Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

PSV Eindhoven wordt voetbalkampioen van Nederland, zit in de finale van de beker, en speelt de halve finale van de Champions League tegen AC Milan. En meneer Frits is honderd geworden.

Frits Philips is vorige week honderd jaar geworden. Groot feest in Eindhoven, waar meneer Frits een hele dag van viering naar huldiging en terug werd gesleept. Een spe- ciale munt, een huldeboek, een Frits-gebak, en een treinhalte die zijn naam kreeg. Frits Philips is de zoon van Anton Philips. Die stichtte samen met zijn broer Gerard in 1891, toevallig ook het geboortejaar van Louis Tobback, de nu beroemde gloeilampenfabriek.

Frits leidde het bedrijf doorheen de oorlogsperiode, en was later in de jaren zestig de grote baas. Onder zijn bewind werd Philips een wereldbedrijf. ‘Dat gebeurde meer ondanks dan dankzij hem’, zo beweren gemene criticasters. Maar voor gemene criticasters is geen plaats in Knack, tenzij in de hogere functies.

‘Frits Philips’, verzekeren ons dan weer gewichtige economen, ‘was meer geïnteresseerd in technologische spielereien dan in bedrijfsbeheer’. En uit hun mond klinkt dat als een verwijt. Men zegt maar. Wij weten één ding: in de jaren zestig was er in Eindhoven ook een beroemde autofabriek. Van Doorne’s Auto Fabriek om ze niet te noemen. Beter bekend als DAF. Maar dát bedrijf is ondertussen allang opgegeten door de boze Wolvo. En nadien door British Leyland. Philips staat nog steeds overeind.

Met DAF werd trouwens vroeger al gelachen. De Variomatic! Voor oude grootmoeders en bejaarde pastoorkes met een hondje. André Van Duyn heeft er ooit een limericklied op gemaakt:

Twee nonnen uit Montevideo

Die ruilden hun Alfa Romeo

In voor een DAF

En rijden nu maf

In ’t promotieteam rond van de EO.

Laaa lalalalaaa la (bis)

Met de nv DAF Trucks wordt uiteraard minder gelachen. Een van de groten in Europa, in 1998 nog onderscheiden met de prestigieuze trofee van Truck of the Year. Dat was voor de 95XF, die men niet langer een camion kon noemen. Een kathedraal op wielen, dát was de 95XF. Maar Truck of the Year of niet, Eindhoven associeert men in de eerste plaats met Philips. En met PSV, de Philips Sport Vereniging, oorspronkelijk actief in negentien sporttakken. De voetbalclub werd opgericht in 1913, en het was de toen achtjarige Frits Philips die de aftrap van de eerste wedstrijd gaf.

Europacup voor Landskampioenen

De erelijst van PSV is inmiddels indrukwekkend. De voorbije dertig jaar zijn de Eindhovenaren voorgoed uit de schaduw van de grote twee, Ajax en Feyenoord, geklommen. Achttien keer kampioen van Nederland, zeven en straks misschien acht keer bekerwinnaar, twee en straks misschien drie Europacups. In ’78 was dat ‘slechts’ de Uefacup, na een finale tegen het Corsicaanse SC Bastia. Tien jaar later stak Eric Gerets in Stuttgart de Europacup voor Landskampioenen omhoog, na winst met de strafschoppen tegen Benfica. Dat seizoen won PSV trouwens the Trebble, die ook nu nog tot de mogelijkheden behoort: Europacup, landstitel, en nationale beker.

Guus Hiddink was ook toen, net als nu, trainer. Het woord ‘succescoach’ is niet overdreven: met PSV dit jaar voor de vijfde keer kampioen, hij kan zijn vierde Nederlandse beker en zijn derde Europacup winnen, hij werd zowel met Nederland als met Zuid-Korea vierde op de wereldbeker, won met Real Madrid de wereldbeker voor clubs, en trainde ook Valencia, Betis Sevilla en Fenerbahçe.

PSV dankt zijn bloei aan een paar sterke bestuurders uit het verleden: de managers Ben Van Gelder en Kees Ploegsma, en de voorzitters Jacques Ruts en Harry Van Raaij. De club kan bogen op een goede organisatie en een solide financiële structuur. Er is de inbreng van Philips, dat indien nodig de exploitatietekorten aanzuivert. Daarnaast worden heel wat inkomsten gebeurd uit het multifunctionele stadion, een verbeterde versie van dat van Anderlecht. En vooral is er de verkoop van als veelbelovende talenten aangekochte spelers, die bij PSV tot dure wereldtoppers uitgroeien. Romario en Ronaldo zijn de beste twee voorbeelden, allebei voor fortuinen aan Barcelona verpatst. Eerder was er Ruud Gullit, die naar AC Milan verkaste. En recenter Ruud Van Nistelrooy, die voor een bedrag tussen de dertig en de veertig miljoen euro naar Manchester United trok. Ronaldo en Van Nistelrooy vormden in de spits van PSV beiden een ‘koningskoppel’ met Luc Nilis.

