Lid van een crimineel netwerk of eenzame psychopaat? De vijandigheid tussen believers en non-believers, krijgt op het proces-Dutroux soms perverse trekjes.

INFO : Extra achtergrondinformatie vindt u in het dossier ‘Dutroux’ op www.knack.be.

Er bestaan verschillende manieren om een traumatische ervaring te verwerken. Toen in de assisenzaal van Aarlen, waar het proces wordt gevoerd tegen Marc Dutroux en drie medebeklaagden, de foto’s van de ontdekking van de lijken van An en Eefje zouden worden getoond, verliet Jean Lambrecks (de vader van Eefje) de zaal om in de ruimte voor de burgerlijke partijen een koffie te gaan drinken.

Paul Marchal (de vader van An) bleef zitten en kijken, maar stormde na de vertoning meteen naar buiten, naar de camera’s, om te gaan verklaren dat hij het niet had kunnen aanzien.

Ook de twee ontvoerde meisjes die Dutroux overleefden, gedragen zich verschillend. Sabine Dardenne (meer dan tachtig dagen in Dutroux’ klauwen) was onzichtbaar tot aan haar getuigenis, en verdween twee dagen later weer uit beeld, ondertussen goed afgeschermd door haar advocaten. Laetitia Delhez (vijf dagen bij Dutroux) paradeerde al een tijdje vóór haar getuigenis op het proces en bloeide nadien helemaal open. Ze is een soort vedette geworden.

De verschillen in aanpak lopen mooi langs de scheidingslijn tussen zij die zeggen dat Marc Dutroux maar één element van een criminele bende was (de netwerktheorie), en zij die menen dat Dutroux een bijna volledig geïsoleerde psychopaat was die de meisjes uitsluitend voor zijn eigen perversiteiten nodig had. De vader van An en de advocaten van Laetitia (en ook de meestal afwezige ouders van Julie Lejeune en Mélissa Russo die blijven hopen op duidelijkheid over wat er precies met hun dochtertjes is gebeurd) volgen blind de netwerktheorie; de vader van Eefje, Sabine en haar advocaten vinden daar in het dossier geen aanwijzingen voor.

Maar zelfs aan een traumatisch verwerkingsproces zijn grenzen. Het schisma tussen gelovers en niet-gelovers krijgt soms perfide trekjes. Nog geen vijf minuten na de ijzersterke getuigenis van Sabine, die de moed had om Dutroux te imiteren en die hem met enkele rake opmerkingen herleidde tot wat hij eigenlijk was – een psychopathische marginaal – voelden zowel Patricia Martin (de moeder van Laetitia) als vader Marchal zich niet goed. Beiden lieten zich met veel drama op een brancard afvoeren naar het hospitaal, niet discreet langs de achteringang van het gerechtsgebouw waar bijvoorbeeld Sabine altijd gebruik van maakt, maar langs de voorkant, voorbij de camera’s die opnieuw talrijk aanwezig waren.

Zijn mond houden

Marchal was in de late namiddag net op tijd weer present om de mediacommotie bij het einde van de zittingsdag te kunnen meemaken. ‘We mogen niet uit het oog verliezen dat er behalve Sabine nog andere hoofdstukken in dit dossier zijn’, verklaarde zijn advocaat Paul Quirynen, een minzame man die zich met groeiende regelmaat klemrijdt in zijn pogingen om Marchals visie op de zaak met concrete elementen te stofferen. Voor een goed begrip: Sabine getuigde aan het begin van de achtste (!) procesweek.

