Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zorgde de stad Leuven voor een primeur: er kwam een schepen voor studentenaangelegenheden. Een gesprek met Denise Vandevoort (SP.A).
In de andere studentensteden is er geen schepen bevoegd voor studenten. Waarom in Leuven dan wel? Volgens Denise Vandevoort is dat logisch: ‘Een kwart van de Leuvense bevolking bestaat uit studenten. Er zijn 35.000 studenten, terwijl er 90.000 vaste inwoners zijn. Deze studenten hebben een eigen manier van leven en een eigen cultuur. Het lijkt me dus niet meer dan logisch dat er voor zo’n grote groep ook een schepen beschikbaar staat.’
Meestal moet een schepen problemen oplossen?
DENISE VANDEVOORT: Laat één zaak duidelijk zijn: de studenten in Leuven zijn geen last voor de stad. En dan heb ik het zowel over de universiteitsstudenten als over die van de hogescholen. Zij zorgen voor een grote economische activiteit. Restaurants en cafés zijn maar al te blij met de studenten. Zij staan garant voor een groot deel van de horecaomzet. Anderzijds zorgen studenten ook voor een verhoogd veiligheidsgevoel. Op ieder uur lopen er wel ergens studenten rond. De gewone inwoners durven later op straat, zonder angst.
Geen problemen dus. Wat moet u dan wél doen?
VANDEVOORT: Ik ben een aanspreekpunt voor de studenten, een coördinerende figuur. Wanneer ze met vragen zitten over het reilen en zeilen in Leuven, kunnen ze bij mij terecht. Dat kan alle kanten uit: vragen over huisvesting, mobiliteit en ga zo maar verder.
Hoe verloopt het contact met de studenten?
VANDEVOORT: Totnogtoe kregen we alleen maar positieve reacties. We proberen dan ook zo duidelijk mogelijk te zijn voor de studenten. Bij aanvang van het academiejaar bezorgen we iedere student een brochure met alle informatie over de Leuvense stadsdiensten. Voor de buitenlandse studenten hebben we een brochure in het Engels.
De studentenraden geven meer uitleg over wat de studenten mogen en niet mogen. Elke zes weken overleggen we met die raden. Daar kan iedereen problemen aankaarten. Als ze bijvoorbeeld vragen hebben over huisvesting, is de schepen van huisvesting aanwezig. Ook de politie geeft op bepaalde momenten uitleg aan de studenten.
Nochtans is de politie niet altijd de beste vriend van de studenten.
VANDEVOORT: Vroeger misschien, dat is waar. Maar daar komt verandering in. Zo zijn er studenten die de politie assisteren, als een soort steward. Wanneer studenten te veel lawaai maken op straat, proberen deze stewards de studenten te bedaren. Vorige week was er nog een ludieke actie. De politie gaf lawaaierige studenten een fopspeen. Het werkt ook en het is toch eens iets anders dan roepen en tieren, hè?
Leuven zonder studenten, is dat mogelijk?
VANDEVOORT: Nee, zeker niet. De studenten zijn een zegen voor de stad.
