Tien jaar geleden ging het Portugese stadseiland Macau over in Chinese handen. Wat volgde, was een verregaande vasculaire ingreep.

Nauwelijks had de Chinese president Hu Jintao de terugreis naar Peking aangevat, of een duizendtal vreedzame betogers verzamelde op 20 december in het Iao Honpark aan de Areia Preta in Macau. Het was een symbolisch protest, veeleer bedoeld om de wereld te tonen dat Macau zijn eigen samenlevingsordening heeft kunnen bewaren dan als provocatie van de Chinese soevereiniteit. Opgezet spel dus. Er was protest tegen het uitblijven van sociale woningbouw, tegen de onuitroeibare corruptie, tegen de bedenkelijke vorm van democratie die de uitgaande chief executive, Edmund Ho, zoon van de beruchte gokbaas Stanley Ho Hung-sun, op Macau toepaste. Maar over het betwiste optreden van Hu Jintao op de klimaatconferentie in Kopenhagen, waar hij net vandaan kwam, geen gebenedijd woord.

Macau is Hongkong niet. Daar is een stevige democratiseringsbeweging ingeworteld, die geregeld het bestuur uitdaagt en onder druk zet, vooral bij de jaarlijkse herdenking van het bloedbad op het Tiananmenplein. Tot een half miljoen mensen uiten dan hun twijfels over de intenties van Peking. De recente veroordeling van activist Liu Xiaobo tot elf jaar opsluiting zal de gemoedsrust van de democraten niet ten goede komen. Maar ook Hongkong blijft voor alles een factorij, een zakenimperium, meer dan een politiek bedrijf. Macau, met maar één tiende van het inwonersaantal van Hongkong, een veel kleinere oppervlakte en geen andere levenslijn dan de opbrengsten van de gokindustrie (driekwart van de begroting komt uit speeltaksen), ligt vastgesmeed aan de ijzeren long van China. Langzaam maar zeker assimileert de Volksrepubliek de gewezen Portugese kolonie.

Bij de machtswissel tien jaar na de soepele overdracht van de Portugese soevereiniteit aan China, heeft Peking drie overbruggingen aangebracht die Macau nog afhankelijker maken van het moederland: nieuwe bouwplannen, politieke stroomlijning, en gecontroleerd casinokapitalisme.

Het nieuwe Las Vegas

Casino’s vormen sinds de legalisering in de jaren 1850 de financiële zuurstof van Macau. Tot 2001 genoot Stanley Ho 39 jaar lang het monopolie op de exploitatie. Eigenlijk lag de echte macht achter de gokindustrie bij de triades, de Chinese maffia (vooral 14K) die sterk geïnfiltreerd was door hoge militairen van het Volksleger. De opbrengst van de verhuur van kamers bracht meer op dan de directe winst aan de baccarat- of pokertafels. Geregeld greep Peking in om te hebzuchtige generaals in het gareel te krijgen. Nu zijn er zes grote spelers die het veld verdelen: Ho’s Sociedade de Jogos de Macau heeft nog altijd zijn vaste stek in de baken van de oude gokwijk, het klassieke hotel Lisboa. De entertainmentindustrie doet daar gouden zaken. Bij ons bezoek enkele jaren geleden stonden poetsvrouwen driftig de inkomhal schoon te maken. ‘Sorry, twee triadeleden zijn hier daarnet doodgeschoten. Onze veiligheidsdienst kwam net te laat.’

Vandaag hebben de bonzen van Las Vegas zwaar ingezet op Macau. Zodanig zelfs dat Macau in april 2007 Las Vegas inhaalde als gokparadijs. Zestien miljoen gokkers per jaar uit Zhuhai alleen, 10 miljard dollar die over de tafel schuift (en nog vaker eronder), het kon alleen omdat Peking deze lucratieve handel tot eigen voordeel aanwendt. De groten investeerden. Wynn Resorts, MGM Mirage, LVS, Galaxy, Melco/PBL… Nieuwe goktempels, in de meest waanzinnige stijlen, rezen uit de grond. Het Venetian Resort Hotel heeft de dogenstad volledig nagebouwd, met kanalen en al, met 3000 luxekamers, 800 speeltafels en chique winkels. De gokpaleizen waaieren uit naar de Cotaistrip, het op zee gewonnen land tussen de eilanden Taipa en Coloane. Maar opnieuw: het is Peking dat de toon zet. In de laatste drie kwartalen verloren de casino’s hopen geld. De reden? Peking geeft en neemt. China is goed voor de helft van de bezoekers aan de gokparadijzen, Hongkong voor een derde. Vorig jaar stelde China opnieuw een visumplicht in voor wie zijn geld wou verbrassen in Macau. De inkomsten daalden op slag met bijna 30 procent, mede ook door de wereldwijde ban-kencrisis die Hongkong trof. LVS ging ei zo na failliet en zette aandelen te koop op de Hang Sengbeurs in Hongkong. Die zijn intussen ingepikt door investeerders uit China zelf. Dit jaar wordt weer écht forse winst gemaakt.

