Zaadcellen vormen turbospan

GROEPJE ZAADCELLEN Zes tot zeven zaadcellen samen kunnen hun snelheid richting eitje opdrijven. © Reporters

Hoe meer sekspartners de vrouwtjesmuis heeft, hoe groter de zaadballen van de mannetjesmuis.

Seksuele selectie bepaalt mee hoe een individu zich gedraagt, want ze stuurt de kansen op succesvolle voortplanting. En daar is het in feite allemaal om te doen, hoezeer sommigen onder ons dat ook willen versluieren. Een studie in Proceedings of the Royal Society B illustreert dat zaadcellen op weg naar een eicel kunnen samenspannen, zeker als ze in competitie moeten met concurrenten van andere mannen. In muizen waarvan de vrouwtjes bekend staan om hun promiscue gedrag, gaan zaadcellen gemakkelijker in groep reizen, waardoor ze sneller bij de eitjes arriveren dan in monogame muizen. Groepjes van zes tot zeven zaadcellen zouden optimaal zijn om de krachten te bundelen. De cellen hangen met hun kopjes tegen elkaar en gebruiken hun zweepstaartjes synchroon om meer snelheid te maken.

Een studie met andere muizensoorten in hetzelfde vakblad stelt dat het aanpassingseffect aan promiscue vrouwtjes ook speelt op het niveau van de afmetingen van de zaadballen: hoe promiscuer de vrouwtjes, hoe groter de zaadballen, waardoor er meer zaad kan worden geproduceerd om succes in de race om de voortplanting te bevorderen.

Zaadcellen reageren ook op prikkels uit de omgeving van hun maker. Nature Neuroscience publiceerde een studie die aantoont dat de kopjes van zaadcellen van muizen die als jong zware stress hadden ondergaan, meer micro-RNA’s meezeulen dan gemiddeld – het betreft kleine boodschappermoleculen verwant aan het DNA dat de erfelijke kenmerken draagt. Voor de mens zou dit betekenen dat zonen van gestreste ouders hun eigen kinderen nog voor de geboorte al met de gevolgen van trauma’s kunnen opzadelen. De vaststelling zou een verklaring bieden voor het gegeven dat kinderen van ouders met oorlogstrauma’s een hoge kans lopen op depressies en zelfmoord, ondanks het feit dat ze zelf nooit rechtstreeks met een trauma te maken kregen.

De studie past in het groeiende inzicht dat omgevingsprikkels een invloed op de expressie van het genetisch materiaal van een individu kunnen hebben – dat is de epigenetica waar zoveel over te doen is, die zich uit door middel van chemische vlaggetjes die op het DNA gehangen worden. Volgens Nature wordt er in een beginnend embryo, vlak na de bevruchting, een soort tabula rasa van epigenetische signalen gemaakt, waardoor een embryo niet al te beladen blijft met niet-genetische kenmerken afkomstig van zijn ouders. Zaadcellen dragen veel meer epigenetische vlaggetjes dan eitjes, maar daar wordt verhoudingsgewijs ook een veel groter deel van gewist. Zelfs als baby kun je niet voorzichtig genoeg zijn met de voorgeschiedenis van je vader.

Zelfs als baby kun je niet voorzichtig genoeg zijn met de voorgeschiedenis van je vader.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content