Jan Fermon, een van Laetitia’s advocaten die voor zichzelf een hoofdrol in het procesverhaal reserveerde, dreef het nog verder. De dag van Sabines getuigenis stond hij voor de camera’s van buitenlandse media uit te leggen dat het onmogelijk was dat Dutroux deze meisjes alleen voor zichzelf had ontvoerd. Hij kon in de zittingzaal zelfs niet de hoffelijkheid opbrengen om zijn mond te houden tijdens Sabines verbale aanval op Dutroux. Was hij bang dat de hoofdbeschuldigde, die zich zichtbaar ongemakkelijk voelde in de rechtstreekse confrontatie met de twee overlevende meisjes, door de knieën zou gaan en zou toegeven dat hij – en hij alleen – de man achter dit onverkwikkelijke verhaal was? Dutroux heeft zich op het proces ontpopt tot een van de belangrijkste adepten van de netwerktheorie die ook Fermon bewezen, of toch op zijn minst aanvaard wil zien. Het was echter opvallend dat hij Sabine noch Laetitia durfde aan te kijken, en amper notities nam tijdens hun getuigenissen – anders zit hij meestal als een bezetene te schrijven.

Jean-Philippe Rivière, Sabines advocaat, reageerde terecht woest op Fermons onaanvaardbare tussenkomst. Hij benadrukte dat Sabine inderdaad niet het enige luik in het dossier is, maar dat zij wel de enige is die tachtig dagen in Dutroux’ kelder doorbracht, en dat ze er nooit iemand anders zag of hoorde dan Dutroux. Géén aanwijzingen voor het netwerkverhaal dus. Hij drong er bij de jury ook op aan om het verhaal van Sabine nooit uit het oog te verliezen – sommigen proberen het te verdrinken in een stortvloed aan weinig relevante details over andere personen. Rivière zal ongetwijfeld geholpen zijn door de gedurfde verklaringen die Sabine ’s avonds voor de televisie aflegde. Ook voor de jury loopt het proces in de woonkamer door.

Na de getuigenis van Laetitia merkte Rivière droogjes op dat hij geen enkel verschil had gevonden in haar verhaal en dat van zijn cliënte – tot zichtbare ergernis van Fermon en zijn Franstalige kompaan Georges-Henri Beauthier, die zo mogelijk nóg meer op de zenuwen werkt met zijn gedram over witte Mercedessen, rode Ford Fiesta’s en andere geïsoleerde details uit het dossier die in zijn kraam passen.

De breedsprakerigheid, het oog voor het potentieel nuttige detail en de gave om vooral niet in te gaan op de grote lijnen van het verhaal is kenmerkend voor de advocaten die de netwerktheorie verdedigen – hun aanpak wordt overigens gekopieerd door de media die hen in deze stelling volgen (of voorafgingen). Sommige kritische krantenlezers zullen zich ongetwijfeld afvragen of er in Aarlen twee processen, in twee aparte zalen, worden gevoerd. Zelfs over kleine feitelijkheden wordt anders gerapporteerd, in functie van de gekozen invalshoek. De ene krant, over de vraag of Michel Nihoul na zijn opname in het ziekenhuis weer present zou geven: JA. De andere krant, op dezelfde dag: NEE.

Gepatenteerde oplichter

Nihoul speelt helaas een sleutelrol in Aarlen, hoewel hij zijn best doet om zo onopvallend mogelijk te zijn. Hij is een randfiguur in de zaak, ook in de beschuldigingen waarvoor hij zich moet verantwoorden: inzake de meisjes wordt hij alleen betrokken bij de ontvoering van Laetitia. Toch zal winst of verlies in dit proces bepaald worden door de zwaarte van de straf die Nihoul al dan niet zal krijgen. Dutroux komt nooit meer vrij, dat is zeker. Wat de jury over zijn vrouw Michelle Martin en zijn kornuit Michel Lelièvre zal beslissen, is moeilijk te voorspellen, maar de twee ontkennen de feiten niet en blijven, misschien nogal naïef, hopen op enige clementie.

