Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Welgeteld drie dagen heeft ze het kunnen aanzien, het gestuntel van de Britse en Amerikaanse soldaten, maar toen was voor Mia Doornaert de maat vol. Mia is samen met onze chef-Wetstraat de grootste oorlogsstoker in de Belgische pers. Alle andere commentatoren en redacteurs bepleiten de vrede, en nieuwslezers als Martine Tanghe trekken een vies gezicht telkens het begrip ‘Amerikaan’ ter sprake komt, wat in deze kwestie nogal vaak is. Maar Rik en Mia hebben alles in het werk gesteld om de vijandigheden zo snel mogelijk te doen escaleren.

En waar onze chef-Wetstraat nog mercantiele doeleinden kunnen worden toegeschreven (‘Oorlog is goed voor onze verkoopcijfers’), wordt Mia alleen gedreven door het verlangen naar atlantische dominantie, liefst gewapenderhand. Mia is geen havik, ze is een Mongoolse slechtvalk die vanop grote hoogte met een huiveringwekkende snelheid naar beneden duikt en haar prooi doodt met één klap van haar poten.

‘Dat de mensen zich anno 2003 nog laten misleiden door wat beelden van gewonde en schreiende kindjes kan er bij mij niet in’, schreef Mia op de opiniepagina van De Standaard. Waarna ze brandhout maakte van de strategie van Tommy Franks: ‘Dat Bush of Blair zo weinig mogelijk burgerslachtoffers willen, is allemaal goed en wel op een moment dat je politieke steun voor de oorlog wil losweken. Maar eens de kanonnen spreken, moeten zij zwijgen en vooral niet in de weg lopen. Oorlog is te ernstig om over te laten aan politici. Daarom zeg ik: nee aan de precisiebombardementen, bloed moet er vloeien. Pas dan beseft de bevolking dat haar enige uitweg is om naar de bezetter over te lopen. Zoals koning Leopold in de Tweede Oorlog.’

Als Mia van iets de zenuwen krijgt, dan wel van de CIA: ‘Het idee om Saddam met één kruisraket uit zijn vergaderzaal te schieten, was ronduit belachelijk. Kan alleen opkomen in het hoofd van een stille. Wie de oorlogen van de jongste dertig jaar bekijkt, zal één constante ontdekken: de CIA zat er altijd naast. Vanaf het eerste uur een onophoudelijke bommenregen op Bagdad, dat was de voorgeschreven tactiek. Het is verbijsterend dat de Amerikaanse legerleiding zich van dat plan heeft laten afbrengen. Dat was onder mijn leiding niet waar geweest, ik zeg u maar dat.’

Het initiatief van de hoofdredactie van De Standaard om de eigen redacteurs elke dag zelf een opiniestuk te laten publiceren, is een gouden zet gebleken. Pennen die men op basis van hun reguliere reportages als gematigd en objectief zou omschrijven, blijken plotseling te worden gehanteerd door verblinde fanatici die maar één doel voor ogen hebben: het vernietigen van al wie een andere mening is toegedaan. Mia Doornaert spant daarin de kroon. Tegen de Vlaamse collaborateurs en hun nabestaanden, die ze het liefst zou uitsluiten van het recht op sociale zekerheid en privébezittingen, en tegen ieder die kritiek heeft op de Verenigde Staten. En aangezien aan dat soort halfzachten dezer dagen geen gebrek is, schrijft Mia haar stukken niet langer met de pen, maar met het kromzwaard. Eén hak en het hoofd van de arme pacifist ligt naast zijn romp.

Na drie dagen kon Mia het geklungel in de woestijn niet langer aanzien, raapte haar make-upspullen bij elkaar, zocht enkele setjes fijne Franse lingerie uit, griste haar helm en battle dress van de plank, en liet zich door de Royal Air Force naar de Golf vliegen. In Basra keken ze verbaasd op toen daar uit een kolossale B-52 geen bom kwam vallen, toch niet in de klassieke militaire betekenis van het woord, maar een vrouw met een reiskoffer. Mia landde met een sierlijke zwenking op het marktplein, vouwde haar valscherm op, en bemachtigde zonder veel moeite een auto met geluidsinstallatie, die in normale omstandigheden werd gebruikt voor de Grote Wielerprijs van Basra.

Vijf minuten later reed Mia door de stad: ‘Aan alle inwoners van Basra. Om vier uur levert iedereen zijn wapens bij mij in op de Grote Markt. Anders blokkeren we de voedsel- en drankbevoorrading en zult ge allemaal van honger en dorst omkomen. Lees De Standaard, niet toevallig De Standaard. Nu ook met nieuws uit úw regio. Aan alle inwoners van Basra. Om vier uur…’

Toen de klok op de Chaldeese kerk vier uur had geslagen, zat Mia achter een bureautje op de Grote Markt en kwamen alle Basraanse mannen onzeker schuifelend hun geweren en granaten afgeven. Ze moesten hun naam en adres opschrijven, kregen een donderpreek over de verderfelijkheid van de Ba’ath-partij te horen, en werden naar huis gestuurd met een Amerikaans vlaggetje en een pet van de US Air Force Academy. Daarna gooide Mia de poorten van de stad open, liet de Britten binnen, en eiste een fris geschilderde tank op om haar naar Nasiriya te brengen. ‘Gij rijdt,’ blafte ze een verschrikte kolonel toe, ‘ik moet mijn stuk voor morgen nog schrijven. En ga eerst een paar sandwiches kopen, want ik heb honger. Ene met smos en ne martino, niet te pikant en zonder ansjovis.’

Tien minuten nadien werden de oprukkende pantservoertuigen van de Amerikanen van de weg geblazen door een op topsnelheid liggende Challenger II, van waaruit Mia met een 120-millimeterkanon waarschuwingssalvo’s afschoot om iedereen duidelijk te maken dat het hier om een prioritair voertuig ging. Toen de Eufraat in zicht kwam, lag Mia waar ze wilde liggen: op kop van de colonne. En tijdens een korte tussenstop in de armen van de Britse kolonel, want niets is volgens Mia zo stimulerend voor het gevecht als een ferme portie seks vooraf.

Hierna werd de kolonel uit de tank gezet en aan zijn lot overgelaten, en nam Mia zelf het stuur over om luid toeterend naar Bagdad te scheuren. In haar zog achtduizend juichende en zingende elitesoldaten. Vooral toen Mia zonder enige aarzeling een bataljon fedajien met een witte vlag onder haar rupsbanden vermorzelde. De tijd dat het AVV-VVK op de voorpagina van De Standaard ook een beetje het ‘Nooit meer oorlog’ vertegenwoordigde, ligt alweer enkele jaren achter ons.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content