Een staking mag dan, zoals de Duitse socioloog Ulrich Beck beweert, een greep uit de mottenballen zijn, waarmee stakers het vonnis voltrekken dat door de multinationals is uitgesproken, toch kan het oproer rond de voorbije algemene staking maar beter worden aangegrepen om na te denken over de toekomst van het sociale systeem.

… Het huidige systeem van pensioenen en sociale zekerheid is ooit met de beste bedoelingen opgezet.‘ Zo begint een pamflet, de afgelopen dagen via websites, Facebook and Twitter veelvuldig rondgeflitst, tegen de voorbije staking. De auteur, Nick Roskams, is ‘ law student at KU Leuven‘ en heeft naar eigen zeggen ‘ a passion for advocating ideas of freedom‘. De opmerkelijke bijval voor Roskams nogal onsamenhangende pamflet, gericht tegen de voorbije staking, illustreert de afbrokkelende status van de vakbonden.

Het tanen van de macht en het gezag van de vakbonden is op zich een opmerkelijke maatschappelijke verschuiving. Met hun leger vrijgestelden kunnen de vakbonden op elk moment het openbaar vervoer stilleggen en bijgevolg een deel van het economische leven tijdelijk verlammen. Maar de boodschap dat het hen te doen is om de redding van het sociale model wordt overstemd door de roep in de media dat de vakbonden uit zijn op de instandhouding van privileges, financiële en andere, en van machtsstructuren. Een verwijt dat eerder al de traditionele politieke partijen uit hun electorale evenwicht bracht.

ACV-voorzitter Marc Leemans kreeg de voorbije dagen meer vragen over het verlies aan geloofwaardigheid van zijn vakbond – als gevolg van het debacle bij Arco en de staatswaarborgen voor de coöperanten – dan over de eigenlijke inzet van de staking.

De confrontatie op TerZake tussen professor Roger Blanpain en ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw kreeg op den duur iets pijnlijks voor laatstgenoemde.

Enkele jaren geleden legde dit blad aan een aantal wetenschappers, actief op diverse terreinen, de volgende vraag voor: ‘Waar moeten we de komende vijftig jaar voor strijden?’ Het antwoord van de wetenschappers was toen eenduidig: voor ons samenlevingsmodel, zoals dat is ontstaan en organisch gegroeid in het gebied tussen de Middellandse Zee en de Noordzee.

Elk van de ondervraagden legde een eigen accent, op wat hem of haar het naast aan het hart lag. De een vroeg bijzondere aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs, de andere voor de verzorgingsstaat, nog een andere voor de democratische instellingen of voor het belang van de wetenschap. Maar allemaal pleitten ze voor de instandhouding van het veerkrachtige samenlevingsmodel, met zijn ingebouwde solidariteitsmechanisme dat elke burger recht geeft op de best mogelijke gezondheidszorg, op betaalbaar onderwijs, op een pensioen.

Socioloog Mark Elchardus pleitte in zijn antwoord aan Knack zelfs voor de globalisering van die verzorgingsstaat.

Maar dat model komt nu, als gevolg van de financiële crisis en de eurocrisis, onder druk.

Nog voor de financiële crisis, nadat begin deze eeuw de rechtse populist Jörg Haider in Oostenrijk mee aan de macht was gekomen, wees onderzoek in opdracht van de Europese Unie uit dat niet zozeer de aanwezigheid van allochtonen in het straatbeeld dan wel de almaar competitiever wordende arbeidsomgeving en toenemende werkonzekerheid de opmars van extreemrechts bevorderde.

Het huidige peilingsucces van de Nederlandse SP – een partij van gewezen maoïsten – heeft een soortgelijke oorsprong: de werkonzekerheid als gevolg van de eurocrisis die voortkomt uit de financiële crisis. Die crisis werd mee veroorzaakt door de banken die vandaag goedkoop geld toegeschoven krijgen van de Europese Centrale Bank – geld dat ze niet investeren in nieuwe economische activiteit, maar wel in fors renderend schuldpapier dat ze desnoods opnieuw naar de ECB dragen.