Nihouls lot zal de evaluatie van de procesvoering sturen. Er is veel dat tegen hem pleit. Hij heeft om te beginnen zijn uiterlijk tegen. Hij is de enige van de vier beschuldigden van wie mensen zeggen dat ze bang zouden zijn als ze hem ’s nachts zouden tegenkomen. Hij wordt ook steeds minder gediend door de herhaalde uitweidingen van de speurders die willen tonen dat ze hun best gedaan hebben om zijn handel en wandel te onderzoeken, maar die daarin zo ver gaan dat ze zelfs de jury enerveren. In die mate dat het er nu op lijkt dat de manier waarop een speurder de zaak-Nihoul presenteert van belang zou kunnen zijn voor het beantwoorden van de schuldvraag.

Onderzoeksrechter Jacques Langlois en zijn topspeurder Michel Demoulin vonden in het dossier geen elementen die sterk genoeg waren om Nihoul te betrekken bij de ontvoering van de zes meisjes, laat staan bij de moord op vier van hen. Maar ze houden niet op de mensen te vervelen met een ellenlange analyse van zijn telefoon- en ander verkeer. Speurder Raymond Drisket, die het luik-Nihoul onderzocht, deed het anders in de zittingzaal, bondiger en aangenamer om naar te luisteren. Het valt te vrezen dat sommigen daardoor meer geloof gaan hechten aan de these van Nihouls betrokkenheid, hoewel ook Drisket toegaf dat Nihoul zeker niet in Bertrix (de plaats waar Laetitia werd ontvoerd) kon zijn op de dag van de ontvoering. Hij stelde in feite alleen dat het alibi van Nihoul niet uitsluit dat hij de dag voordien wel in Bertrix was.

Dat was alles. Dat eenvoudige gegeven werd door sommige advocaten en journalisten echter zo uitvoerig becommentarieerd dat Nihoul wel schuldig moet zijn. De hoofdlijnen van het verhaal worden weer vergeten. Martin noch Lelièvre betrekken Nihoul bij de zaak, hoewel ze er alle voordeel bij zouden hebben om het wel te doen: hoe meer betrokkenen, hoe meer verantwoordelijkheid gedeeld kan worden. Het argument dat ze Nihoul uit angst uit de wind zouden zetten, houdt al lang geen steek meer. Nihoul is geen zware crimineel met een lange arm, geen doder. Nihoul is niet meer dan een gepatenteerde oplichter – het is tekenend dat zo’n kwalificatie als een pluspunt moet worden gepresenteerd om een situatie te schetsen.

Dieven aan de telefoon

De belangrijkste verdediger van Nihoul blijft Dutroux, door de absurde manier waarop hij Nihoul nu bij de zaak probeert te betrekken. Wie aanvankelijk dacht dat Dutroux een intelligent iemand was die de details van het strafdossier tot in de perfectie beheerste, heeft de voorbije weken zijn mening moeten herzien. Dutroux is een dommerik die op een totaal ongeloofwaardige manier munt probeert te slaan uit de moeilijke positie van Nihoul. Hij steunde vorige week zelfs de stelling dat Nihoul de dag voor de ontvoering van Laetitia in Bertrix was, met als argument dat hij daar toen ook was, in het gezelschap van Martin, Lelièvre en zijn jongste zoontje.

Met welke wagen hij of Nihoul daar waren, kon hij zich niet herinneren, hoewel hij bijvoorbeeld nog wel perfect wist met welke toestellen hij de video-opnames maakte en monteerde van de drie Slowaakse meisjes die hij verdoofde en verkrachtte. Hij moest ook even nadenken voor hij een verklaring kon vinden voor het feit dat op de bewuste dag bij hem thuis regelmatig de telefoon werd opgenomen, zoals het onderzoek uitwees. Ongetwijfeld dieven, poneerde hij.

In de zoveelste onhandige poging van zijn advocaat Ronny Baudewyn om zich interessant te maken of iets nuttigs te doen, beschuldigde Dutroux zichzelf impliciet van de verkrachting van vier (en geen drie) Slowaakse meisje. Waarop Baudewyn, die altijd de lachers op zijn hand krijgt – ook als hij ernstig probeert te zijn – met gespreide armen uitriep dat het toch wel erg was dat zijn cliënt nooit meer geloofd werd, zelfs niet als hij zichzelf van een nieuwe misdaad beschuldigde.

