Van Stepanavan tot Alaverdi

Als we in Stepanavan van de bus stappen, staan we oog in oog met het standbeeld van een voornaam man, met lange mantel, revolutionaire sik, de blik op oneindig en een stap vooruit. Stepan Shuhumian, die zijn naam aan de stad gaf, was de leider van een bolsjevistische cel in de Kaukasus, tijdens de oktoberrevolutie.

Als we in Stepanavan van de bus stappen, staan we oog in oog met het standbeeld van een voornaam man, met lange mantel, revolutionaire sik, de blik op oneindig en een stap vooruit. Stepan Shuhumian, die zijn naam aan de stad gaf, was de leider van een bolsjevistische cel in de Kaukasus, tijdens de oktoberrevolutie.

Shahumian was een grote meneer in de Kaukasus van de Sovjets. Nadat hij in 1918, samen met de 25 andere “commissarissen van Baku”, door anti-bolsjevieken werd geexecuteerd in de Turkmeense woestijn, werd hij overal in de Sovjet-Unie geeerd als een held. Rond zijn geboortehuis in Stepanavan, geconserveerd in originele staat, werd een indrukwekkende hal gebouwd: Het Shahumian-museum.

We zijn er de enige bezoekers vandaag. Aan de inkomprijs vam 0.25 euro zal het niet liggen. Er worden vooral reproducties van foto’s getoond van Shahumian en zijn kameraden, in een hopeloos verouderde presentatie, en met enkel Armeense onderschriften. Iets voor kenners, lijkt me. Een vrouw met een baard en een lijfgeur loopt de hele tijd naast ons als een gids die haar tekst is vergeten.

Het museum is dringend aan renovatie toe. Het is er ijskoud, en het glazen dak lekt. Shuhumians stulpje vertoont vochtplekken en zakt scheef. Zijn graf in Baku werd na de val van de Sovjet-Unie al gevandaliseerd. En ook het standbeeld op het plein brokkelt langzaam af. Niemand blijft eeuwig een held.

De chauffeur vloekt als zijn bus weer eens in een diepe kuil in het wegdek stuit. In de berm dan maar. Dat rijdt zachter dan op het asfalt. Putten en poelen maken het onmogelijk om op snelheid te komen. Hoewel Alaverdi slechts 40 kilometer van Stepanavan ligt, zijn we meer dan twee uur onderweg.

Maar dat geeft niet. Ik heb de stoel van de bijzitter gekregen, en die heeft het beste uitzicht. We rijden door een mooie hoogvlakte met kleine dorpjes. Dat doet deugd. We verbleven de jongste weken vooral in steden, een nadeel van het reizen per openbaar vervoer.

De chauffeur heeft een bijverdienste als koerier. Als hij toetert, komen dorpelingen hun pakjes en zakjes in ontvangst nemen. De Armeense post heeft geen al te beste reputatie.

De slotetappe is een wervelende afdaling tot diep in de Debed-canyon. Beneden ligt het mijnstadje Alaverdi.

Een kabelbaan verbindt er het centrum met het hoger gelegen stadsdeel Sadahart. Twee cabines stijgen en dalen als verbonden vaten, op het ritme van de shiftwissel in de kopermijn. Als de gondels stil hangen, is een omslachtig kronkelende busrit de enige verbinding tussen Alaverdi en Sadahart.

In de inkomhal van de kopersmelterij van Vallex wachten een tiental keurig uitgedoste meiden zenuwachtig op een sollicitatiegesprek. Wij wachten op directeur Andranik Chambaryan, voor een onderhoud en een toelating om te fotograferen.

“Uw eerste foto zal er een zijn van ons logo”, beveelt de man, en hij wijst naar een saai stilleven van vlaggetjes en een koperblok met de letters ACP op zijn bureau. Het “Armenian Copper Project” is een van de partners van de Vallex-groep. Ik gehoorzaam, en we krijgen een laissez-passer om de smelterij te bezoeken. Veiligheidsman Armen leidt ons zonder bescherming noch helm, langs de gloeiende bakken vloeibaar koper, tussen roterende ovens en hijskranen in actie.

Hotel Debed in Alaverdi moet zowat de slechtste en de vuilste plek zijn waar we tijdens deze reis al hebben overnacht. Maar we hebben geen keus. De kamer wordt verwarmd met een afgedankt kookstel, dat gloeit als je de twee losse draden in het enige beschikbare stopcontact prutst. De man van de receptie brengt ons twee emmertjes water, net genoeg om de drol van de vorige gast in de WC weg te spoelen.

Het vlakbij gelegen Sanahin is een gezellig boerendorp, met mannen te paard, oude vrouwtjes met koeien of een ezel, en vooral veel varkens. Roos, zwart of gevlekt, zeugen met kroostrijke gezinnen ploegen ongegeneerd de wegberm om. Wie zijn poortje vergeet te sluiten, is zijn moestuin of bloembedden kwijt. Zelfs het kerkhof van het beroemde Sanahin-klooster is niet veilig voor de nietsontziende zwijnen. Ze opereren in bendes, en gaan met elkaar op de vuist als rivaliserende hooligans. De honden slaan er voor op de vlucht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content