Albert Verweys grafsteen ligt er weer keurig bij

Na een impuls van de Koninklijke Boekverkopersbond worden Nederlandse schrijversgraven hersteld: dichter Albert Verwey was als eerste aan de beurt.

Een keurig opgepoetste steen, alsof hij gloednieuw is neergelegd, en toch verweerd: met opgevulde barsten en moeilijk leesbare letters. Zo ligt het gerestaureerde graf van Albert Verwey er tegenwoordig, 74 jaar na zijn dood, bij op de Algemene Begraafplaats in het duindorp Noordwijk. De drie brokstukken zijn aan elkaar gelijmd, het mos is van de naam van de dichter geschraapt. Het schoongespoten fragment uit ‘De gerichte wil’ is – met enige moeite – weer te lezen.

Tijdens een toepasselijk winderige herfstmiddag werd het herstelde graf, waar ook vrouw Kitty en dochter Martha liggen, gepresenteerd in het bijzijn van Verweys nabestaanden. Zijn kleinzoon Jacobus Verwey droeg het volledige ‘De gerichte wil’ voor, een gedicht waarin Verwey zich voorstelt hoe zijn dierbaren rond zijn graf staan. Journalist Onno Blom, die aan een boek werkt over 21 schrijversgraven, hield een lezing over Verwey. En alle aanwezigen legden een roos op het graf.

Daarmee was het programma van de plechtige presentatie voller dan van de begrafenis op 11 maart 1937, vertelde Blom. De kist met het lichaam van Verwey werd van zijn woning Villa Nova, achthonderd meter verder, in de dooiende sneeuw naar de begraafplaats gebracht, waar het in stilte in het gat werd gelegd. Op verzoek van de weduwe waren er geen toespraken, alle aanwezige familie en kunstenaarsvrienden wierpen slechts een paar bloemen in het graf.

De restauratie is gefinancierd door het fonds Perzik van Onsterfelijkheid. Dit fonds is in 2007 opgericht door de Koninklijke Boekverkopersbond bij het honderdjarig bestaan. Directeur Ari Doeser – gisteren door ziekte zelf afwezig – vond dat schrijversgraven behouden moesten blijven als bedevaartsoorden. Door een graf te bezoeken kun je de schrijver danken voor wat het werk voor je heeft betekend. Maar te veel graven, vooral van negentiende-eeuwse schrijvers, liggen er slecht bij. Of zijn zelfs geruimd, zoals die van Theo Thijssen en Anna Blaman.

De Koninklijke Boekverkopersbond zamelde 75.000 euro in. Door een fonds op naam in te stellen bij het Prins Bernhard Cultuurfonds werd dat bedrag verdubbeld. Het fonds kreeg de naam van Jan Wolkers’ roman uit 1980. Een commissie inventariseerde daarop welke graven het dringendst moesten worden hersteld. Tot grote vreugde van Jacobus Verwey kwam zijn opa als eerste aan de beurt. Al tien jaar had hij vruchteloos steun gezocht bij gemeente en rijksoverheid om het graf van Albert Verwey te restaureren.

Welke graf hierna wordt hersteld, heeft de commissie nog niet besloten. Mogelijk wacht de commissie eerst op nieuwe financiële bijdragen aan Perzik van Onsterfelijkheid – 150.000 euro is niet veel voor de vaak kostbare herstelwerkzaamheden. Directeur Adriana Esmeijer riep iedereen dan ook op een donatie te geven aan het cultuurfonds.

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content