Wanneer de ECB eerstdaags een deel van de Griekse schuld opzuigt, zal dat een directe weerslag hebben op het Belgische begrotingstekort dat door de belastingbetaler op de een of andere wijze zal moeten worden bijgepast, veelal door het snoeien in zijn sociale voorzieningen.

De bewering dat de eurocrisis de Europese burger geen eurocent kost – Guy Verhofstadt, een Nick Roskams op rijpere leeftijd, heeft die boodschap meermaals rondgetoeterd – werd de afgelopen weken niet meer herhaald.

Intussen zitten de vakbonden, als gevolg van de inteelterige rekrutering van hun kader, vastgesnoerd in de oude denk- en overlegpatronen.

In naam van de solidariteit maar in werkelijkheid vanuit hun zorg om de bestaande machtsstructuren gingen de bonden – in deze op één lijn met de kopstukken van de Belgische werkgevers – bij pogingen tot verregaande staatshervorming op de vier wielen remmen. Sterker nog: zij hebben al die jaren de communautaire realiteit, ook in eigen rangen, gewoon verdrongen.

De vakbonden bleven bovendien rekenen op hun bevriende vertegenwoordigers in parlement en regering. Maar die vertegenwoordigers blijken eveneens machteloos tegenover de supranationale organisaties die ingrijpen in de arbeidsmarkt en het sociale systeem.

En terwijl de onderlinge verstandhouding tussen ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw en ACV-voorzitter Luc Cortebeeck niet echt hartelijk was, hebben de bonden zich ook nog eens compleet verkeken op de gevolgen van de Europese verdragen en afspraken voor ons sociaal model.

De consequenties van de invoering van het zogenaamde sixpack – zes maatregelen opgelegd door de Europese Commissie en goedgekeurd door het Europees Parlement om de lidstaten tot begrotingsdiscipline te dwingen – werden volkomen onderschat.

Wat des te verwonderlijk is, omdat de twee vakbondsleiders als regenten van de Nationale Bank van België, als eersten kennis hadden van die implicaties, maar ook van de alarmerende stand van de federale boordtabellen.

De vakbonden zijn niet uitgerust om Europees weerwerk te bieden. Het probleem van de Europese vakbonden – want dit is geen Belgisch fenomeen – werd geschetst door Gilbert De Swert, gewezen hoofd van de studiedienst van het ACV, in een gesprek met de webstek De Wereld Morgen: ‘Er werd niet geïnvesteerd in een Europese vakbond. Met als kwalijk gevolg dat het Europees Vakverbond voor tachtig procent door de Europese Commissie wordt gefinancierd. Als de Europese Commissie beslist om de geldkraan dicht te draaien, is het gedaan met het Europees Vakverbond.’

In een column riep professor Blanpain de bonden op de staking van maandag af te blazen en het overleg voort te zetten.

Overleg met wie, waarover? Afgelopen week gingen Voka-vertegenwoordigers betogen, tegen de staking en voor het recht op werk, voor de hoofdkwartieren van ABVV en ACV. Een niet zo gelukkige actie. Het prestigeverlies en de onmacht van de werkgeversorganisaties benadert immers dat van de vakbonden.

Ruim zeventig procent van de nieuwe banen in ons land wordt door de overheid gecreëerd. Als er sprake is van groei, dan is dat grotendeels fictieve groei, gestimuleerd door de overheid en door…de index.

Zoals destijds bij Opel betaalt de Vlaamse overheid zich blauw bij Ford Genk om daar de werkgelegenheid op peil te houden – om maar dat voorbeeld aan te halen.

Intussen zijn de investeringen van de bedrijven het afgelopen jaar fors teruggelopen. Wat niet kan worden gezegd van de winstnemingen door de bedrijfsleiders, want die stegen naar recordhoogte.

Zonder de inbreng van de overheid zijn de werkgevers zelfs niet meer bij machte gelijk welk akkoord met de bonden te sluiten. En in Europa laten maatregelen als het sixpack en vooral de eurocrisis geen enkele ruimte voor compromissen. Dat laatste werd tijdens zijn passage in Berlijn bij kanselier Angela Merkel minzaam doch kordaat aan het verstand gebracht van premier Elio Di Rupo.

Met hun staking tegen de Belgische regering, de uitvoerder van het Europese sixpack, staan de vakbonden piket voor het verkeerde adres.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content