“De hand van een moordenaar”, Rusland door de ogen van Alexandra Marinina.

Het moet de droom zijn van iedere auteur: in de metro zitten duizenden mensen elke dag jouw boeken te lezen. Ze verslinden je hoofdperoon: een vrouw van in de dertig, met een onopvallend uiterlijk, die lui is, maar ook workaholic, die na het werk met haar voeten in een teiltje koud water gaat zitten, bang is voor mensenmassa’s en benauwdheden, chronisch moe is en rugpijn heeft, die vier dagen met een pak sinaasappelsap doet als ze alleen ’s ochtends een glas neemt. Het klinkt weinig opwindend, bijna afstotend zelfs; toch vormen die verre van glamoureuze trekjes en leefgewoonten van de protagonist een wezenlijk en interessant onderdeel van de verhalen die de Russische misdaadauteur Alexandra Marinina (Leningrad, 42) te vertellen heeft.

Interessant, omdat we via die details inzicht krijgen in het hedendaagse leven in Moskou.

Rusland, het verloren land, we lezen er dagelijks over in krant en tijdschrift, zien weinig opwekkende beelden op de televisie: een president die zwalkend en wel kans ziet nog veel onheil aan te richten, corruptie, criminaliteit, met tentakels die zich over de hele wereld uitstrekken; grote armoede, nog grotere rijkdom, meedogenloos verworven door mensen die hun kans schoon zagen na de val van het communisme. Arme Russen: vroeger wensten wij ons, westerlingen, niet met hen te identificeren, en nu weer niet. Wie biedt ons een kans dichterbij te komen, meer te begrijpen van het land en zijn inwoners? Komisch genoeg is het een misdaadauteur, wonend in Moskou, die geen wereldliteratuur pretendeert te bedrijven, maar plezier heeft in het schrijven en een nog grotere voldoening ondervindt als ze ziet dat haar boeken lezers bevallen.

Land van Poesjkin is verslaafd aan goedkope thrillers, stond er enige tijd geleden als kop boven een artikel in de Volkskrant.

Dostojevski, Nabokov, en nu dit, was de tendens. En wat betekent goedkoop eigenlijk? Letterlijk goedkoop of qua inhoud goedkoop?

Egotrippende auteurs mogen schrijven over hun slechte verhoudingen, de kleur van hun uitwerpselen, de grootte van hun geslacht, en het wordt algauw literatuur genoemd. Maar zodra het woord misdaad valt, komt de hakbijl in zicht, terwijl goed en kwaad toch een maatstaf is waar Dostojevski al mee mat. Neem het Raskolnikovsyndroom. Een dader wil, net als de hoofdpersoon in Misdaad en Straf van Dostojevski, bewijzen dat hij in principe in staat is een moord te plegen. Van dat gegeven maakt de protagonist in Marinina’s boeken gebruik om een dader op te sporen. Goedkoop? Nee, eerder slim.

A HELL OF A JOB

Wie is Alexandra Marinina en wie is haar hoofdpersoon, Anastasia, roepnaam Nastja, Kamenskaja? De auteur is juriste en werkte twintig jaar in het onderzoeks- en opleidingsinstituut van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken, waar ze onder meer misdaadstatistieken en daderprofielen analyseerde en theoretische werken over criminologie publiceerde. Vorig jaar gaf ze haar baan als luitenant-kolonel bij de politie op om alleen nog te gaan schrijven. Vanaf 1993 verschenen er twintig thrillers van haar hand. Haar protagonist is voor negentig procent haar alter ego.

Nastja Kamenskaja is rechercheur en analyticus. Ze ontwikkelt theorieën, bedenkt methoden om deze te toetsen, weet haar weg te vinden in bergen informatie, en heeft een fabelachtig geheugen. Iedere maand levert ze bij haar baas een analyse in van alle opgeloste en onopgeloste misdaden van het rechercheteam. Ze geeft inzicht in nieuwe tendensen bij het plegen van misdaden en toont fouten aan. “A hell of a job”, maar ze redt het en weet menige misdaad op te lossen door alleen maar te denken, te analyseren.

Marinina’s eerste boek is zojuist in vertaling uitgekomen: De hand van een moordenaar. Geen wereldliteratuur, dat klopt. Niet opvallend goed of smeuïg geschreven. Maar ze weet wel de aandacht vast te houden door een degelijke schrijfstijl, en door de vastberadenheid van de hoofdpersoon die vecht tegen vooroordelen, voornamelijk van mannen die haar werk moeten beoordelen, en tegen corruptie en criminaliteit tot in de hoogste kringen. Ze wordt levensecht beschreven, evenals haar baas, haar collega’s, en degenen die uit lijfsbehoud niet terugdeinzen voor moord. De opdrachtgever, de organisator en de uitvoerder.

“Onze oude, vertrouwde criminaliteit heeft afgedaan. Die had haar eigen wetten, haar eigen spelregels. Dat is er allemaal niet meer. Het land verandert, de politiek verandert, de economie verandert en daarmee verandert ook de misdaad.” Marinina schrijft het helder op: hoe het land door de vrije markt, de commercie, de opbouw van de rechtsstaat, veranderde in een paradijs voor criminelen en een nachtmerrie voor de (onderbetaalde) politie.

Tot nu toe werden er zo’n zeventien miljoen exemplaren van haar boeken verkocht. Critici schromen niet haar De Koningin van de Pulp te noemen. Hoezo pulp? Moeten duizenden mensen in de metro alleen Dostojevski lezen? Wat een onzin. Het is 1999 en Marinina wil zich via haar misdaadverhalen solidariseren met de krachten van het goede in haar land. Ze draagt een gedateerde bril, maar is in haar proza bij de tijd en – toch nog volgens de traditie – een tikkeltje belerend.

Alexandra Marinina, “De hand van een moordenaar”, 251 blz., 495 fr. tot 31/12, daarna 700 fr.

Ineke van den Bergen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content