, dat was de minister van Landbouw.

En toen die wegens te oud en te onbekwaam door Kohl werd buitengezwierd, een gedachte die ook door de geest van Dehaene heeft gewaaid, werd het Jochen Borchert. Weet u overigens wie in de huidige Duitse regering minister van Landbouw is? Kom, voor een fles? Karl-Heinz Funke. Benieuwd of Karel Pinxten dat had geweten. Of Bourgeois.

Die Möllemann is het trouwens niet al te best vergaan. Een beetje een fratsenmaker, de voormalige minister van Onderwijs en Economie. Net als Bourgeois ex-paracommando en fervent valschermspringer. Drie keer naast het voorzitterschap van de FDP gegrepen. Zelfs een tijdje weggestemd bij zijn eigen partijafdeling in Noordrijn-Westfalen. Verder verslagen bij de presidentsverkiezing van Schalke 04. Als minister van Economie moest hij aftreden wegens het promoten van een nieuw soort winkelkarretjes, die toevallig geproduceerd werden door zijn neef. Niet lang daarna werd hij als handelsgezant buitengegooid in Sri Lanka, en nadien in Singapore. Möllemann blijft wel voorzitter van de Duits-Arabische Vereniging, en pleit ervoor dat Duitsland de Palestijnse staat zou erkennen. Gezien de geschiedenis een wat delicaat thema.

Deze uitweiding om u erop te wijzen dat iemand vergelijken met André Bourgeois, niet bepaald beleefd is. Die Verwilghen gaat een hoge score tegemoet bij de verkiezingen. En een moeilijk leven. Het is maar wat je het liefste hebt.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content