De Amerikanen werken ook aan telegeleide gevechtsvliegtuigen en duikboten.

De ontwikkeling van onbemande gevechtseenheden beperkt zich niet tot onbemande voertuigen (UGCV’s of Unmanned Ground Combat Vehicles). Eerder werd ook al de Predator, een op afstand bediend verkenningsvliegtuig, met raketten uitgerust. Daarmee werden al mensen uitgeschakeld en gebouwen in Jemen en Irak vernield. Maar de Predator vormt door zijn lage snelheid een makkelijk doelwit voor afweergeschut. Daarom werkt de Amerikaanse defensie aan speciale gevechtsvliegtuigen, de UCAV’s (Unmanned Combat Air Vehicles). Zowel Northrop als Boeing hebben testmodellen gebouwd, in april 2004 gooide een van die toestellen een eerste precisiegestuurde bom af in een testgebied in Californië. Of de gevechtsvliegtuigen uiteindelijk massaal zullen worden geproduceerd en ingezet, beslist de Amerikaanse defensie pas in 2009. De ontwikkeling ervan zou sneller kunnen gaan. Maar het is de bedoeling om, naar analogie van de Talon, een basisarchitectuur te ontwerpen waarop achteraf allerlei nieuwe toepassingen en technologieën kunnen worden ‘ingeplugd’. De ontwikkeling van onbemande duikboten zit in de pijplijn.

Het enthousiasme voor een geheel onbemande krijgsmacht is begrijpelijk. Robots komen niet in body bags naar huis, ze hebben geen ongeruste familieleden. Onbemande gevechtseenheden hebben echter nog veel meer voordelen, die minder snel in het oog springen. De prestaties van tanks, gevechtsvliegtuigen en duikboten worden aanzienlijk beperkt omdat er mensen in zitten. Niet alleen nemen die op zichzelf veel ruimte in, er is ook heel wat apparatuur aan boord die alleen maar dient om de aanwezigheid van mensen mogelijk te maken. De zuurstoftoevoer of de schietstoel bijvoorbeeld. In een onbemande gevechtseenheid komt dus veel plaats vrij. Dat betekent dat de toestellen ofwel zwaarder bewapend kunnen worden, ofwel veel kleiner en lichter kunnen worden gemaakt, wat ze sneller, wendbaarder en zuiniger maakt. Een onbemande duikboot zal door zijn kleinere omvang veel sneller kunnen varen, en toch even zwaar bewapend zijn.

Onbemande gevechtseenheden moeten ook geen rekening houden met wat het menselijk lichaam fysiek kan verdragen. Een telegeleid gevechtsvliegtuig kan dus veel bruuskere bewegingen uitvoeren. Naarmate de miniaturisering in computertechnologie voortgaat, kunnen de gevechtseenheden steeds kleiner worden. Daar staat geen limiet op, omdat er geen soldaat in moet passen. Een op afstand bediend gevechtsvliegtuig dat niet groter is dan een vogel, is straks perfect haalbaar.

K.D.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content