Benno Barnard gekneld tussen confrontatiejournalistiek en steekvlampolitiek.

“Slecht informerende journalistiek leidt tot inderhaaste, onzorgvuldige wegwerp-opinies en jachtige steekvlampolitiek.”

‘Ik weet het, ik lees de krant” was de slogan van een dagbladencampagne waarmee de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (BVD) begin jaren ’80 de dagbladen promootte. Wat weten we ondertussen via de kranten – en bij uitbreiding, de media – na de bombastische en buitensporige mediatieke uitvergroting van de verstoorde lezing van Benno Barnard in een aula van de Antwerpse universiteit? Bitter weinig. Tenzij sommige media u ondertussen hebben doen geloven dat de vrije meningsuiting op 1 april (!) acuut in gevaar was omdat enkelingen (volgens Bart Sturtewagen van De Standaard, “een clubje belhamels”, volgens andere bronnen dan weer “moslimextremisten” en “fundamentalisten”) Barnard de mond snoerden of Yves Desmet u in De Morgen ondertussen heeft overtuigd dat dergelijke opstootjes allemaal van hetzelfde laken een pak zijn. “Al die incidenten zijn identiek” noteerde Desmet immers zonder verpinken in De Morgen van 2 april.

Opinies op drift

Natuurlijk was de vrijheid van meningsuiting op 1 april net zomin in gevaar als toen leden van Voorpost eind 2009 een optreden van Clouseau bestierden op het ogenblik dat beide zangers het nummer ‘Leve België’ in de Carrefours van Oostakker en Schoten ten beste gaven. Ook dat voorval kreeg toen trouwens behoorlijk wat aandacht. Veel meningsverschillen vielen er tijdens de lezing van Barnard overigens niet te noteren, tenzij een “belhamel” die “keeskop” naar Barnard sneerde en wat studentikoos gescandeer van de kreet “Allah agbar”.

Uiteraard kunnen verstoringen van debatten allerhande niet zomaar over één kam worden geschoren. Het tegendeel beweren wijst op een veelvoorkomende tunnelvisie en vereenvoudingsijver waarmee bepaalde journalisten de bredere context van gebeurtenissen maar wat graag wegmoffelen om zo de aandacht maximaal te concentreren op in tijd en ruimte geïsoleerde schermutselingen. Kwestie van de mediaconsument zo laagdrempelig en snel mogelijk in te schakelen in het ‘maatschappelijk debat’ en het opinievormingsproces dat daar steevast op volgt.

Wat we ondertussen wél weten is dat de verslaggeving over dergelijke opstootjes, eens ze de media-aandacht vastgrijpt, steevast volgens een geijkt journalistiek stramien verloopt: vluchtig, onzorgvuldig en onvolledig informeren, meteen gevolgd door overvloedig opiniëren, polariseren en vervolgens personaliseren. Je kan dergelijke mediatieke oprispingen doorgaans herleiden tot een chaotisch mengsel van journalistieke sensatiezucht, luiheid, onbekwaamheid, voorbarigheid en opiniërende polarisatiedrang.

Steekvlampolitiek

Een amateuristische website, een logo, een bebaarde Dennis Black Magic-achtige figuur en een stelletje inderhaast opgetrommelde warhoofden volstonden in dit geval, niet alleen om een aula van de Antwerpse universiteit te ontruimen, maar ook om het hele mediacircus in lichterlaaie te zetten.

Voorspelbaar repten daarna ook politieke pompiers als AnnemieTurtelboom, Patrick Janssens en Geert Bourgeois zich richting media, om met boude stellingen, gezwollen oneliners en steekvlampolitiek nog wat vuur te spuwen naar het handjevol ongeregeld dat in de Antwerpse aula was samengetroept.

Het kwam allemaal prominent op ons af in prime-time, o.a. tijdens Het journaal en in Terzake, om daags nadien de voorpagina van De Standaard te vullen, gevolgd door het voorwoord op pagina 2, en de nieuws- en opiniebladzijden op de pagina’s 6, 7, 24 en 25. En dat uitgerekend in een krant die bepaalde opiniemakers consequent wandelen stuurt wegens systematisch plaatsgebrek.

Media-amateurisme

Een beschonken vertegenwoordiger van een Aalsterse karnavalsvereniging maakte op 1 april meer aanspraak op media-aandacht dan de woordvoerder van ‘Sharia 4 Belgium’ die er in slaagde de journalistieke geloofwaardigheid opnieuw stevig in z’n hemd te zetten. Tom Naegels bedacht er in Terzake van 2 april jl. de steekhoudende term ‘media-amateurisme’ voor.

De beelden van You Tube waren nauwelijks verspreid of een karavaan opiniemakers trok naar de duidingsprogramma’s en opiniepagina’s, zonder dat zelfs de VRT zelfs goed scheen te weten welke Salafistische autoriteit ze de dag na het incident exclusief hadden geïnterviewd voor Terzake. Binnen de 24 uur regende het ondertussen al van alle kanten meningen en meninkjes. Het was daarbij drummen en haasten, in de wetenschap dat zo’n mediatieke opstoot slechts een korte levensduur is beschoren.