De strafmaat van Nihoul zal ook de lakmoesproef worden voor de geloofwaardigheid van een volksjury in een complexe assisenzaak. De discussie over deze her en der als archaïsch geportretteerde procedure zal op het einde van het proces weer luider klinken. De kernvraag zal zijn of de jury zich inzake Nihoul op de concrete elementen uit het strafdossier zal steunen (de feiten) dan wel op de innerlijke overtuiging van sommigen dat hij er wel bij betrokken moet zijn (de emoties).

De jury manifesteert zich heel opvallend op het proces. Is het omdat het zo lang duurt, zodat de vertegenwoordigers van het volk zich meer op hun gemak zijn gaan voelen? Of is het omdat ze écht ontevreden zijn over wat ze te horen en te zien krijgen? Het niveau van de vraagstelling varieert uiteraard. Vorige week wilde het (mannelijke) zesde jurylid tot ergernis van zijn collega’s weten of het waar was dat Dutroux Laetitia verkrachtte terwijl ze haar maandstonden had – alsof dat een bezwarende omstandigheid zou zijn. Meestal is het echter ‘mevrouw het twaalfde jurylid’ die doelgerichte vragen stelt. Kwatongen beweren dat ze thuis de dvd’s met het strafdossier heeft liggen en daarmee elke avond haar tussenkomsten voorbereidt.

Vorige week wees deze dame, mede namens haar collega’s, voorzitter Stéphane Goux van het hof nogal scherp terecht, omdat hij enkele speurders voor de zoveelste keer liet doordrammen over steeds dezelfde details, terwijl andere getuigen er op een drafje doorheen werden gejaagd. In het begin van zijn ondervraging van Sabine voelde Goux zich duidelijk ongemakkelijk, en bij het einde ervan leek hij even opgelucht als het meisje zelf. Goux heeft zich comfortabel genesteld in een rol van zo passief mogelijke toekijker. Hij heeft gekozen voor de weg van de minste weerstand. Hij lijkt er zich voor te hoeden om Dutroux aan te pakken, in de veronderstelling dat die toch zwaar zal worden veroordeeld. Zo verkleint hij natuurlijk de kans dat we precies zullen weten wat er met bijvoorbeeld Julie en Mélissa is gebeurd, behalve dat ze maanden in Dutroux’ kelder hebben gezeten, daar van ontbering zijn omgekomen en in zijn tuin in de grond zijn gestopt.

Een obscuur hotel

Soms nemen advocaten de rol van de voorzitter over, meestal advocaten die niet in de netwerktheorie geloven, en die gewoonlijk alleen het woord voeren om de zaak van hun cliënt te verdedigen. Vooral Joris Vercraeye, de advocaat van vader Lambrecks, laat zich regelmatig in die zin opmerken. Het was Vercraeye die na enkele minuten het gezond verstand had om te eisen dat de vertoning van de 47 minuten durende video die Dutroux van de geslachtsorganen van zijn Slowaakse slachtoffers maakte, en van zijn verkrachting van de meisjes, uit respect voor de afwezige slachtoffers zou worden stopgezet.

Frédéric Clément de Cléty, een van Nihouls advocaten, sloot zich daarbij aan, hoewel hij daarmee naar eigen zeggen voor de eerste keer in zijn leven iets tegen de belangen van een cliënt deed, want de video illustreerde dat Dutroux een ‘geïsoleerd roofdier’ was, en geen spil van een netwerk. Dutroux moest zelfs zichzelf filmen met de meisjes omdat er niemand anders in de buurt was.

