Lionel Shriver – Dat was het dan

Gebroken dromen, verwoestende kanker en dreigende financiële problemen. Van de ingrediënten van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Lionel Shriver wordt een mens niet vrolijker. Toch is Dat was het dan een meesterlijke roman, aangedreven door woede over de waardeloze ziekteverzekering in Shrivers geboorteland.

Lionel Shriver – Dat was het dan

Vertaald door Maarten Polman

Uitgeverij: Contact

Aantal pagina’s: 512

Prijs: 34,95 euro

ISBN: 978-90-254-3535-6

De New Yorker Shep Knacker, hoofd-personage uit Dat was het dan, is de ratrace spuugzat. Hij droomt al zijn hele leven van een luilekkerleven onder de Afrikaanse zon. Acht jaar eerder werd Shep een miljoen dollar rijker toen hij zijn klusbedrijf Manus-van-alles verkocht aan zijn werknemer Randy Pogatchnik, ‘een onervaren, van niets wetende sukkel met een grote mond’.

Met dat miljoen zouden Shep en zijn vrouw Glynis, een niet erg succesvolle zilversmid, aan hun Tweede Leven overzee beginnen. Maar eerst trad hij voor een paar maanden als werknemer in dienst bij zijn oude bedrijf, door de onsym-pathieke nieuwe eigenaar herdoopt tot Handige Randy. Een periode die Shep wou gebruiken om alles in gereedheid te brengen voor de grote oversteek naar zijn magische Tweede Leven.

Eind 2004 is er van Sheps verlangen naar ‘het paradijs’ niets in huis gekomen. Hij werkt nog steeds tegen zijn zin bij Handige Randy en Glynis runt nog steeds haar kwakkelende bedrijfje. Het magische miljoen is inmiddels afgebrokkeld tot 700.000 dollar. Al die jaren heeft Glynis Sheps droom van het Tweede Leven met uitvluchten kunnen tegenhouden.

Maar in de laatste maand van 2004 neemt haar man een kloek besluit: hij bestelt vliegtickets naar Pemba, een tropisch eiland voor de kust van Tanzania. Sheps nieuwe leven zal eindelijk beginnen, desnoods zonder vrouw. Wanneer hij Glynis voor het blok zet – achterblijven of met hem vertrekken – vertelt ze hem dat ze aan een zeldzame, uiterst agressieve kanker lijdt. ‘Ik vrees dat ik jouw ziektekostenverzekering nodig heb’, voegt ze eraan toe.

Shep laadt zijn koffer uit, blijft bij zijn zieke vrouw en hervat zijn job. Hij leeft in de veronderstelling dat hij via Handige Randy over een min of meer fatsoenlijke ziekteverzekering beschikt. Dat valt lelijk tegen. Als de Knackers hun spaarpot moeten aanspreken, staat Shep voor een verscheurende keuze. Want hoeveel geld is het leven van de terminale Glynis hem nog waard?

De in Amerika geboren en deeltijds in Londen wonende Lionel Shriver won in 2005 de prestigieuze Orange Prize met haar brievenroman We moeten het even over Kevin hebben, over een vijftienjarige jongen die een bloedbad aanricht op school. Shriver lijkt een voorkeur te hebben voor loodzware thema’s; Dat was het dan vormt daarop geen uitzondering.

Toch is Shrivers nieuweling geen langgerekte jeremiade. Integendeel. Het is een intelligente, puntgaaf geschreven roman over werken, dromen, leven, ziek worden en sterven in het Amerika van vóór de (alweer op de helling staande) ziekteverzekering van Barack Obama. Dat was het dan laat op een beklijvende wijze zien hoe een levensbedreigende ziekte zelfs welgestelde Amerikanen tot de bedelstaf dreigt te brengen.

Glynis lijdt aan het zeldzame mesothelioom, een kanker die veroorzaakt wordt door asbest. De overlevingskansen zijn nihil. Shriver schrijft met kennis van zaken, want ze baseerde de lijdensweg van haar romanfiguur Glynis op die van haar beste vriendin Terri, een zilversmid die in 2005 gediagnosticeerd werd met mesothelioom.

Dat was het dan is geen vrolijk boek, maar het is ook geen tearjerker. Shriver hanteert een afstandelijke, soms ironische stijl en schetst zo een haarscherp, indringend portret van de Amerikaanse middenklasse met haar woedes, angsten en verlangens. Met Sheps vriend Jackson als prototype van de politiek bewuste maar zwaar gedesillusioneerde Amerikaanse stedeling. Jackson catalogiseert Amerikanen cynisch ‘in lui die volgens de regels spelen en lui die simpelweg met de regels spelen (of ze helemaal negeren)’.

In tegenstelling tot Vrijheid van Jonathan Franzen, dé hype van 2010, haalde Lionel Shriver met haar nieuweling wél de shortlist van de National Book Award, Amerika’s belangrijkste literaire prijs. Shrivers selectie was alvast terecht: Dat was het dan is minstens even goed als Franzens Vrijheid.

Jan Stevens

Partner Content