De waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht wil in het duinengebied de Doornpanne een revolutionair waterwinningsprocédé toepassen. Maar er zijn ecologische en politieke risico’s.

Tussen Oostduinkerke en Koksijde-Bad, aan de voet van de Hoge Blekker, ligt de Doornpanne. 124 hectaren duin met in het midden bos, kruipwilgen, duindoorns en duingrasland. Het hele gebied is sinds de jaren dertig in handen van de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA), die het beheert als natuurwandelgebied.

In de vroege Middeleeuwen werd ook deze kuststrook beheerst door de getijden. Langs inhammen, slikken, schorren en geulen kon men zelfs tot in Veurne varen. Vanaf de 10de eeuw begon dit tijgebied te verzanden. Met de westenwind rukten de duinen op. En uit het zuiden kwamen de benedictijnen van de abdij Ter Duinen. Zij patroneerden zelfs nieuwe vissersdorpjes zoals Koksijde. Het woordje kok verwijst naar een bolle duin, yde naar een beschut strand. In de 13de eeuw zorgde de bouw van een nieuwe (tweede) abdij gedurende zo’n honderdvijftig jaar zelfs voor één van de grootste bouwterreinen in Vlaanderen: met de eerste bakstenen en de vroege gotiek.

Aan het eind van de 16de eeuw kregen de calvinistische troepen en het duin de bovenhand. Zowel Koksijde als de abdij Ter Duinen werden overstoven. In en rond de ruïnes probeerden de Nederlanders de Spaanse reconquista tevergeefs tegen te houden. De wind en de duinen hertekenden verder de kaart.

In de 18de eeuw werd de Doornpanne een duinvallei, waar vee graasde en poelen voor lafenis zorgden. Tot ook het toerisme de duinen ontdekte, Leopold II de kust zag “als een goudmijn die op ontginning wacht” en zijn Koninklijke Baan een urbanistisch en ecologisch verantwoorde ontwikkeling van de kust in het gedrang bracht. Meegesleurd door dezelfde vooruitgangslogica zocht ook de Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA) in de jaren dertig nieuwe grondwaterreserves in Koksijde, toen bekend als Coxyde.

In 1947 begon men met het oppompen van grondwater in de Doornpanne. Daardoor werd wel vermeden dat ook dit duinengebied door projectontwikkelaars verkwanseld werd. Maar het grondwaterpeil daalde, het duin verdroogde en tweederde van de grondwater-afhankelijke planten- en diersoorten verdween. Vandaag zijn de zoetwatervoorraden zodanig geslonken dat de IWVA van de nood een deugd moet maken. Wil ze het grondwater in de Doornpanne blijven oppompen, dan moet ze eerst water bijvullen. Omdat de IWVA, na de Vlaamse Gemeenschap en de Compagnie Het Zoute, de meeste duinen in ons land bezit, is haar verantwoordelijkheid des te groter.

DE KRINGLOOP SLUITEN

Het procédé dat de waterleidingsmaatschappij in de Doornpanne wil toepassen, klinkt eenvoudiger dan het is. De IWVA wil een deel van het in Wulpen biologisch gezuiverd rioolwater meteen bij het zuiveringsstation opvangen, en dus niet langer via de vaart Nieuwpoort-Duinkerke in zee laten vloeien. Het opgevangen water zal dan – na ultrafijne filtering – via een nog te leggen 2,5 kilometer lange leiding doorgestuwd worden naar de Doornpanne. Daar zal het gedemineraliseerde water uitlopen in een duinpan van zo’n 500 meter lang, gemiddeld 40 meter breed en 50 centimeter diep.

Naar Nederlands voorbeeld krijgt dit infiltratiepand zacht hellende en kronkelende oevers. Dergelijke waterplassen zijn al jaren te bewonderen in Meijendel, het duinenreservaat tussen Scheveningen en Wassenaar in handen van het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland. Dat infiltreert evenwel geen gezuiverd afvalwater maar water uit de afgedamde Maas. Na een verbijf van gemiddeld twee maanden in de plassen en de zandlagen van Meijendel wordt het terug opgepompt en als leidingwater gebruikt. Dit zal na een zestal weken ook gebeuren met het van te voren gezuiverde afvalwater uit de Doornpanne. Zo zal de IWVA volgens directeur-generaal Frans Vanlerberghe voor een wereldprimeur zorgen door voor het eerst de kringloop van riool- tot drinkwater te sluiten: nog voor het stedelijk waterbedrijf van San Diego in Californië met een soortgelijk project klaar is.

