In de komende weken behandelt het gerecht diverse zaken waarbij Noël Slangen, ‘strategisch manager’ van Open VLD en gedelegeerd bestuurder van Groep C & Slangen, rechtstreeks of indirect betrokken is. Een van die affaires – de zaak-EcoConsult over onregelmatigheden bij de toekenning van overheidsopdrachten – werd in 2002 door Knack aan het licht gebracht. Dat leverde dit blad een dagvaarding door het bedrijf van Slangen op, dat een schadevergoeding van intussen zo’n 3,5 miljoen euro eist. Toch blijkt nu dat de inbreuken nog erger zijn dan Knack destijds kon vermoeden.

door dirk draulans

Op 9 januari 2002 publiceerde Knack onder de titel ‘Een slang kan wurgen’ een eerste van drie artikels over communicatie- adviseur Noël Slangen, toen werkzaam op het kabinet van eerste minister Guy Verhofstadt (Open VLD), tegenwoordig naast Verhofstadt grote man bij de Open VLD.

De kern van het verhaal betrof de zaak-EcoConsult. Ondanks het feit dat Slangen als adviseur van Verhofstadt niet mocht meedingen naar overheidsopdrachten, deed hij dat met zijn bedrijf (de nv Slangen & Partners) toch voor een aanbesteding om de ‘interne en externe communicatie bij de modernisering van de openbare diensten’ te stroomlijnen.

Tot veler verbazing kwam hij niet als eerste uit de bus, maar als derde. De bvba EcoConsult kreeg de beste punten. Maar het bedrijf kreeg nooit de opdracht. Na een lijdensweg van meer dan een half jaar, en na demarches van Slangen zelf, werd beslist de opdracht te annuleren.

Slangen was woest nadat dit verhaal was uitgekomen. Hoewel hijzelf en toenmalig kabinetschef Luc Coene van Verhofstadt zich in hun eerste verklaringen muurvast reden, en ze hun versie van de feiten fundamenteel moesten bijsturen, spande Slangen toch een gerechtelijke procedure aan tegen Knack. Hij eiste namens zijn vennootschap een schadevergoeding die ondertussen moet opgelopen zijn tot ongeveer 3,5 miljoen euro, want telkens wanneer Knack iets over hem schrijft, komt er enkele weken later een brief van zijn advocaten met de droge boodschap dat de teller weer is bijgesteld. In principe moet daar binnenkort over gevonnist worden.

EcoConsult op zijn beurt dagvaardde de Belgische staat, en met name premier Verhofstadt, nadat de Raad van State in een arrest van 4 maart 2003 geoordeeld had dat de opdracht ten onrechte was geschrapt. De Raad stelde in haar verslag ook onomwonden dat het bedrijf van Slangen zelfs niet had mogen meedingen. Verhofstadt reageerde nooit op vragen van de Raad. Later heette het dat de brief van de Raad ‘door een misverstand binnen zijn diensten fout was besteld’. EcoConsult kan een vergoeding van 100.000 euro (10 procent van de gemiste opdracht) krijgen. Op 30 april wordt daarover gevonnist.

Kamerlid Gerolf Annemans (Vlaams Belang) had het Brusselse parket destijds gevraagd het dossier EcoConsult en de rol van Slangen & Partners daarin grondig te onderzoeken. Dat gebeurde ook, hoewel Slangens advocaten beweren dat dit opsporingsonderzoek zonder gevolg bleef. Knack vroeg een week lang aan de bevoegde procureur Guido Soetemans of dat correct is, maar kreeg geen antwoord op deze nochtans eenvoudige vraag. Het enige wat Soetemans kwijt wou, was dat hij heel voorzichtig moest zijn gezien het ‘delicate karakter van de persoon rond wie dit onderzoek draait’. Alsof dat een argument is in onze rechtspraak.