Vercraeye maakte ook indruk door de manier waarop hij, op vraag van zijn cliënt, een paar keer Dutroux, Martin en Lelièvre rechtstreeks aanpakte. Telkens waren het beklemmende momenten met ongemakkelijk makende en geladen stiltes. Vercraeye bracht Leliè-vres zelfverklaarde berouw met een paar goedgemikte vragen terug tot zijn ware proporties, en bewees dat een herhaalde harde aanpak Dutroux aan het wankelen had kunnen brengen.

Net als advocaat Rivière met Sabine heeft Vercraeye vanaf het begin een vertrouwensband met vader Lam-brecks opgebouwd, en dat is merkbaar. Jean Lambrecks wordt in Aarlen omringd door vrienden en familieleden, die een beurtrol georganiseerd hebben zodat er altijd minstens een handvol mensen aanwezig is om hem te steunen. Heel anders dan vader Marchal, die zelf een zware druk legt op zijn zoveelste advocaat. Paul Quirynen probeert er het beste van te maken, maar overtuigt niet met de manier waarop hij het dossier naar de hand van zijn cliënt probeert te zetten.

Quirynen focust te veel op de verkeerde getuigen, met verkeerde argumenten. Zo probeerde hij een man die beweert dat hij Dutroux, Lelièvre én Nihoul enkele dagen voor de ontvoering van An en Eefje vanaf de vijfde verdieping van een appartementsgebouw aan de kust achter meisjes had zien aanlopen, geloofwaardig te maken door te benadrukken dat de getuige ‘architect bij de Boerenbond’ was geweest. Dat de man zijn verklaring meer dan een jaar na de feiten aflegde, op aansturen dan nog van zijn broer die naar de Witte Mars was geweest, bleef onvermeld.

Ook slager Erik Vandamme kreeg veel gewicht toegemeten. Vandamme is de buurman van een obscuur hotel in Blankenberge, gerund door een ooit van vrouwenhandel verdachte naamgenoot van vader Marchal. Sommige kranten besteedden hele bladzijden aan deze getuige, die zijn relaas slechts zes (!) jaar na de feiten aan de politie deed. Hij zou Dutroux samen met An en Eefje dat hotel hebben zien binnengaan, de avond van hun verdwijning. Maar dat was niet wat hij tijdens zijn verhoor in de zaal verklaarde. Daar heette het dat hij Dutroux achteraf op foto’s had herkend, en dat hij An en Eefje aan (en niet in) het hotel zag. De plaats lag op 50 meter van het casino waar de meisjes waren geweest, en op een paar minuten van de halte waar ze de tram moesten nemen.

Andere getuigen krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Vorige week was er de onopvallende passage van Viviane Charles, een buurvrouw van Dutroux die mee had gedaan aan enkele inbraken in Dutroux’ woonst. Een vrouw die alleen al door haar verschijning de marginaliteit van Dutroux in de verf zette, en die opnieuw de vraag deed rijzen waarom iemand als Martin in zo’n milieu kon sukkelen en vastroesten. Charles benadrukte dat ze behalve Dutroux en Martin bijna nooit iemand het huis had zien binnengaan. De twee kregen er geen bezoek. Wat het beeld van het eenzame roofdier versterkte.

Maar omdat deze vrouw geen architecte van een gerespecteerde organisatie was, omdat haar getuigenis niet in de kraam paste van de netwerkpromotoren, en omdat anderen zich niet roeren als het belang van hun cliënt niet aan de orde is, zal haar korte doortocht geen verschil maken in de hoofden van de twaalf die zullen moeten oordelen.

De hamvraag op het einde zal zijn of de jury de grote lijnen van het verhaal zal volgen. Of zoals Vercraeye het ooit formuleerde: ‘Als An en Eefje effectief voor een netwerk moesten dienen, waarom werden ze dan zo vlug geliquideerd?’

Door Dirk Draulans

Als An en Eefje voor een netwerk moesten dienen, waarom werden ze dan zo vlug geliquideerd?`

De strafmaat van Nihoul wordt de lakmoesproef voor de geloofwaardigheid van een volksjury.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content