Na een seizoen zonder veel kansen bij het Turkse Gençlerbirligi mikt Joachim Mununga weer op speelplezier bij Beerschot. Sport/Voetbalmagazine had een uitgebreid gesprek met de Congolese international.
Zo legt Joachim Mununga (23) onder meer uit waarom hij nu voor Beerschot koos: “Marc Brys heeft mij vaak gebeld en we hebben het ook wel over Al-Faisaly gehad, maar ik had er vooral behoefte aan om terug te keren naar België en opnieuw dichter bij mijn familie te zijn, net als mijn verloofde.”
“Om mij opnieuw te lanceren is Beerschot het ideale kader. Ik heb met Chris Van Puyvelde en Adrie Koster gepraat en ik had zin om mee te gaan in hun avontuur.”
“Zoals Koster tegen mij over voetbal praatte, doet hij mij een beetje aan Marc Brys denken: heel kalm. Al is de echte Marc Brys iemand die heel erg kan lachen als hij onder de spelers is. Een andere stijl dan Peter Maes, die mij met zijn rechtuit-zijn ook goed lag. Ik heb het geluk gehad dat ik in mijn carrière alleen maar goede coaches ben tegengekomen, zoals Philippe Saint-Jean, die mij bij Tubeke en Moeskroen ook als mens heeft laten groeien.”
Liever geen Capa
Alleen met Fuat Capa bij Gençlerbirligi klikte het niet, erkent Mununga: “Ik heb geen zin om er veel over te zeggen, maar ik kan wel zeggen dat ik geleerd heb dat voetbal soms ook business is. Maar waarom zou ik een trainer die in België alleen in lagere afdelingen heeft getraind extra publiciteit bezorgen?”
“Ik dacht dat ik meer gespeeld zou hebben bij Gençlerbirligi en dat verdiende ik ook. Misschien had ik af en toe mijn fierheid overboord moeten gooien en ook eens de trainer naar de mond moeten praten. Maar het is een levenservaring. Ik wens Capa een mooie carrière, maar ik wou niet meer onder hem werken.”
“Ik hou wel een goede herinnering over aan het leven ginder, het is een mooie ervaring geweest. Ik zat al tweeëneenhalf jaar bij KV Mechelen als titularis, ik ben opgeroepen voor de Kirin Cup met de Rode Duivels, ik ben kapitein geworden bij Malinwa, dus ik had het gevoel dat ik het allemaal gezien had. Ik was toe aan een buitenlandse ervaring. En, daar doe ik niet flauw over: het was financieel ook interessant.” (RDG)
