Theater: Bang, Martha!tentatief

Een vertellingske over de bange blanke jongen en lastige Marokkanen

WAAROM DE DUIVEN IN BORGERHOUT OMGEKEERD VLIEGEN

Angst. Op een bepaald moment geef je eraan toe. Staak je het verzet. Noem het een menselijke reflex. Uit zelfbehoud. Om geen problemen te zoeken. Ook al vinden die je vaak gewoon. “Gij hebt probleem of wa?” Het is de reden waarom we laat op de avond, alleen op straat, altijd naar de grond kijken als we migrantenjongeren passeren. Het is de reden waarom Johan Petit, geborgen en getogen in Borgerhout, als klein manneke liever de straat overstak. We zijn bange blanke mensen geworden. Onterecht?

‘Bang’ (**1/2) is na ‘De Vernissage’, ‘De Bus’ en ‘De Groenstraat’ de vierde voorstelling binnen ‘De Revue van het Ontembare Leven’, een omvangrijke cyclus van anderhalf jaar toneelstukken, blogs en acties over de veranderende stad, ’t stad Antwerpen. Toneelgezelschap Martha!tentatief slaat daarvoor de handen in elkaar met andere Antwerpse theatercollega’s en culturele en sociale organisaties.

‘De Vernissage’, een geënsceneerde tentoonstelling handelde over de geschiedenis van het Sint-Jansplein, dat van een uitgaansbuurt voor havenarbeiders verloederde tot een drugsplek en nu terug heropgewaardeerd wordt met de Permekebibliotheek. ‘De Bus’ van Bad van Marie nam de theaterbezoeker mee voor een busrit langs de vele gezichten van Antwerpen van over migranten Borgerhout en het bourgeois Zurenborg, tot het tendentieuze Zuid en de onveranderlijke Kaaien. ‘De Groenstraat’ toonde hoe een blank buurtschooltje langzaam veranderde in een ‘bruine school’. In ‘Bang’ krijgt de – al dan niet terechte – angst van de blanke voor de bruine mens een stem. Het knappe eraan is, dat dit niet uitmondt in een kumbaya-pleidooi voor de interculturele samenleving. Want bestaat die wel? Of leven we gewoon naast elkaar?

Lastige Marokkanen

Een opgefokte mobilette komt met snerpend geluid de scène opgereden. Theatermaker Johan Petit en muzikant Tim Clement stappen af. “Als ik een toneelstuk maak, dan begint dat met ne flash”, zegt Petit in zijn sappige Antwerps. “En ditmaal was die flash: lastige Marokkanen.”

Er wordt gelachen in de zaal, ook door de Marokkanen, die talrijker dan anders aanwezig zijn aangezien de première van ‘Bang’ plaats vindt in het kader van het Arabisch-Europese Moussemfestival. Talrijker dan anders, want daar moeten we geen doekjes om winden: gescheiden culturen, in niets komt het zo duidelijk tot uiting dan in de cultuurbeleving. Theater in Vlaanderen blijft – elke beleidsmaatregel of goedbedoelde wervingsactie ten spijt – nog altijd iets voor de blanke hoger opgeleide tussen de 25 en 45 jaar. Ja, daar bestaan statistieken over. Zoals er ook statistieken zijn over criminaliteit, overlast en ‘burgerzin’.

Een recente studie van de VUB en UA bij jongeren in het Vlaamse middelbaar onderwijs toonde aan dat veertienjarigen weinig geloof hechten aan democratische waarden en negatief staan tegenover migranten. Andere levenswijzen en gewoonten kunnen op weinig begrip rekenen. Alleen Nederland scoort van alle Europese landen op dit vlak ‘beter’. Een zoveelste teken aan de wand van onze verrechtsende samenleving, wordt dan gezegd. Goed, maar waar komt dat teken aan de wand vandaan en zijn die wanden wel te slopen?

“Ik wou de achterliggende problemen en oorzaken uitpluizen en oplossingen formuleren voor politici om tegen 2015 het probleem van lastige Marokkanen opgelost te hebben. Maar dat lukt dus niet,” bekent Petit bij aanvang van ‘Bang’. En dus gooit hij het over een andere boeg: met zijn gekende persoonlijke anekdotiek, uit het leven gegrepen, in een poging de emoties die onze wereld verdelen en beheersen te begrijpen.

Johan-met-vrees en de kut-Marokkaan

Het brengt hem terug naar 1985. De tijd van ‘Nikita’ van Elton John, de angst voor De Bom, en de Strangers die toen ongelooflijk populair waren. Petit zit dan in het vijfde leerjaar in de Groenstraat in Borgerhout. Gekleed in cape, superman-shirt en te nauw rood sponsen broekje is hij de superheld met het kleine hartje. Hij loopt langs de straten van Borgerhout, naar school, naar de voetbal. Maar op straat speelt hij niet meer. De familie van Petit is weggetrokken naar wijken en gemeenten buiten de stad. Overlast van migranten, dit is onze buurt niet meer, zeggen ze over Borgerhout. Petit bleef. Keek, zag, maar overwon zijn angst nooit helemaal.

Hij vertelt over hoe hij bij zijn speelkameraadje thuis op bezoek ging. Over diens vader in de zetel, en hoe ze heel stil moesten spelen en vooral geen rommel maken. “Ze waren daar bang voor verandering. Messen en lepels kan je nochtans van plaats wisselen en daarna weer goed leggen, maar Borgerhout kan je niet terug goed leggen,” weet Petit. Petit verstaat de kunst om de kleine anekdote tot parabel te maken. De moraal door de ogen van een kind. Maar hij zoekt ook het gevaar op wanneer hij ‘in naam van de vader’ racistische grappen maakt. “Weet iemand waarom de duiven in Borgerhout ondersteboven vliegen?”* Er wordt gelachen in de zaal. Misschien iets te gretig.

Maar dat lachen verstomt wanneer Petit vertelt hoe hij als elfjarige op straat beroofd werd door een migrant. Hij schopt tegen de vuilnisbak op de scène. Duikt zijn hoofd in een aquarium. Plots staat hij aan de ander kant van de straat. Is hij de Marokkaanse hangjongere in trainingsbroek en met gel in het haar “Gij hebt probleem of wa?” Hij vertelt over zijn vader die naar België verhuisde, over de discipline van de paardenzweep, over zijn negen broers en zussen, hoe ze overdag als Wibra-trash behandeld worden op school en hoe hij ’s avonds op het speelpleintje rondhangt. Hoe zijn vader hem vol minachting aankijkt wanneer hij passeert en hoe een bange blanke jongen (Petit) de straat oversteekt.

Intussen zijn we 25 jaar verder. Johan Petit, bijnaam ‘Klein Jowanneke’ moet het nog altijd niet van zijn gestalte hebben, noch van zijn durf maar wel van de kracht van zijn observaties. ‘Bang’ kan bogen op Petits gekende ontwapende vertelstijl (en al vergeet hij wel eens lappen tekst, intussen weet iedereen: dat hoort erbij). Dat ‘Bang’ uiteindelijk toch wat teleurstelt, is omdat het migrantenportret beduidend minder sterk is dan het verhaal van de kleine Petit zelf en dat ook de live muziek van Tom Clement nog onvoldoende geïntegreerd is op de scène.

Op het einde overlappen de personages, ontmoeten de migrant en blanke jongen elkaar. Weliswaar elk aan hun kant van de straat.

Liv Laveyne

Tot 25 januari op tournee. www.marthatentatief.be

* Omdat ze bang zijn dat hun ring anders gestolen wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content