Zijn speurders voerden nochtans een uitgebreid onderzoek dat heel wat strafrechtelijke feiten blootlegde. Die waren er ook in een ander gerechtelijk onderzoek tegen Slangen, waarin hij op 7 januari 2004 in eerste aanleg wegens onder meer valsheid in geschrifte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden (met uitstel). Daarover later meer (zie ‘pure intimidatie’).

FLAGRANTE LEUGENS

Lectuur van de stapels documenten uit beide onderzoeken levert een ontluisterend beeld op van een man die het flirten met wettelijke en strafrechtelijke grenzen als een rode draad door zijn carrière vlecht, en die dat normaal schijnt te vinden. Het is onbegrijpelijk dat Slangen Knack dagvaardde: de feiten zijn immers nog veel erger dan wij oorspronkelijk dachten en schreven.

Er is na ons eerste verhaal van begin 2002 veel commotie geweest rond de zaak-EcoConsult. Slangen bazuinde daarbij luid uit dat zijn bedrijf nooit en nergens in het dossier had geïntervenieerd. Verhofstadt echode hem na, onder meer tijdens lange ondervragingen in Kamer en Senaat. Het was zijn administratie, onder de kundige leiding van directeur-generaal Fernand Van Hemelrijck, die het dossier zelfstandig en zonder enige beïnvloeding had afgehandeld. Kabinetschef Coene zag evenmin een probleem.

Ze waren de enigen die geen problemen zagen. En ze vertelden flagrante leugens. Uit het gerechtelijk dossier blijkt glashelder dat de opdracht net tot doel had om Slangen toe te laten op het kabinet een aantal medewerkers rond zich te verzamelen. Dat mocht 250.000 euro per jaar kosten, gedurende vier jaar.

Het behoorde tot de – overigens weinig duidelijke en nooit op papier gezette – afspraken die bij Slangens aanwerving op het kabinet in 1999, nadat Verhofstadt eerste minister was geworden, werden gemaakt. Eind 1999 wisselden Coene en Van Hemelrijck al ‘confidentiële’ e-mails uit, waaruit blijkt hoe moeilijk de zaak lag. Van Hemelrijck waarschuwde toen al voor problemen inzake de onverenigbaarheid van Slangens kabinetspositie met een consultancyopdracht voor zijn bedrijf. Slangen had te verstaan gegeven dat hij op het kabinet met zijn eigen mensen wilde werken, maar ook dat hij geen gerechtelijke problemen met zijn concurrenten (‘voor zover ze al bestaan’) verwachtte, omdat hij zou ‘afzien van iedere verdere mededinging voor andere opdrachten van de Federale Overheid’ (hoewel hij hierover in een andere communicatie stelde dat het een vrijwillig en ‘juridisch niet noodzakelijk’ engagement betrof).

Tot de eerste stukken die in deze zaak zijn opgemaakt, behoren een niet-gedateerd verslag van de vennootschap Slangen & Partners, waarin de aanzet tot de latere aanbesteding wordt gegeven (inbegrepen wat het moet kosten), en een verslag van 5 april 2000 van een van Slangens advocaten, die hun handen meer dan vol hebben met de man.

De advocaat stelde een advies op om de tewerkstelling van Slangens mensen op het kabinet mogelijk te maken. Een advies dat topambtenaar Van Hemelrijck zeker onder ogen kreeg, want hij verklaarde dat het, ondanks het feit dat het van een advocaat kwam, een goed advies was. Van Hemelrijck bevestigt dat Slangen zelf een eerste ontwerp van overeenkomst voorstelde, en dat het uiteindelijke voorstel ‘vergelijkbaar’ was met dat van Slangen.

