Kroonprins Filip heeft de discussie over zijn bekwaamheid om koning te worden opnieuw aangewakkerd. Moet zus Astrid zich dan toch warmlopen voor de troon?

‘Koning Albert heeft de volheid van zijn bevoegdheden en met hem zijn er nooit problemen. Prins Filip heeft geen bevoegdheden en met hem zijn er altijd moeilijkheden. Het probleem is niet de functie, wel de persoon.’ Met die onverbloemde uitspraak droeg minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (VLD) vorige week bij aan de politieke opwinding over een nieuwe uitschuiver van de kroonprins.

Tijdens de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie van het hof trakteerde Filip twee hoofdredacteurs – Pol Van Den Driessche van VTM en Yves Desmet van De Morgen – op een uitbrander voor hun berichtgeving over zijn doen en laten. Te kritisch en getuigend van weinig respect en ontzag voor de monarchie en hemzelf, vond de prins. Geplaagd door een linguïstische kortsluiting in de hersenen, dichtte hij zich als troonopvolger bovendien een ‘missie’ toe en dat heeft in het Nederlands een meer zwaarwichtige betekenis dan het Franse woord ‘ mission‘.

Na gelijkaardige faux pas van de prins – in 2004 ventileerde hij tijdens een handelsreis in China zijn mening over het separatistische Vlaams Belang en in 2005 ondertekende hij een eisenbundel van het Verbond van Belgische Ondernemingen – oordeelde de regering dat de demarche van Filip ‘ongepast’ was en vroeg ze hem opnieuw om terughoudender te zijn.

PURE FANTASIE

Het oordeel van minister De Gucht laat uitschijnen dat dit laatste haast tegen beter weten in gebeurt. En als ‘niet de functie, wel de persoon’ het probleem is, duikt al snel de vraag op of de Coburgs niet een geschiktere troonopvolger voor Albert II in huis hebben. De publieke opinie in Vlaanderen heeft alvast een antwoord klaar: prinses Astrid. Uit opiniepeilingen blijkt dat Vlamingen vinden dat Astrid meer in aanmerking komt voor de troon dan Filip. Bij de Franstaligen keren steunbetuigingen aan de monarchie die volgorde om.

Dat communautaire verschil werd voor de jaarwisseling ook geïllustreerd door de veelbesproken docufictie van de RTBF over het uitroepen van de Vlaamse onafhankelijkheid. In dat nepjournaal had de koning het land verlaten en was prins Filip gevraagd voor een hoge functie in Wallonië. Prinses Astrid was volgens de verslaggever gevraagd om in Vlaanderen de troon te bestijgen.

‘Prinses Astrid op de troon? Dat is pure fantasie’, zegt Mark Van den Wijngaert, hoogleraar geschiedenis aan de KU Brussel. ‘Ze heeft nooit die ambitie getoond. Het zou ook onlogisch zijn. De grondwet is ondubbelzinnig: de troonopvolging gebeurt in rechte lijn en volgens het eerstgeboorterecht. Een troonopvolger komt niet uit een zijlijn, tenzij de koning geen kinderen heeft.’

Grondwetspecialist Paul Van Orshoven van de KU Leuven trekt die constitutionele redering door. ‘Na Filip en diens drie kinderen – Elisabeth, Gabriel en Emmanuel – is prinses Astrid nu de vijfde in lijn voor de troonopvolging. Enkel als ze lang genoeg op haar beurt wacht, komt ze daarvoor in aanmerking. Tenzij natuurlijk de grondwet veranderd wordt, om bijvoorbeeld het parlement te laten beslissen wie het geschiktst is voor de troon’, aldus Van Orshoven. ‘Als Filip afstand zou doen van de troonopvolging, komen eerst zijn kinderen in aanmerking. En zolang die minderjarig zijn, kunnen ze niet zelf beslissen om af te wijken van de grondwettelijk geregelde erfopvolging. In zo’n scenario moet een regent worden aangesteld en dat zou bijvoorbeeld Astrid kunnen zijn. Maar wil die dat? Volgens sommigen is prins Filip niet bekwaam om koning te worden. Maar dat volstaat niet om hem van de troon weg te houden. Hij is alleszins niet onbekwaam verklaard. Volgens mij is het voor hem ondenkbaar dat hij zijn vader niet zou opvolgen.’

‘Prinses Astrid zou als troonopvolger ook niet wenselijk zijn’, voegt Van den Wijngaert toe. ‘Prins Filip heeft geen inhoudelijk, maar een vormelijk probleem. Bij zijn zus is het net het omgekeerde. Ze gaat vlot met iedereen om, maar voorts heeft ze geen eigen mening en blijft het allemaal erg onpersoonlijk.’

HABSBURGER

In een standpunt pro Astrid als troonopvolger verwoordt royaltywatcher Jan Van den Berghe (zie kader) de beoordeling van Van den Wijngaert op zijn manier. Astrid is volgens hem ‘de grote onbekende’, want ze heeft zich ‘nog nooit echt gemanifesteerd’. In tegenstelling tot prins Filip, die al in 1996 zelfverzekerd zei dat hij ooit de nieuwe koning wordt, heeft Astrid nooit openlijk aspiraties getoond. Ook niet nadat in 1991 op vraag van koning Boudewijn de sporen van de Salische wet, die alleen een mannelijke opvolging toelaat, uit de grondwet zijn verdwenen. Daardoor wipte Astrid over haar broer Laurent als tweede in lijn voor de troonopvolging, tot tien jaar later Filip en prinses Mathilde met gezinsuitbreiding startten.