Sinds juni 1998 heeft de IWVA de vergunning om extra gezuiverd afvalwater in de Doornpanne te laten infiltreren. Sinds juli 1999 is er ook het relatief gunstige Milieu Effecten Rapport (MER) van de Universiteit Gent. Tegen eind november wordt de milieu- en bouwvergunning verwacht voor het behandelingsstation in Wulpen en nadien ook de vergunning voor de bouw van het pomp- en infiltratiestation in de Doornpanne. Behalve de 28 bestaande winputten komen er 84 nieuwe winputten bij. Wat niet weinig is in een duingebied van 124 hectaren.

Gepland wordt om vanaf 2001 jaarlijks 2,5 miljoen kubieke meter extra voorgezuiverd water in de Doornpanne te laten infiltreren en het – na hermineralisering in het duin – weer op te pompen. In de vergunning van 2 juni 1998 werd echter met toenmalig minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans (CVP) overeengekomen dat de IWVA, als tegenprestatie, de winning van haar natuurlijk grondwater zou afbouwen: 300.000 kubieke meter minder in de Doornpanne en 700.000 kubieke meter minder in de Krakeelduinen en in het Calmeynbos, aan de rand van het Westhoeknatuurreservaat in De Panne. Op basis van de huidige vergunning zou de IWVA haar totale grondwaterwinnning beperken tot 2,7 miljoen kubieke meter per jaar. Ook dit klinkt eenvoudiger dan het is. Temeer omdat vragen rijzen omtrent de referentiedatum en de externe controle op de gewonnen hoeveelheden.

Tien jaar geleden haalde de IWVA gemiddeld nog meer dan 2 miljoen kubieke meter uit de Westhoek, hoewel de vergunning slechts 1,7 miljoen kubieke meter toestond. Mede door de dreigende insijpeling van zoutwater werd de zoetwaterwinning in de Westhoek al afgebouwd met 600.000 kubieke meter (tot 1,4 miljoen kubieke meter) per jaar. Betekent de tegenprestatie van de IWVA dan dat zij, ten opzichte van de huidige toestand, in werkelijkheid slechts 100.000 kubieke meter minder zal oppompen? Of zal de IWVA zich houden aan de toegestane winning van 1 miljoen kubieke meter? Dan nog is dit maar 400.000 kubieke meter minder dan de huidige winning in de Westhoek. Al bij al kleine beloften om grootse plannen goedgekeurd te krijgen.

De IWVA wil immers in de Doornpanne niet alleen gezuiverd rioolwater uit Wulpen infiltreren. De maatschappij wil in de komende jaren in de Doornpanne ook het polderwater laten infiltreren dat zij in Avekapelle via een nog te graven kanaal van 2 kilometer lang en 10 meter breed zal opvangen, filteren en overpompen. En in dezelfde Doornpanne wil de IWVA ook nog een fossiele (Landeniaan) grondwaterlaag op meer dan 100 meter diepte aanboren.

TEGEN DE TIJD

Niettegenstaande hun geruststellende teksten blijken zelfs directeur-generaal Frans Vanlerberghe en hydrogeoloog Emmanuel Van Houte van de IWVA niet blind voor de imponderabilia en de risico’s van hun plannen.

Daarom moet het water dat in de Doornpanne zal worden geïnfiltreerd aan strengere dan de Nederlandse normen voldoen: “Zo wordt vermeden dat de duinen, die van nature voedselarme milieus zijn, zullen eutrofiëren door aanvoer van voedselrijk water. Beperking van het fosfaat- en zwevende stofgehalte verhindert bovendien afzetting van slib in het infiltratiepand. Het infiltratiewater zal, wat betreft de fysico-chemische parameters, voldoen aan de drinkwaternorm; mits uitzondering van het zoutgehalte en de nutriëntenbelasting waarvoor strengere normen gelden.”