Om juridische moeilijkheden te vermijden, werd gekozen voor een publieke aanbesteding. Andere bureaus konden dus deelnemen. De offerte van Slangen & Partners werd gedeeltelijk door hemzelf en gedeeltelijk door een van zijn medewerkers opgesteld: Ann Van Driessche, die toen al deeltijds op het kabinet van Verhofstadt werkte. Ze werd in de offerte als mogelijke kandidate voor de job gepresenteerd, én ze kreeg als kabinetsmedewerker de opdracht het dossier op te volgen. Ze zou aan de speurders verklaren dat het ‘de bedoeling was dat het dossier aan Slangen & Partners gegund zou worden’.

Ook Van Driessches collega Bart De- rison werd een tijdlang deeltijds door het kabinet van Verhofstadt betaald. Maar hij is bijna nooit op het kabinet geweest. Hij bleef werken in het kantoor van Slangen & Partners in Hasselt. Ex-collega’s getuigen dat hij daar zijn gewone ding deed. In zijn verhoor van 17 februari 2003 geeft Derison toe dat het kabinet niet kon weten welke prestaties hij leverde, want hij gaf die alleen aan Slangen aan. Het kabinet heeft overigens nooit gevraagd wat hij voor zijn salaris deed. Het vroeg hem ook nooit om iets specifieks. Hij werkte toen blijkbaar op onze kosten voor Slangen.

Het zal niet verbazen dat Derison vandaag een van Slangens partners is in zijn huidige vennootschap: Groep C & Slangen.

Met Van Driessche liep het minder goed af. Slangen kraakte haar carrière. Hij was razend omdat ze zich kandidaat had gesteld voor twee functies waarvoor ze mee de omschrijving had opgesteld, onder meer voor de job van directeur-generaal Externe Communicatie bij de diensten van de Eerste Minister. Dat had hij gehoord van een jurylid, nog tijdens de procedure. Hij eiste dat ze zich terugtrok, omdat het als ‘een politieke benoeming’ zou overkomen en zijn bedrijf zou schaden.

Slangen zou toch moeten weten dat iemand die bij de hond slaapt, zijn vlooien krijgt. Hij wenste na deze aanvaring niet meer met Van Driessche te werken. Hij zou haar later uit vergaderingen met Verhofstadt jagen. Haar situatie op het kabinet werd onhoudbaar. Ze vertrok.

‘AKKOORD NoËl?’

Het verloop van de aanbesteding ‘EcoConsult’ liep voor Slangen niet zoals gepland. Op 13 december 2000 stuurde Van Hemelrijck het eerste ontwerp van de aankondiging en het bestek van de opdracht naar kabinetschef Coene. Coene kribbelde enkele dagen later op een handgeschreven nota van Van Hemelrijck in dezelfde context de vraag: Akkoord Noël?. De opdracht werd op 8 februari 2001 publiek gemaakt.

Op 2 mei bezorgde ambtenaar Roger Wimmer, die op de administratie verantwoordelijk was voor de praktische afhandeling van het dossier, zijn evaluatie aan Van Hemelrijck. Consternatie, want van de drie deelnemende bureaus stond Slangen & Partners slechts als derde gerangschikt. Het voornaamste breekpunt was dat hij in zijn dossier te veel had gerefereerd aan andere opdrachten die hij had uitgevoerd, en te weinig had uitgelegd hoe hij de nieuwe taak zou aanpakken. Hoewel Van Hemelrijck en zijn rechterhand Claude Dardenne regelmatig benadrukken dat Wimmers evaluatie correct was gebeurd, nam de laatste toch contact op met Wimmer om hem te melden dat hij wat te streng was geweest voor Slangen. Hij vroeg hem zijn analyse te herzien.

Het moet zijn dat de man de suggestie niet begreep, want in zijn definitief verslag van 8 mei had hij de score van Slangen & Partners wel opgetrokken, maar het bedrijf bleef derde en laatste gerangschikt. Een probleem dus. Begin november 2001 tekende kabinetschef Coene een, in een hem door de secretaresse van Dardenne voorgelegde signataire, niet-gedateerde brief voor EcoConsult, waarin het bedrijf de opdracht toegewezen kreeg. Maar enkele weken later, op 27 november, kreeg het bedrijf een briefje met de droge melding dat de opdracht geannuleerd was ‘om redenen van interne reorganisatie’.