Vrije meningsuiting

Die ijllings in gang geschoten opiniemachine putte zich meteen uit in tomeloze relativeringsijver waarbij tegelijkertijd wel de provocatie werd gehekeld van de titel die Barnard voor z’n lezing had gekozen (‘Lang leve God. Weg met Allah’). Verder was er de stoet van de meest potsierlijke veralgemeningen, schreeuwlelijke clichés en schabouwelijke vergelijkingen waarmee columnisten en journalisten stuitende veralgemeningen aan de kaak stelden. Anderen schreeuwden dan weer moord en brand over de teloorgang van de vrije meningsuiting omdat enkele Moslims hun mening joelend hadden geuit en een andere categorie duwde het inhoudelijk debat nog een verdieping lager middels een gepersonaliseerd rondje Benno Barnard bashen: blijkbaar moet tijdens zo’n zogenaamde ‘waardevolle maatschappelijke discussie’ finaal steeds de boodschapper nog eens flink worden aangepakt, wanneer het inhoudelijk debat iets te lang de aandacht opeist.

Randfiguur

Gezamenlijk produceerden de opiniemakers één warrige kakofonie, zonder ook maar een moment stil te staan bij de boodschap die Benno Barnard tijdens zijn lezing wou verkondigen (uit zijn inleidende zin meende ik begrepen te hebben dat de lezing zou gaan over het Christendom en de Joodse godsdienst) of zonder zich af te vragen waarom de schrijver geflankeerd werd door twee personeelaleden van het Vlaams Belang en tevens bodyguards van Filip Dewinter? Wie de raaskallende en onder schuilnaam opererende Abu Imran was en vertegenwoordigde?

Ofwel was deze orakelende randfiguur uit Borgerhout (“Hij is hier gekend en geliefd”, wist de Terzake-reporter ons te ‘informeren’) van het type dat in Hyde Park Corner het einde van de wereld staat te verkondigen en verdient Abu Imran de prijs voor de meest hilarische1 april-grap van 2010. Ofwel moet de man ernstig worden genomen (“Laten we beginnen met België om te vormen naar een Islamitische staat. (…) “Laten we even de democratie opzij schuiven en laten we een maandje de Islamitische staat proberen”), vertegenwoordigt hij een extremistische moslimorganisatie, en moest je je afvragen waarom deze verschijning ondertussen nog vrij rondliep om interviews ten beste te geven. Tijdens zijn interview met de ploeg van Terzake wist de man zijn lach nauwelijks te onderdrukken, verrast door zoveel misplaatste media-aandacht. In geen van de gevallen echter viel zijn breed uitgesmeerd showoptreden in zowel in Terzake als in de krantenkolommen journalistiek te rechtvaardigen.

Anekdote

De vraag blijft uiteindelijk of ‘de media’ wel gebrand waren om ons terdege te informeren alvorens een dergelijke opinie-tsunamie op ons los te laten? Wellicht niet, anders had men het item vakkundig afgevoerd of had men het incident tenminste tot de juiste proporties herleid en in de correcte context geplaatst: die van een anekdote.

‘De media’ bleken echter vooral geïnteresseerd in de conflictstof die de verstoorde lezing opleverde. Zoiets zorgt immers prompt voor lekker beladen stellingenoorlogen waarbij er met veel buikgevoel gekozen kan worden tussen stereotype kampen, waarbij de vertegenwoordigers meteen hun zendelingendrang en bekeringsdrift op hun volgelingen kunnen loslaten.

Etienne Vermeersch Een van de weinige opiniemakers die mij heeft doen twijfelen aan het 1 april-gehalte van deze potsierlijke vertoning was Etienne Vermeersch, te gast bij ‘Bracke op vrijdag’. Hij vond dat we dit anekdotische voorval, vanuit z’n bredere context, maar best ernstig konden nemen. Te midden van het mediatumult herinnerde hij nogmaals aan het feit dat de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) – waaronder de lidstaten Marokko en Turkije – in de Caïro-verklaring, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, ondergeschikt verklaarde aan de Sharia.

Journalistiek stuntelwerk

Wat we uiteindelijk geleerd hebben is dat slecht informerende journalistiek tot inderhaaste, onzorgvuldige wegwerp-opinies en jachtige steekvlampolitiek leidt. Mediagebruikers worden daarbij meer gedesinformeerd dan geïnformeerd. Het stuntwerk van ‘Sharia4Belgium’ gaf aanleiding tot veel journalistiek stuntelwerk en zorgde, alles samengenomen, voor een opruiender effect dan het handjevol ongeregeld dat Benno Barnard uitschold, nog voor hij zijn lezing aanvatte.

Het zal uitkijken zijn wie er straks, wanneer Benno Barnard zijn lezing in Gent, Antwerpen of elders tracht te herhalen, het meest zal drummen: de aanhangers van Abu Imran of de verzamelde wereldpers? Wat we hebben meegemaakt is een theatraal mediacircus met Sharia4Belgium als regisseur die media en opiniemakers moeiteloos uit hun loopgraven wist te lokken voor een al bij al gescleroseerde stellingenoorlog. Daarmee verdient Uba Imra in 2010 vermoed ik onbetwistbaar de prijs van marketeer van het jaar. ‘Ik weet het, ik lees de krant’? Niet dus.

Frank Thevissen Communicatiewetenschapper en voormalig hoofddocent strategische communicatie en politieke marketing, VUB

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content