Koningin Elisabeth van Georgië (* * * *1/2)

Hoog bezoek in Bozar: het beste kamerorkest ter wereld, de vioolkoningin van Georgië en een gevolg orthodoxe popes.

Gehoord op 16/4 in Bozar Brussel: Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Sakari Oramo. M.m.v. Lisa Batiashvili (viool) in werk van Ligeti, Prokofiev, Saint-Saëns en Schumann.

Good evening Georgië! Je kon er niet naast kijken: drie orthodoxe popes hadden plaatsgenomen op de parterre van de Henry Le Boeufzaal. Zij kwamen ook luisteren naar ‘hun’ onvolprezen vioolkoningin van Georgië, Lisa Batiashvili (33) en het Chamber Orchestra of Europe met zijn vijftien nationaliteiten. Het was geen Europees gebeuren, het was een internationale bijeenkomst die de zegen van de popes verdiende.


De Finse dirigent Sakari Oramo had bovendien een heel knap programma samengesteld: zijn “lievelingsstukken”, zo liet hij de dag voordien weten op de radio. En “niet zo internationaal bedoeld als het wel lijkt”. Maar het was wel degelijk zo: een Hongaars, Russisch, Frans, Duits en Fins stuk volgden elkaar op, een origineel en wervend programma, voor een zeldzaam geconcentreerd publiek.


Alles voor de pauze was fascinerend, levendig en contrastrijk. Concert Românesc (1952) van György Ligeti als opener was een sublieme teaser. Het stuk begint met een mysterieuze, lang aangehouden toon in het orkest: allen unisono en loepzuiver (op de eerste hoornist na). Dan start als in een lichtflits een kleurrijk Bartokiaans orgietje, met hamerende, speelse volksritmes en puntig aangefloten piccolootjes. Groot contrast vervolgens met een ragfijn spinsel van kleuren waar je mond van openvalt, en tot slot een virtuoos zigeunerorkest waar de piepjonge eerste violiste eventjes totaal uit de bol mag gaan. Het Chamber Orchestra of Europe (COE) maakt met dit soort opener een statement: wij kunnen dit, luister maar ‘ns.


Deze kwaliteit heeft te maken met de werkwijze van het CEO en de auditionering van de leden. Het jonge orkest, in 1981 door Claudio Abbado opgericht, komt slechts enkele keren per jaar samen en werkt projectmatig met een topdirigent (type Haroncourt, Haitink…). Via audities worden de beste musici ter wereld geselecteerd. Ze zijn stuk voor stuk zelf solist, pedagoog of kamermusicus op topniveau.

Ook in het vroeg twintigste eeuwse Viooloncerto nr.1 in D op.19 van Sergej Prokofiev schittert het orkest waar mindere orkesten weleens durven te falen: inzetten, solo’s, ritmische precisie. De solopartij blijkt een kolfje naar de hand van Lisa Batiashvili. Zij is volgens het gezaghebbende Britse muziektijdschrift Gramophone “mogelijk de meest begenadigde jonge violiste van het moment”. Voor mij is dat nog altijd Julia Fischer, maar de Georgische komt dicht in de buurt als ze Prokofiev laat horen. Ik noteerde een opvallend strakke en beheerste toon, grote sensualiteit, feilloos aanvoelen en spontaan en virtuoos aankunnen van snelle ritmes, een grote zorg voor een mooi dynamisch reliëf. Enfin, Gramophone heeft gelijk. In het briljante karakterstuk Introduction et Rondo Capriccioso (1863) van Camille Saint-Saëns valt op hoe geconcentreerd ze soms de handbewegingen van dirigent Oramo volgt en waar ze staat: naast de dirigent en binnen de halve cirkel van het orkest. Ook empathisch vermogen bepaalt of een solist de middenmoot der violisten overstijgt. Muziek maken doe je tenslotte niet alleen.


Na de pauze is het uitbollen na de pret. De Symfonie nr.3 van Schumann komt als een snorrende kachel op gang en het COE laat zien dat het ook kan klinken als grote broer, het symfonisch orkest. De vijfdelige symfonie uit 1850 is een massief werk met de natuur, De Rijn en zijn oevers – de Dom van Keulen inbegrepen – als inspiratiebron. Het padvindersgevoel komt boven: het marsachtige, de kabbelende melodieën, de pom-pom-pauken, de gulle, bij wijlen ietwat naïeve volksdeuntjes…. Het is niet mijn favoriete muziek, maar het is wel de beste uitvoering die ik ooit hoorde.


In het bisnummer hebben we datzelfde statement als na het stuk van Ligeti. De muisstille, fluisterende, desolate Scene met kraaien, toneelmuziek van Jean Sibelius, klinkt als het zachtst denkbare fluweel. Sakari Oramo weet dat hij zijn orkest zeldzame sferen en kleuren kan ontfutselen. Hij staat dan ook voor het beste kamerorkest ter wereld.


Greet Van ’t veld

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content