Op 8 februari 2002 stuurde Van Driessche kabinetschef Coene (die ’s avonds in Terzake uitleg moest geven over het geval-Slangen) een e-mail, waarin ze stelt dat Slangen in september een bezoek bracht aan EcoConsult, waarna hij haar had gezegd dat hij samenwerking met die mensen niet zag zitten. Ze bracht dit op een staf ter sprake, waarna Coene beslist zou hebben de opdracht niet toe te kennen, omdat ze niet meer relevant was.

Van Driessche bezorgde Slangen nog tijdens de procedure het evaluatieverslag van de administratie en de offerte van concurrent EcoConsult – een zoveelste flagrante schending van de wet op de openbare aanbesteding. Ook Van Hemelrijck speelde Slangen & Partners de offertes van zijn concurrenten toe.

Tijdens zijn eigen verhoor (op 24 november 2004) wast Slangen zijn handen in onschuld: nooit had iemand hem erop gewezen dat er een juridisch probleem zou kunnen rijzen indien zijn firma voor deze offerte inschreef! Ondanks al het voorgaande, wat onomstotelijk bewijst dat hij vanaf het prille begin bij de zaak betrokken was, stelt hij onomwonden dat ‘men gedurende de procedure permanent geprobeerd heeft om van mij een tussenkomst te ontlokken om mij in het dossier te betrekken. Dit voelde ik als een onderdeel van een beschadigingsstrategie uitgaande van, volgens mij, dhr Wimmer en onbekenden, ten mijnen nadele.’

Op 15 juni 2003 dient Slangen & Partners bij het parket van Brussel een klacht in tegen Wimmer. Die zou samen met directeur Rik Van Cauwelaert van Knack en huidig Vlaams minister-president Yves Leterme samengespannen hebben om het dossier-EcoConsult tegen hem te gebruiken. Een complot! Wimmer, ondertussen auditeur bij de Raad van State, heeft officieel nog niets vernomen. Hij heeft in de krant gelezen dat Slangen een klacht tegen hem zou hebben ingediend.

PURE INTIMIDATIE

Ook in het andere gerechtelijke dossier, dat van de valsheid in geschrifte, heeft Slangen altijd de vermeende onschuld gespeeld, onder meer door tot op de dag van de dagvaarding (25 juni 2003) vol te houden dat hij in deze zaak, die jaren aansleepte, uitsluitend als getuige was gehoord. Dan heeft hij een andere kijk op de gerechtelijke procedures dan de gemiddelde burger, want op 26 juni 1997 werd hij – tussen twee verhoorsessies in – een nachtje in de cel gestoken. ‘Pure intimidatie’, noemde hij dat toen zelf. Het moet gezegd dat hij zich kranig hield, want hij had de dag nadien geen klachten over zijn behandeling.

Die nacht vertelde hij de speurders, om hen te overtuigen van ‘zijn eerlijkheid’, een verhaal over de Limburgse lobbyist Koen Blijweert, die alles zou doen om hem te beschadigen en wie hij de schuld voor zijn miserie in de schoenen schoof. Slangen had immers geweigerd om met de man samen te werken in de Europese verkiezingscampagne van Pieter De Crem (CD&V) en voor een campagne van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), en hij verkneukelde zich in het feit dat op zijn aandringen toenmalig Vlaams minister van (onder meer) Leefmilieu Theo Kelchtermans (CD&V), met wie hij een bevoorrechte relatie had, de geldkraan voor sensibiliseringscampagnes naar OVAM dichtdraaide, waardoor Blijweert alvast daar droog kwam te liggen.

Het gerechtelijk dossier tegen hem was in zijn visie dan ook niet meer dan een ‘machinatie’ van Blijweert. Weer een complot!