‘Een sportieve stommiteit’, riepen alle kenners toen Gullit werd verkocht. Een jaar later, zonder Gullit, won PSV Europacup I. Ook dit seizoen lijkt het vertrek van een paar toppers de ploeg enkel sterker te hebben gemaakt. Nochtans werd de volledige voorlijn van de hand gedaan, en die bestond uit spitsen van wereldklasse. Arjen Robben en Mateja Kezman verhuisden naar Chelsea, Dennis Rommedahl naar Charlton Athletic.

Zo’n sportieve aderlating overleeft geen enkele club, maar PSV wel. Het haalde Philippe Cocu terug uit Barcelona, schuimde nog maar eens met succes de Zuid-Amerikaanse markt af, en had eerder al twee gratis Koreanen aangetrokken: Lee en Park. Neem twee willekeurige Koreanen, en de kans dat ze Lee en Park heten is honderd procent. De goede contacten van Guus Hiddink, heilig in Zuid-Korea sinds hij het land naar de halve finale van de wereldbeker leidde, zijn niet vreemd aan de komst van die twee.

Rekrutering en financiering

Met zijn budget van 55 miljoen euro behoort PSV niet tot de top-50 van Europa. Ter vergelijking: Anderlecht haalt niet eens de helft van PSV, Brugge en Genk niet eens een derde. Dat het sportief toch zijn voet naast de groten kan zetten, komt door zijn voortreffelijke scoutingapparaat dat over de hele wereld rekruteert, en de jongste jaren werd aangevuld met het privé-netwerk van Hiddink. Onder Guus werd om en bij de tien miljoen euro uitgegeven voor nieuwe spelers, maar alleen al de Champions-League-inkomsten zouden het dubbele moeten opleveren. En in het tussenseizoen vallen weer gouden zaken te doen op de transfermarkt. Nadeel daarvan is een nieuwe leegloop, maar dat is voor een ‘kleinere’ club de tol van Europees succes. Het overkwam vorig seizoen ook FC Porto, ondanks een nóg kleiner budget dan PSV toch Champions-Leaguewinnaar. Ook Porto had overigens een succescoach: José Mourinho.

‘Vroeger werkten ze in Eindhoven met een investeringsfonds’, vertelt Marc Degryse, sportleider van Club Brugge en ex-PSV’er. ‘Dat bestond uit drie of vier grote sponsors die geld inbrachten om spelers te kopen. Het gevaar van dat systeem is dat men afhankelijk wordt van te weinig mensen. Als die hun geld terug willen, heb je problemen. Ze hebben die sponsors uitbetaald met de verkoop van Robben en Kezman, en nu werken ze aan een andere formule. Ze maken een beleggingsfonds waarop je kunt intekenen voor een bedrag tussen 25.000 en de 500.000 euro. Zo willen ze 15 tot 20 miljoen euro bij elkaar halen. Vergelijk het met een high-risk aandelenfonds op de beurs. De belegger weet welk risico hij loopt. In dat concept heb je niet vier, maar een stuk of veertig investeerders. Als er dan één zijn centen opeist, stort niet het hele fonds in elkaar.

‘Met dat geld en hun scoutingapparaat bouwen ze hun ploeg. In Zuid-Amerika hebben ze een vijftal full- timescouts, en ze hebben wereldwijd contacten via de vestigingen van Philips en Nike. De scouts pikken er bijvoorbeeld in Brazilië de beste jongeren uit. Dat is niet zo moeilijk, maar je moet ze ook kunnen betalen, en ze kunnen overtuigen om naar jouw club te komen. PSV durft zwaar doorbieden, en elke jonge Braziliaan weet dat Romario en Ronaldo, echte goden in Brazilië, hun weg hebben gemaakt via Eindhoven. Dat is een overtuigend argument. Hét grote talent op dit moment is Ro-binho van Santos. Voor hem worden bedragen van 15 miljoen euro geboden, evenveel als het totale budget van Club Brugge. Maar het beste is als je minder bekend talent kunt ontdekken, zoals uit hun huidige team verdediger Alex. Als die jongens doorbreken, worden ze met enorme winst verkocht. Maar verkijk u daar niet op: PSV heeft ook heel wat Zuid-Amerikanen aangetrokken die het niet gemaakt hebben. En door hun manier van werken blokkeren ze hun eigen jeugd. Van de huidige A-spelers komen alleen Wilfred Bouma en Jurgen Colin uit de clubopleiding. PSV komt veel jonge Belgen weghalen, ik denk dat ze er momenteel een stuk of dertig hebben, maar ook van hen breken er nauwelijks door. Bij Ajax krijgt de jeugd meer en betere kansen.’

Koen Meulenaere

‘Solide financiën, schitterende scouting, en Guus.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content