Door de beperking van het zoutgehalte wil de IWVA vermijden dat het geïnfiltreerde water zouter is dan het aanwezige grondwater. Dergelijke delicate evenwichten moeten niet alleen nagestreefd worden bij de infiltratie in de Doornpanne van het afvalwater uit Wulpen, maar vooral bij de aanvoer van het water uit de Avekapellepolder. Deze zanderige rug tussen Avekapelle en Rousdamme is bovenaan met zoet en onderaan met zout water gevuld. De IWVA wil het insijpelende (zoete) oppervlaktewater, dat nu terecht komt in de Kromme Gracht en de Oude A-vaart, met een rij pompen opvangen, terwijl een andere rij het (zoute) grondwater oppompt. Zo wordt vermeden dat het zoute water stijgt, naarmate het zoete water opgezogen wordt. Het heet dat “het zoutgehalte van het oppervlaktewater in de Kromme Gracht en in de Oude A-vaart beter is in vergelijking met de andere polderwaterlopen (…) Het water is wel relatief belast met nutriënten en er blijken ook periodiek pesticiden voor te komen in het oppervlaktewater. Daarom zal het water grondig behandeld worden vooraleer het in de duinen kan worden geïnfiltreerd.”

Kortom dit wordt veel werk voor de IWVA. Zeker als de intercommunale intussen in de Doornpanne ook nog de afgesloten fossiele (Landeniaan) waterlaag op 100 à 150 meter diepte met drie boorputten en 300 meter leiding gaat aanboren. Volgens de IWVA geeft dit “geen nadelige ecologische effecten.” Nochtans mocht de IWVA al in mei 1993 van het Instituut voor Natuurbehoud vernemen dat “de aanleg van leidingen en boorputten echter wel een zware en permanente aanslag kan inhouden op de natuurwaarden van het gebied (…) Technisch is dit probleem waarschijnlijk oplosbaar, maar de gestelde voorwaarden moeten dan ook strikt en onder deskundige begeleiding worden opgevolgd.” Het Instituut voor Natuurbehoud vroeg verder nog of de winning van Landeniaanwater “wel noodzakelijkerwijze moet gelokaliseerd worden in een reeds sterk aangetast en zeer kwetsbaar natuurgebied. In principe is een dergelijke winning immers mogelijk op vele plaatsen waar voldoende ruimte ter beschikking is, bijvoorbeeld langs polderwegen.” Het is duidelijk dat de IWVA, ook bij het aanboren van deze fossiele waterlagen in de Doornpanne, kiest voor een praktische maar ecologisch minder gunstige oplossing.

Zowel in de Doornpanne als de Avekapellekreek zijn er overigens ingrijpende infrastructuurwerken gepland. Eerstdaags wordt het proefstation dat het afvalwater in Wulpen extra zuiverde, overgebracht naar de Rousdammestraat aan de Avekapellepolder. Daarlangs zal, over enkele jaren, over 2 kilometer en 50 meter breed het waterinname-kanaal gegraven worden: dienst- en fietspaden inbegrepen. Het hele project zal bijna 7 hectaren landbouwgrond innemen, die via de stad Veurne in handen kwam van de IWVA. De waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht wil nu eenmaal zo veel mogelijk (nu nog voor 65 procent) van zijn water op eigen terrein winnen. De IWVA wil vooral niet louter een distributiemaatschappij worden, die nog meer water bij binnenlandse concurrenten of in Noord-Frankrijk koopt.

Zolang het sinds 1994 door toenmalig minister van Leefmilieu Norbert De Batselier (SP) beloofde Drinkwatervoorzieningsplan voor de Kust uitblijft en de watermaatschappijen in het Vlaams Integraal Wateroverleg Comité eenieders verzelfstandiging, ja zelfs autarkie bepleiten, blijft grondwaterwinning in de duinen dus een bedrijfseconomisch rendabele maar maatschappelijk betwistbare oplossing. Met haar Doornpanneproject dreigt de IWVA de Vlaamse regering bovendien voor een fait accompli te plaatsen. Want als tegen 2005, bij het vervallen van de pompvergunningen van de IWVA, de Vlaamse overheid geen coherente visie op de drinkwatervoorziening ontwikkelt, zal de bedrijfslogica nog steeds de bovenhand halen op het gemeenschappelijk belang. De ecologische verdiensten van IWVA’s wereldprimeur ten spijt.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content