Protest aan banden

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er van vrije politieke keuze voor het stadsbestuur geen sprake is. Dat is de tweede hartoverbrugging voor Macau. Als er in 1999 nog een Chinese vrijwilliger was om op te komen tegen Edmund Ho, Stanley Au, dan was de zaak nu zonder tegenspraak beklonken. In juni 2009 diende zich één kandidaat aan. Het parlement (dat toevallig 300 kandidaten zag voor 300 zitjes) stemde vrijwel unaniem in met de aanstelling van Fernando Chui Sai-on, een zakenman die onder Ho Sociale en Culturele Zaken onder zijn bevoegdheid had. De familie Chui behoort tot de oudste en invloedrijkste Pekinggetrouwe families van Macau. Chui beloofde voor de show dat hij de komende vijf jaar zal proberen de economie van Macau te spreiden, en ze dus minder afhankelijk te maken van gokinkomsten. IJdele hoop, want de traditionele nijverheid (textiel, schoenen, speelgoed) blijft krimpen. Toerisme is de enige sector die groeimogelijkheden biedt. Edmund Ho is erin geslaagd het bruto binnenlands product te verdrievoudigen, maar dat heeft alles te maken met de vastgoedprojecten die samenhangen met de uitbouw van de gokindustrie.

Uiteraard neemt ook het aantal toeristen toe. Portugal had er een erezaak van gemaakt het oude stadscentrum in zijn volle glorie te herstellen, en heeft dat voorbeeldig gedaan. Begin december prees de Unesco nog de manier waarop Macau zijn werelderfgoed bewaart, al dringt de VN-organisatie erop aan om de foeilelijke hoogbouw af te breken die een vrij uitzicht belemmert op de Leal Senado, het Guiafort, de Fortaleza do Monte, de vuurtoren en het gouverneursgebouw.

Maar dat is, zoals de voorgevel van de verdwenen Sint-Pauluskathedraal, puur façade. Het échte toerisme zit in de krochten van de casino’s. En de vergunningen ervoor. Eind 2006 brak een omkoopschandaal uit. Staatssecretaris voor Openbare Werken Ao Man Long bleek bij de 100 miljoen dollar aan steekpenningen in zijn zak te hebben gestoken, en trachtte zich te verschuilen achter Edmund Ho om die ‘vergoedingen’ te verantwoorden. Een nooit gezien straatprotest schudde Macau in 2007 door elkaar, vooral toen Ho probeerde de boze burgers af te kopen met wat aalmoezen. Een etterbuil brak open, want de plaatselijke bevolking nam het niet langer dat veel arbeidsplaatsen werden opgevuld met gastarbeiders uit Hongkong en China. Ook dat is te wijten aan de gokindustrie. Zij betaalt lonen uit die drie keer hoger liggen dan in de handnijverheid. En dat brengt het evenwicht op de arbeidsmarkt helemaal uit balans. Ho’s regeringsploeg drukte daarop in alle stilte het beruchte artikel 23 erdoor, dat aan de Basic Law is toegevoegd. Het legt alle protest aan banden en verscherpt het toezicht op de vrije verslaggeving. Het pad is geëffend voor een ongebonden vrije markt zonder politieke vrijheid.

Met 10.000 Chinezen

Peking probeert ten slotte ook op het terrein de toegezegde zelfstandigheid van Macau af te vlakken. Zoals Shenzen langzaam versmelt met Hongkong, wordt Macau meer en meer vastgeklonken aan het vasteland. Bij de viering van tien jaar Chinees Macau legde Hu Jintao de eerste steen voor een nieuwe universiteitscampus op het eilandje Hengqin. Straks worden daar 10.000 studenten opgeleid. In het Chinees, wat de officieel tweetalige status van Macau helemaal ondergraaft. Nu al zijn er zelden tolken voorhanden die bij conferenties of seminaries het Chinees kunnen omzetten in Portugees.

Maar ingrijpender nog is de ruimtelijke ordening. De gokwereld breidt zich uit over het hele grondgebied van Macau (nu opgespoten tot 30 vierkante kilometer), de groene long van Taipa verdwijnt snel. En half december werd een aanvang gemaakt met de aanleg van een kunstmatig eiland voor de Chinese havenstad Zhuhai. Het begin van de aanleg van de langste zesbaansbrug ter wereld, over de hele monding van de Parelrivier, van Macau via Zhuhai naar Hongkong. Over zes jaar, en een kleine 50 kilometer en 7,5 miljard euro verder, zijn beide schiereilanden voorgoed aan het infuus van het vasteland gelegd. De politieke gedachte achter deze letterlijke overbrugging is onmiskenbaar: de economische versmelting met het achterland bezegelen. Het lijkt erop dat Macau geen vijftig jaar nodig zal hebben om volledig geïntegreerd te raken in de Chinese samenleving.

DOOR LUKAS DE VOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content