Info: Johan Van Overtveldt is directeur van de denktank VKW Metena.

Wie de afgelopen weken zonder veel dossierkennis de hele heisa rond het Generatiepact in België aanschouwde, kan moeilijk anders dan concluderen dat het hier om niets minder dan een aardverschuiving moet gaan. Uitgaande van de ondertussen vrij goed gedocumenteerde kosten die de vergrijzingsgolf met zich zal brengen, leert een ernstige analyse van het Generatiepact, zowel in zijn originele als in zijn afgezwakte vorm, dat bovenstaande conclusie de waarheid geweld aandoet.

Als een gedegen aanpak van de vergrijzingsproblematiek mag worden vergeleken met het rijden van een Tour de France, dan komt dat neer op het rijden van 21 ritten. Het originele Generatiepact voorzag in het afleggen van, pakweg, 5 ritten. Met de afgezwakte versie blijven er daar nog 4 van over. Deze boutade sluit naadloos aan bij de visie van het Internationaal Muntfonds op het Generatiepact, namelijk een goed begin maar ook niets meer dan dat. Zeker met de omschrijving van ‘zwaar beroep’ die nog uitwegen biedt, zal de inkorting van het peperdure systeem van brugpensionering maar heel traag ingang vinden. Aan de structurele financierbaarheid van de bestaande pensioensystemen, zeker de overheidspensioenen, wordt nauwelijks aandacht besteed. Bovendien blijft het generatiepact te zuinig in zijn maatregelen om de tewerkstelling nu eens een echte duw in de rug te geven (‘meer mensen langer aan het werk’).

Over de tewerkstelling kwam eerste minister Guy Verhofstadt overigens weer erg verrassend uit de hoek in de context van een ander deeldossier. We doelen op zijn reactie op het rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) over de evolutie van loonkosten. De opmerking van de CRB dat in de periode 2005-2006 onze loonkosten met 5,1 % zullen stijgen tegenover 3,1 % bij de drie buurlanden Nederland, Duitsland en Frankrijk – een bijkomende handicap die zich ent op een reeds bestaand nadeel inzake loonkosten voor onze ondernemingen – veegde Verhofstadt met één beweging van tafel. ‘We moeten alleen naar 2005-2006 kijken, en de genomen regeringsmaatregelen fietsen al een flink stuk van de nadelige loonkostenontwikke- ling toe’, zo orakelde Verhofstadt, die zo aangaf dat hij na zijn jongste beleidsverklaring niet meer soberheid en minder goedkoop optimisme tentoon zou spreiden.

We omschreven het in een andere publicatie als de Brave New World die Verhofstadt ons wil voorspiegelen. Zijn stellingen over de loonkosten illustreren een en ander treffend. Alleen naar 2005-2006 kijken? Tot eind 2004 bedroeg de ontsporing van onze relatieve loonkosten minstens 5 %. Deze handicap is een dagelijkse realiteit voor de ondernemingen (en de werklozen). De regering werkt met haar plannen al een flink stuk van de te verwachten averij voor 2005-2006 weg? De CRB schat die averij op 2 % van de loonmassa (5,1 % min 3,1 %). De regeringsmaatregelen vertegenwoordigen zeker niet méér dan… 0,3 % van de loonmassa. Bovendien gaat de premier er dan ook nog eens van uit dat de buurlanden netjes bij de pakken blijven zitten. Zeker voor Duitsland en Nederland lijkt dat een erg naïeve gedachte.

Niet enkel het Generatiepact en de ontwikkeling van de loonkosten baren zorgen. Ook de federale begroting loopt fout voor Paars (en voor het land). Zoals we in deze column al meerdere malen argumenteerden, stellen nu ook de Europese Commissie en ons eigen Rekenhof dat de rekeningen echt niet kloppen. Huidig minister van Begroting Freya Van den Bossche (SP.A) zal zeker nog kunnen rekenen op haar partijvoorzitter en voorganger op Begroting Johan Vande Lanotte om een verhaaltje op te dissen waaruit moet blijken dat de muizenissen bij de Commissie en het Rekenhof op ‘misverstanden’ en ‘een gebrek aan informatie’ berusten.

Johan Van Overtveldt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content