Klassiek: Gezang van een compagnon (* * * 1/2)

Dietrich Henschel als compagnon de route van Oxalys. Een gedroomde combinatie in Mahler.

Gezang van een compagnon (* * * oe)

Gustav Mahler Liedfestival “Mahler Puur”. Oxalys & Dietrich Henschel (bariton) in CC Hasselt op 5 april in werk van Mahler, Reger en Zemlinsky.

De grote zaal van CC Hasselt oogde desolaat, met slechts een 120-tal toehoorders… Zou lied, meer dan symfonische muziek, mensen afschrikken? Na rondvraag bleek dat inderdaad zo te zijn, maar het waarom bleef een raadsel… Hasselt kreeg nochtans hoog bezoek. Want kan je voor Mahler in kamermuziekbezetting iets beters bedenken dan het alom geprezen Oxalys ensemble uit Brussel, gespecialiseerd in de Mahler-transcripties van Schönberg, en een geschiktere compagnon de route dan de wereldberoemde Duitse bariton Dietrich Henschel?

Laat ons beginnen bij het ensemble Oxalys. Het heeft zijn naam niet gestolen. Oxalys IS een geluksplantje. Het bloeit al sinds 1993 en maakt er een soort sport van om steeds met de boeiendste programma’s te komen opdagen. De specifieke en zeldzame bezetting van Oxalys (een strijkkwintet uitgebreid met fluit en klarinet, soms harp) lokt dat natuurlijk al uit, maar ook de periode uit de muziekgeschiedenis die Oxalys bespeelt, de Belle epoque (1870 – 1930), is een troef. Veel repertoire uit die “mooie periode” ontgaat ons… Neem nu de Romantische Suite van Max Reger, of Zwei Sätze für Streichquintett van Alexander Zemlinsky én diens liederen op tekst van Maurice Maeterlinck. Naast de bekende Lieder eines fahrenden Gesellen van Mahler staan deze stukken beeldig.

Voor al dit fraais was Oxalys extra sportief uitgerust met een harmonium, een piano (vierhandig in Reger!), een tweede altviool en een triangel (cruciaal in Mahler!). Het was de avontuurlijke Arnold Schönberg, leerling van Zemlinsky in Wenen, die verantwoordelijk was voor gereduceerde orkestbezettingen van Mahler en tijdgenoten. Schönberg had zijn Wiener Verein für musikalische Privataufführungen opgericht om moderne componisten te promoten. En om niet altijd op geldverslindende orkesten te hoeven rekenen, had hij zelf gezorgd voor bewerkingen van grote orkestwerken voor kleinere ensembles. Ziedaar de hele kleurrijke opzet van dit tweede concert op het Gustav Mahler Liedfestival “Mahler puur”.

Max Regers Suite voor orkest Op.125 “Eine romantische Suite” is zo’n arrangement van Schönberg. Het bezonken eerste deel doet denken aan de bevreemdende Verklärte Nacht van Schoenberg zelf. Dezelfde donkere kleuren, dezelfde dromerige, vaak onheilspellende sfeer. Je hoort hier een zoekende Reger, die net zoals de jonge Schönberg en de oudere Mahler de grenzen van de tonaliteit aftast en radeloos op zoek is naar vorm, naar zekerheid. Maar rond de eeuwwisseling leek niets nog zeker. Alles leek af te glijden, terwijl er net iets nieuws ontlook. Die laatste stuiptrekking van de romantiek hoor je in de tremolo’s die eindeloos, dwaas bijna, terugkeren in het 3e deel, en in de melodieën die nog slechts snippers zijn. In het zorgeloze middendeel hing de sfeer van het strijkorkestje op de zinkende Titanic. Heel dubbel allemaal, prachtig begrepen en intens gespeeld door Oxalys.

En toen kwam de tovenaar. Dietrich Henschel belichaamt het noodlot en de vertwijfeling. De grens tussen vertellen, zingen en mimespelen tekent hij heel dun. Zemlinsky’s liederen op tekst van Maeterlinck, Die Mädchen mit den verbundenen Augen en Und kehrt er einst heim, zijn zo breekbaar. Ze gingen door merg en been. Hetzelfde had ik graag gezegd over Zemlinsky’s Zwei Sätze für Streichquintett na de pauze, maar de vijf strijkers (2 violen, 2 altviolen en cello) vonden niet de juiste klankbalans in de toch evenwichtig uitgewerkte partituur. De anders zo sierlijke en vurige eerste violiste Shirly Laub ging als een soliste tekeer en niet eens helemaal toonvast. De anderen leken zich te schikken, terwijl de cello gerust wat meer contouren had mogen benadrukken. Het tweede deel ging zelfs liefdeloos en onafgewerkt klinken. Helemaal on-Oxalys!

Toen kwam de tovenaar weer. Dietrich Henschel bracht in Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen een soort verstomming teweeg, bij het publiek en ook bij de begeleidende leden van Oxalys. Er was ontroering in de groep, en dat zie je niet iedere dag. Henschels geheim is niet alleen van technische aard – hij kan binnensmonds allerlei gewrichtjes in werking stellen die de klank meesterlijk sturen en temperen. Zijn geheim is bovendien van filosofische aard. Hij slaagt erin minuten voordien een beladen woord als Traum te “voor-spellen”. Hij prevelt, neuriet en kauwt er letterlijk naartoe. Er zijn weinige zangers op de wereld die de essentie van het lied zo intimistisch weten te benaderen als hij. Wat mij betreft steekt hij zijn leraar Dietrich Fischer-Dieskau daarmee beslist naar de kroon.

Greet Van ’t veld

Het Gustav Mahler Liedfestival in CC Hasselt loopt nog tot 11 april.

www.ccha.be

www.oxalys.be

www.dietrichhenschel.de

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content