De website van het paleis meldt dat Astrid belangstelling heeft voor ‘problemen van de hedendaagse samenleving’. Haar ‘openbare activiteiten’ getuigen dat de prinses, met uitzondering van een foute casting bij de opening van het jongste autosalon in Brussel, vooral te zien is op plaatsen waar de zorg voor kinderen, armen en zieken groot is. In ruil voor een residentieel optrekje bij het kasteel van Stuyvenberg en een dotatie van 307.064 euro per jaar is ze ook senator van rechtswege en kolonel bij de medische component van het leger. Het meest in de kijker loopt ze met haar voorzitterschap van het Belgische Rode Kruis. Dat mandaat nam ze in 1994 over van haar vader. Meer dan haar lief is, wordt ze binnen die organisatie geconfronteerd met oplopende spanningen tussen de Vlaamse en de Franstalige vleugel.

Daarnaast zal Astrid ook wel de handen vol hebben met een gezin van vijf uit haar huwelijk met prins Lorenz, aartshertog van Oostenrijk-Este of Het huis van Modena, een van de takken van de Oostenrijkse Habsburgers. Na hun huwelijk in 1984 woonden Astrid en Lorenz bijna tien jaar in het Zwitserse Basel. Insiders herinneren zich van die tijd dat de prinses niet uitmunt in het huishouden. Budgetbeheer bleek niet haar grootste kwaliteit en voor koken had ze evenmin veel aanleg. Zo schotelde ze de koninklijke familie ooit een verfijnde combinatie van spaghetti met knakworst als kerstdiner voor.

Meer intrigerend dan die dagelijkse beslommeringen en de wetenschap dat Lorenz in de banksector werkt als wisselkoersspecialist en voor 38.000 euro per jaar in de raad van bestuur van farmareus UCB zetelt, is de stamboom van deze prins. Daarin prijkt keizer Frans Jozef van Oostenrijk, terwijl zijn grootouders Karel en Zita het keizerlijke tijdperk in Oostenrijk in 1918 afsloten en tegelijk een punt achter de monarchie Hongarije moesten zetten. Zita verbleef tot aan de Tweede Wereldoorlog in Steenokkerzeel en trok voor familievakanties geregeld naar Wenduine. Een bekende oom van Lorenz is de Duitse christendemocratische politicus Otto von Habsburg. Zou Astrid ooit de troon in België bestijgen en later worden opgevolgd door haar zoon Amadeo, dan zou de Belgische monarchie meteen overgaan van de Coburgs naar de Habsburgers, die gekwalificeerd worden als ‘pan-Europees’ en ‘katholieker dan de paus’.

CEREMONIëLE KONINGIN

Maar die verre en onwaarschijnlijke toekomst houdt de politiek niet bezig. In de Wetstraat kwamen in de voorbije weken andere aspecten van de monarchie aan bod. Door het fraudeproces in Hasselt over het misbruik van legermiddelen voor de Villa Clémentine van prins Laurent in Tervuren, stond de Civiele Lijst met de dotaties voor de koninklijke familie ter discussie. En door de mediafrustraties van prins Filip doken weer suggesties op voor een ‘statuut van de kroonprins’ en een ‘ceremoniële rol voor de koning’.

Zowel Van Orshoven als Van den Wijngaert gaan op de rem staan. Van den Wijngaert: ‘De onhandigheid van prins Filip op de nieuwjaarsreceptie is opgeblazen tot een constitutioneel drama. Dat is buitensporig. Oké, de kroonprins is misschien geen briljante intellectueel, maar dat is nog geen reden om de grondwet te wijzigen à la tête du client. In een erfelijke monarchie moet je sportief zijn en aanvaarden wie er op de troon komt. Ondertussen moet een kroonprins net als de koning neutraal en discreet zijn. Maar in feite is dat al zo. De prins is grondwettelijk net zo weinig verantwoordelijk als de koning en de regering handelt daar ook naar.’ Van Orshoven: ‘De vindingrijkheid van politici is groot, maar aan welk statuut denken ze in godsnaam? Willen ze de kroonprins misschien bevoegdheden en een eigen Civiele Lijst geven? Beter is dat Filip zich anders gedraagt. Daarvoor moet hij omringd worden door deskundige mensen. Een andere mogelijkheid is dat aan zijn vader wordt gevraagd om zelf ook eens zijn kinderen op hun plichten te wijzen.’

En het idee van een ceremoniële koning? Van Orshoven: ‘Sinds 1831 staat in de grondwet dat de koning niet autonoom kan beslissen. De ministers zijn verantwoordelijk en dat werkt ruim 175 jaar goed. Albert II heeft daar geen andere opvatting over. Wat is dan het probleem? Dat Filip daar eventueel anders over zou denken? Waarom vragen ze hem niet gewoon wat zijn mening is?’

Van den Wijngaert: ‘De koning heeft nu al een semiprotocollaire rol. Aan de politieke macht van de monarchie is definitief een einde gekomen na Leopold III. Sindsdien is de impact van de particratie steeds groter geworden. In de grondwet staat dat de koning opperbevelhebber van het leger is, het parlement ontbindt en de ministers benoemt en ontslaat. Maar in de praktijk beslissen de partijen om naar verkiezingen te gaan en over wie minister wordt. De koning verneemt dat en tekent de besluiten. De constitutionele rol van de koning is zodoende onderhevig aan erosie. Maar de kloof tussen de grondwet en de praktijk van de monarchie mag niet te groot te worden. Daarom wordt de grondwet best aangepast en niet omdat Filip zou denken aan een autoritair koningschap. Dat laatste is gewoon uitgesloten.’

Als de Vlamingen intussen willen dromen van een ceremoniële koningin, dan is Astrid I duidelijk meer fictie dan realiteit en wachten ze beter tot de oudste dochter van Filip en Mathilde als Elisabeth I het nieuwe staatshoofd wordt.

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content