Om even samen te vatten: Slangen werd veroordeeld omdat hij begin jaren 90 van de vorige eeuw aanbestedingen had vervalst door zijn werknemers nepoffertes voor overheidsopdrachten te laten maken die hij dan naar bevriende bedrijven of onderaannemers stuurde om ze onder hun eigen firmanaam te laten indienen. Het hoeft geen betoog dat hun condities minder gunstig waren dan de offerte van Slangen & Partners. Met als gevolg dat de overheid in de waan was dat de concurrentie speelde, maar dat Slangen telkens zijn slag thuis haalde. Het gerecht ontdekte dat dit in minstens twaalf gevallen was gebeurd.

Slangen gaf de feiten toe. Hij had het voortdurend over ‘schijnoffertes’. Hij sprak zelfs van ‘intellectuele valsheid’ (voor een goed begrip: van zichzelf dus). Hij bekende ook dat hij al in 1989 iets vergelijkbaars had gedaan, bij de campagne voor de volkstelling van toenmalig minister Willy Claes (SP.A).

Uit diverse van zijn verklaringen blijkt dat Noël Slangen een op zijn zachtst gezegd wat afwijkend gevoel voor rechtschapenheid heeft. Hij vond het grappig te vermelden dat CD&V-ministers als Miet Smet en Reginald Moreels nauwelijks met hem werkten, omdat ze misschien bang waren politie over de vloer te krijgen. Hij vermeldde als ware het de normaalste zaak van de wereld dat toenmalig CD&V-partijsecretaris Leo Delcroix hem voor een bewezen dienst 600.000 frank cash overhandigde, een bedrag waarvan hij zei dat het hem ‘fiscaal’ zeker het dubbele waard was.

De som moest dienen om een deel van de verkiezingscampagne die hij eind 1991 voor Kelchtermans had gemaakt te betalen. Slangen & Partners werkte toen veel met het kabinet van Kelchtermans. Zijn contactman was er woordvoerder Jean Vrijsen, die mee veroordeeld werd. Uit het dossier blijkt dat Vrijsen eveneens een zekere ruimdenkendheid inzake wettelijke aangelegenheden hanteerde. Zijn vrouw werd deeltijds (maar fictief) op het kabinet tewerkgesteld om het gezinsinkomen op te vijzelen, zoals ze eerder in zijn plaats fictief journalist was geweest, omdat hij niet mocht cumuleren – dat alles omdat ze anders hun hypotheek niet konden aflossen.

Uit de gerechtelijke stukken blijkt ook dat Slangen & Partners voor 520.000 frank een ‘nepstudie’ over de verkiezingsuitslagen in Limburg bestelde bij de vzw Sesli, die Kelchtermans in Limburg moest promoten. Vrijsen maakte de studie, die door Slangen als ‘zo goed als waardeloos’ werd bestempeld. Niemand bleek een exemplaar van de studie te kunnen voorleggen. De som werd ‘officieel’ betaald om openstaande facturen van de vzw aan Slangen & Partners te kunnen aflossen, en, volgens Slangen, om een voetje voor te krijgen op het kabinet van Kelchtermans. Een ‘commercieel cadeau’, zo bestempelde Slangen deze demarche.

Hij trakteerde Vrijsen en zijn gezin in het voorjaar van 1993 ook op een snoepreisje naar Eurodisney: een ‘nieuwjaarscadeau’.

Zijn investeringen rendeerden, want zijn bedrijf zou voor in totaal 80 miljoen frank opdrachten van Kelchtermans krijgen. Hij wist van het kabinet altijd wat er inzake campagnes op komst was, en hij kon zelf voorstellen doen (er zitten in het dossier nogal wat verklaringen van ambtenaren die verwonderd waren over de eenvormigheid in de grafische voorstelling van suggesties voor campagnes van het kabinet en van documenten van Slangen & Partners). Er werd soms handig gewacht tot het allerlaatste moment om projecten publiek te maken, zodat het niet verwonderlijk is dat Slangens voorstellen beter uitgewerkt waren dan andere.

