Met de nieuwe dienstenbanen, waarvoor de regering een gammel communautair akkoord in elkaar heeft gepuzzeld, gaat een ‘grootschalig sociaal experiment’ van start. Althans, zo kraait minister van Werk Frank Vandenbroucke (SP.A). Weinigen geloven hem deze keer.

Origineel is het wel. De regering stuurt 25.000 vrouwen en mannen in overheidsdienst naar de betere inkomensgezinnen – het zijn de tweeverdieners die een beroep doen op huishoudhulp. De schoonmaaksters hebben geen ambtenarenstatuut natuurlijk, maar als de overheid driekwart van hun loonkosten betaalt, staan ze wel op de publieke loonlijst. Het mag Paars wat kosten, want die 25.000 banen vormen de harde kern van de werkgelegenheidsbelofte van de regering. Let wel, het gaat om koppen, niet om voltijdse banen. De dienstenwerkers presteren tussen vier en twintig uur per week. Als de regering later zichzelf feliciteert dat het volledig contingent dienstenbanen tot stand is gekomen, zijn er om en rond de 10.000 nieuwe banen gecreëerd. Het is het soort Poldermodel-rekenen waarin Nederland zo bedreven is. Een hamburgerjob van enkele uren is ook een baan en vooral een werkloze minder. De Brusselse Wetstraat is jaloers op de Hollandse rekenkunde.

Vlaanderen kan het moeilijk verteren dat Wallonië zo tegendraads deed over de dienstenbanen. De Walen willen geen gesubsidieerde klusjesbanen, maar echte jobs. Aftands socialisme? Misschien, maar enige achterdocht over de arbeidsflexibiliteit die schoonmaakbedrijven en uitzendbureaus hanteren, is niet misplaatst. Uitzendbureaus hebben al lang het gat in de wet ontdekt waardoor ze hun uitzendkrachten met weekcontracten in dienst kunnen nemen. De arbeidshorizon van een uitzendkracht loopt over één week. Elke vrijdagavond is het afwachten of hij of zij aan de slag kan blijven dan wel opnieuw als werkloze het weekeind instapt.

Uitzendbureaus maken zelfs meer en meer gebruik van dagcontracten. De kennismaatschappij kent inderdaad een groeiend legertje dagloners. Uitzendbureaus beweren dat zij maar al te graag uitzendkrachten in vaste dienst zouden nemen, maar dat wettelijk (nog) niet kunnen. Inderdaad, maar dat slaat enkel op hooggekwalificeerde uitzendkrachten – voor jobs die bij de ondernemingen in kwestie eigenlijk vaste jobs zijn, maar om financiële of fiscale redenen als uitzendbanen worden gecamoufleerd.

De dienstenwerkers hebben redenen om aan hun experimentele arbeidsstatuut te twijfelen. Na drie maanden (zwartwerkers) of zes maanden (werkzoekenden) moeten zij een contract krijgen voor onbepaalde duur. Maar ze kunnen evengoed door tijdelijke nieuwelingen vervangen worden. De schoonmaakbedrijven en uitzendbureaus zijn hun rekeningen aan het maken. Voorlopig zijn ze niet uitzinnig enthousiast over de sociale bescherming die hen wordt opgedrongen.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content