Kunstenfestival: Muur, LOD/Beursschouwburg

Meer dan een uur in de avondlijke kou rond een ronde muur sjokken met een koptelefoon op? Je moet goed zot zijn van het theater van Inne Goris. Gelukkig zijn we dat ook.

ANOTHER BRICK IN THE WALL

Ken je die grap van die vier vogeltjes? Met ‘Muur’ (***1/2) brengt theatermaakster Inne Goris een intrigerende locatievoorstelling, waar flarden tekst van Pieter De Buysser en de muziek van Dominique Pauwels eerder lijken boven te zweven dan zich te vermengen. Het vreemde is: dat werkt nog ook.

In 2064 komen vier kinderen aan bij dé Muur, een grote ronde muur die 54 jaar eerder werd opgetrokken door vier andere kinderen nadat die de festiviteiten ter ere van de val van de Berlijnse muur hadden bijgewoond. Die vier bouwden toen een muur, niet als afscherming maar als uitnodiging. Ze bleven er wonen en heel de wereld hoorde over de muur, vele mensen kwamen van heinde en verre kijken, deden er hun verhaal en vertrokken weer. Maar de vier kinderen die nu aankomen, willen blijven.

Het zou theatermaakster Inne Goris niet zijn, moesten we dit verhaaltje gewoon voorgeschoteld krijgen, bij ‘Muur’ krijg je vooral beeld, en flarden tekst, terloopse zinnen die waaien over deze stille film in niemandsland. Want daar heeft de plek waar ‘Muur’ staat, veel van weg. Op de fabrieksterreinen van Tour & Taxis in de verte zie je Brussel en haar hoge kantoorgebouwen. Op een kaalgeslagen terrein, half aarde-half stenen, waar geen gras groeien kan, staat ze: dé Muur. En je hart maakt bijna een sprongetje wanneer je erop toe loopt, omdat die muur zo concreet gemaakt is en je er letterlijk naar uitziet. Omdat je als publiek niet alleen toeschouwer bent van het verhaal, maar meteen deel ervan uitmaakt: je wordt zelf één van die vele pelgrims die rond de muur cirkelen om die toch maar even aan te raken als was het de Zwarte Steen van Mekka.

Pieter De Buysser schreef het verhaal in opdracht van het Goetheinstituut die twintig auteurs uitnodigde om naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de val van de Berlijnse muur een tekst te maken. De Buysser schreef er maar liefst twee: een essay (‘Metselvariaties voor beginners’) en dit vreemde sprookje waar Goris duchtig op inhakte tot enkel schroot overbleef om deze ‘Muur’ te schragen. Dat geeft een vreemde twist aan deze voorstelling: De Buyssers van betekenis gezwollen, hermetische taal vol filosofische en politieke implicaties (een woord als transkapitalisme komt wel eens voorbij) verwordt hier tot een enkele dialogen, tussen kinderen en volwassenen.

Goris spreekt dan ook het liefst in beelden. In die zin doet ‘Muur’ denken aan de woordeloze voorstelling ‘Braakland’ van Lotte van den Berg. Ook die voorstelling speelde op een braakliggend terrein – weliswaar niet rond een muur, maar rond een put – en vertelde eveneens het verhaal van een gesloten gemeenschap en een indringer. Wat daar interessant aan was – we zagen die voorstelling op een strand op de Waddeneilanden – was net het niet: het bijna niet zien – er werd veraf gespeeld, de acteurs als poppetjes van nauwelijks twee centimeter groot – , je hoorde niets – behalve het gieren van de wind.

‘Muur’ is meer multimedia: door de koptelefoons hoor je de muziek en de woorden dichtbij, en ook al wandel je vrij rond en wordt je blik dus niet gestuurd, je totaalervaring wordt dat wel.

Als publiek loop je bij ‘Muur’ tussen de acht amateurspelers (vier senioren en vier kinderen/jongeren). Je ziet een vrouw planten verpotten, een andere zit aan haar keukentafeltje, bij de slapende oude man ligt een stationsromannetje en Zweedse puzzels, de ander maakt een wandeling. Het lijkt bijna een vredig huiselijk tafereel. Maar de muziek van Dominique Pauwels (huiscomponist bij muziektheater LOD) klinkt onheilspellend.

Plots klinkt vanuit de verte het gejoel van de kinderen. Ze komen op de muur afgestormd, spelen spelletjes met de oude mensen bij wie ze komen ‘logeren’. Bij Goris zijn kinderen nooit de onschuld zelve (denk maar aan haar eerdere productie ‘Naar Medeia’). “Mijn dagen waren goed gevuld en tegelijk leeg, ik had alles en tegelijk niks.” zegt één van hen. Dit zijn verwende kinderen die spreken en met hen de Westerse mens op zoek naar zingeving. Het onbegrip van de jongeren over de bestaansreden van de muur, wordt meteen duidelijk wanneer ze met de ouderen een tikkerspelletje ‘voorloper’ spelen.

Oude man: “Dit is het spel van de voorloper die de tijd en de geschiedenis voorbijsteekt.” Jongere: “Ja maar, wat is de prijs die je wint?” Oudere man: “Dat je geen prijs nodig hebt.”

Tussen de acht figuren dwaalt als een soort mythische figuur de appelblauwzeegroene vrouw (zangeres Lieselot De Wilde) wier hoge klanken onaards klinken, maar geleidelijk aan blijkt het een zwanenzang, wanneer harde gitaren en distortion binnenbeuken. En we moeten denken aan Pink Floyds ‘Another Brick in the Wall’ waarin kinderen zingen: “We don’t need no education, we don’t need nog thought controll.” De jongeren willen de muur innemen, want de ouderen worden oud en de muur mag niet verloren gaan. De ouderen benadrukken dat muur slechts is wat het is, een dikke grote nul. Maar voor de kinderen is het een monument, deze ground zero.

Het mooiste beeld is wellicht dat van de plastieken krukjes die mensen konden meenemen om tijdens de voorstelling eventueel op te zitten. Aan het slot blijven die krukjes achter rond de muur, als stille getuigen van een plek, die een pelgrimsoord werd tegen wil en dank. En als je dan terug je koptelefoon gaat inleveren in ruil voor je identiteitskaart (die je als onderpand gaf) denk je bij jezelf: dit is wat die kinderen van de muur zullen maken, een attractie.

In vergelijking met Goris vorige voorstelling ‘Nachtevening’ waar Jason en Medeia na haar vreselijke moorddaad hun relatie nog een kans geven, is deze ‘Muur’ donkerder: ze doet geloven in goede bedoelingen, maar ook in een slechte afloop. Op een vreemd manier zit deze voorstelling dicht tegen de realiteit, hoe onwerkelijk dit verhaal ook: is het door het effectieve zijn van die muur, de effectieve clash tussen generaties (vier oude en vier jonge amateursacteurs) of De Buysser die met zijn tekst weigerde een monument te bezingen? Ken je die grap van die vier vogeltjes? Ze zongen voor niks. Het zijn die vier oude vogels die het onderspit delven in ‘Muur’. Want achter de schoonheid van elk monument, schuilt ook het gevaar: dat er plots wordt gezongen voor iets. Met de hand op de borst.

Door Liv Laveyne

Nog tot en met 20 mei op het Kunstenfestivaldesarts, Brussel. Daarna op locatie in Gent en in Douai, Frankrijk. www.lod.be; www.kfda.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content