Vrijsen geeft dat tijdens zijn verhoren allemaal toe: Slangen & Partners had een ‘concurrentieel voordeel’.

GEBREK AAN NORMBESEF

Het is een rode lijn in Slangens verhaal. Overal duiken er verhalen op dat er met de procedures is gespeeld, dat er met de aanbestedingen is gerammeld, dat een evaluatie werd ‘herzien’ nadat Slangen & Partners niet als meest gunstige uit de bus was gekomen. Het Rekenhof, het toenmalig Hoog Comité van Toezicht, diverse inspecteurs van Financiën, ze stelden allemaal regelmatig vragen. ‘Als administratie dienden wij enkel als een façade om een contract te officialiseren, waarbij duidelijk afspraken moeten hebben bestaan tussen het kabinet van de minister en de firma Slangen’, verzuchtte een ambtenaar tijdens zijn verhoor. Het lijkt wel een samenvatting van de hoger besproken procedure EcoConsult. Slangen leert duidelijk niet uit zijn fouten. In 1999, Slangen en Verhofstadt waren net aan hun eerste regering begonnen, liet Slangen (volgens VUB-hoogleraar Frank Thevissen in het boek Overheidscommunicatie in België) een grote opdracht voor communicatie van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel stopzetten, omdat zijn bedrijf als laatste was gerangschikt wegens ‘gebrek aan internationale contacten’. Bevoegd politicus was toen Pierre Chevalier (Open VLD).

In 2001 werd het contract voor de communicatiestrategie van de stad Mechelen door burgemeester Bart Somers (Open VLD) aan Slangen &Partners toegewezen, ondanks gedoe met de procedure en het feit dat Slangen & Partners dubbel zo duur was als de tweede kandidaat. Gouverneur Camille Paulus van de provincie Antwerpen liet op 26 mei 2003 weten dat de geijkte procedure niet was gevolgd. Nadat Knack dat verhaal in 2002 kort had meegegeven, kwam er een reactie van Somers die stelde dat er nooit méér transparantie bij een gunning had geheerst dan in dat dossier. Voor de zekerheid had hij zijn reactie echter eerst naar het kantoor van Slangen & Partners gemaild, waar ze werd goedgekeurd nadat er een fout was uitgehaald – sommigen zullen zeggen dat dit de standaardprocedure is die vandaag aan de top van de Open VLD wordt gehanteerd.

Uiteindelijk verbrak het Brusselse hof van beroep op 30 november 2005 de veroordeling van Slangen en Vrijsen, na een ellenlange procedure van vooral Slangens advocaten om de verjaring in te roepen – een procedure die in grote mate draaide om één datum uit het dossier. Het hof is kort en krachtig in zijn vonnis: het accepteert de verjaring, maar het spreekt Slangen niet vrij van de hem aangewreven misstanden (Vrijsen wordt wel op een aspect verschoond, wat impliceert dat het hof ook de andere aanklachten bekeken heeft).

Een meisje stuurde Slangen in 2002 via zijn website een mail met de vraag waarom hij zo gehaat wordt. Slangen antwoordde: ‘Omdat ik veel geld verdien, lelijk ben, een vreselijke achternaam heb en een beroep uitoefen waar de meeste mensen schrik van hebben. Of had u een ander antwoord?’ Ja, dat van de rechter die hem begin 2004 veroordeelde tot twintig maanden cel (met uitstel): ‘Het plegen van dergelijke vorm van criminaliteit, op systematische en georganiseerde wijze, getuigt… van een verwerpelijk gebrek aan normbesef met een ernstig misprijzen voor de goede trouw in het algemeen en voor de gewone burger in het bijzonder.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content