Vlaamse werkloosheidsuitkeringen

De essentie van het politieke debat zou moeten zijn hoe we meer bakkers en meer taart krijgen, niet hoe we de taart anders of elders herverdelen.

Terwijl de crisis blijft wegen en we meer dan ooit voor groei moeten gaan, zitten we in België volop in de herverdelingsmodus. Vorige week was het weer van dat met een rondje kindervergoedingen. De stellingen zweven ergens tussen – vergeef mij de simplificatie – afblijven (vakbonden), overhevelen (regionalisten) en herschikken (Centrum voor Sociaal Beleid). Versta mij niet verkeerd: ik weet ook dat kinderen de toekomst zijn. Als je het mij zou vragen, zou ik ervoor zorgen dat kinderrechten afhankelijk zijn van ouderplichten, zodat het geld effectief goed wordt besteed.

Maar de essentie van het politieke debat zou moeten zijn hoe we meer bakkers en meer taart krijgen, niet hoe we de taart meer, anders of elders herverdelen. Dat brengt mij bij de werkloosheid, want ook daarover bomen we verder. We kennen de schrijnende paradox van honderdduizenden werklozen en tienduizenden openstaande vacatures. Het paard van die knelpuntvacatures ligt aan drie problemen gebonden. Er is de vraag, zijnde wat de werkgevers verlangen, er is het aanbod, zijnde wat de werkzoekenden willen, en er is het matchen van vraag en aanbod, zijnde wat de werklozen kunnen.

Een Leuvense studie stelt voor om werkloosheidsuitkeringen degressief te maken in de tijd, gecompenseerd met meer investering naar activering. Een goed idee, dat ik ook al heb verdedigd. Het combineert de wetenschap dat minder uitkering de werkbereidheid aanmoedigt, met een extra investering om die bereidheid te laten slagen. Elke job telt: vraag en aanbod moeten absoluut dichter bij elkaar komen. Activering helpt, maar is geen toverstok. Vraag maar aan de VDAB wat de slaagkansen zijn van opleidingen voor knelpuntberoepen en je komt van een koude douche terug: zelfs met de juiste scholing voor de zekerste vacatures blijft werkloosheid hardnekkig.

We moeten dus nog een paar tanden bijsteken en dat brengt mij tot de discussie over staatshervorming en arbeidsmarkt, waarvan de media ons melden dat ze loopt bij de onderhandelaars. Ik heb een suggestie. De trein van de vorige staatshervormingen heeft de regio’s al bevoegd gemaakt voor de begeleiding en opleiding van werklozen. Die klok draaien we niet meer terug. Laten we daarom mobiliseren om de regionale capaciteit voor meer werkkansen maximaal te ontplooien.

Concreet betekent dat drie extra regionale bevoegdheden. Vooreerst moeten de begeleiders ook kunnen controleren en bestraffen. Dat zit nu nog bij de RVA en die bevoegdheden moeten gewoon in één hand komen – dat is beter dan het beste overleg tussen VDAB en RVA. Vervolgens maak je de regio’s bevoegd om te bepalen wat de ‘passende arbeid’ is, dat is het juridische jargon voor het type van werk dat een werkloze verplicht is te aanvaarden. Daarmee breng je de dynamiek van werk zoeken effectief op het niveau van de reële arbeidsmarkt, want die verschilt tussen de regio’s.

En ten slotte geef je de regio’s zeggingschap over de besteding van het budget van de federale werkloosheidsuitkeringen. Laat hen de mogelijkheid om, op maat van de werkloze in een traject van sluitende aanpak, te beslissen waaraan het budget van de individuele werkloosheidsuitkering wordt besteed: aan een effectief inkomen of aan een nog sterkere investering voor nieuw werk, via opleiding, begeleiding of subsidie.

Daarmee realiseer je het beste van drie werelden: je kunt effectief inspelen op de realiteit dat werkloosheidsuitkeringen werklozen kieskeuriger maakt, maar je doet dat niet door sociale afbouw en je valt niet terug op een lineaire aanpak die elke werkloze over dezelfde kam scheert. Daarenboven overstijg je voorgoed de eeuwige discussie over de duurtijd van de werkloosheidsuitkeringen, want die duurtijd wordt nu variabel.

Het enige wat je dan nog nodig hebt, is een mechanisme om te responsabiliseren: regio’s belonen voor goede werkloosheidsbestrijding en bestraffen voor passiviteit. Daarvoor kun je zowel via fiscale autonomie of via variabele dotaties werken. Over naar de onderhandelaars.

Marc De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content