Er zou meer vrede heersen in de wereld indien de oorlogsverslaggevers verdwenen. Niet alleen is het inkomen van die kerels rechtstreeks afhankelijk van de hoeveelheid gewelddadigheden waarover ze kunnen berichten en hebben zij er dus alle belang bij om nog wat olie op het vuur te gieten. Maar vooral hun onderlinge haat en naijver maakt vrede tot een utopie.

Geen beter voorbeeld denkbaar dan Rudi Vranckx en Johan Depoortere. Spreken niet meer met elkaar sinds 1989! In die periode stond Roemenië in het brandpunt van de actualiteit. Oproer in de straten, gaten in de vlag, de president en zijn vrouw publiekelijk geëxecuteerd, verzonnen en echte massagraven, onnoemelijke feiten met voormalige olympische turnkampioenes… zeg het en het gebeurde in Boekarest. Voor de openbare omroep waren twee verslaggevers ter plaatse: Vranckx en Depoortere. De eerste voor het Journaal, de tweede voor Panorama.

‘Afspreken met elkaar’, had Kris Borms beide reporters bij hun vertrek meegegeven. En afspreken deden ze. Johan Depoortere had via zijn Russische connecties een heel netwerk van interessante gesprekspartners en getuigen gevonden, en gaf Vranckx een gedetailleerd overzicht van wie hij ging interviewen, wat hij ging filmen, tot en met het klaaglijke gesnerp van Toots Thielemans dat hij onder zijn montage zou mixen. Het was het gebiedende toontje dat hij daarbij aansloeg, dat Vranckx niet beviel. Toen Depoortere twee weken later terug in Brussel kwam, bleek dat al zijn gesprekspartners al in het Journaal waren opgevoerd, en dat zijn reportage werd vervangen door iets droevigs van Xavier Waterloos. Ze hebben hem met zeven man moeten tegenhouden.

Die vete leeft dus nog. Toen Johan in Tora Bora van Jef Lambrecht vernam dat Vranckx naar het Midden-Oosten was vertrokken, zat hij nog dezelfde avond op de expresstrein Kabul-Jeruzalem. Wat zich daarna in het Heilig Land ontspon aan etheroorlog was zonder voorgaande. Het volstond dat Rudi Vranckx een stand-up deed bij een Israëlische controlepost aan de rand van Ramallah om te melden dat niemand de stad nog in kon, of Johan Depoortere kwam vijf tellen later in beeld vanuit het centrum van Ramallah, omgeven door Israëlische tanks en militairen. Had Vranckx gezegd dat de Geboortekerk in Bethlehem belegerd werd door het leger? Hops, daar stond Depoortere zijn verslag al in te spreken vanaf de preekstoel.

Aan de rand van het verwoeste vluchtelingenkamp van Jenin kwam het zelfs tot slaande ruzie, toen beide VRT-reporters daar gelijktijdig arriveerden. Vranckx met een Israëlisch camerateam, uit veiligheidsoverwegingen, Depoortere met een Palestijns omdat dat gevaarlijker was. Binnen de kortste keren rolden reporters, cameralui, klankmannen en tolken vechtend door het stof. Er was een gezamenlijke charge van Israëlische soldaten en Palestijnse politieagenten nodig om de vechtenden te scheiden.

Kunt u geloven dat Bruno Wyndaele Depoortere en Vranckx twee weken geleden samen in zijn canapé uitnodigde? Elk op een uithoek, ze schonken elkaar geen blik. Het was al bonje bij de introductie, die de gasten van De Laatste Show om een onduidelijke reden zelf moeten verzorgen. Depoortere wrong zich eerst vanachter het gordijn: ‘Ik ben Johan Depoortere en ik ben de enige oorlogsverslaggever van de VRT.’ Vooraf was een heel andere tekst afgesproken en Vranckx was dan ook totaal verrast. Toen het zijn beurt was, kwam hij niet verder dan: ‘En ik ben euh… Vranckx.’ Hij was de camera al voorbij vóór hem te binnen schoot dat hij nog iets moest zeggen. Rudi wurmde zijn hoofd snel weer voor de lens en kneep het eruit: ‘En ik ben te gast in de show van Wyno Brundaele.’

Tijdens het interview staken de twee warlords elkaar voortdurend de loef af. Of dat gevaarlijk was, reportages maken in Palestijns gebied? ‘Heel gevaarlijk’, wist Vranckx met een bezorgde blik. ‘Welnee’, beweerde Depoortere die liet uitschijnen dat hij in zijn carrière wel erger had meegemaakt. Of de twee vrienden ginds contact met elkaar hadden gehad? Natuurlijk niet, ze gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Wat die Bruno uiteraard ook weet, maar vergis u niet: achter dat laagje oppervlakkige vriendelijkheid schuilt een echte hond. ‘Nee, geen contact’, zuchtte Depoortere alsof hem iets onfatsoenlijks was gevraagd.

‘Jullie hadden geen contact met elkaar!?’ veinsde Wyndaele opperste verbazing. Omdat Depoortere al gesproken had, hij sprak trouwens de hele tijd door als eerste, was het nu aan Vranckx. Dat die gedurende enkele seconden niet wist wat te zeggen, vertelde het hele verhaal. ‘De Israëliërs blokkeren de gsm-verbinding naar Palestijns gebied’, kwam hij na een pijnlijke stilte met een verklaring die zo belachelijk was dat hij er zelf van schrok.

‘Dragen jullie een kogelvrij vest?’ Vranckx wel, Depoortere niet. ‘Ik heb altijd een gewatteerd jasje mee, dat beschermt tegen de kou.’

‘Ja maar,’ hield Wyndaele vol, ‘ik heb het over de kogels.’ Depoortere trok een nog diepere frons op zijn gelaat: ‘Oh in die zin. Tja, wie bang is van kogels moet inderdaad maar een kogelvrij vest aantrekken, zoals hij hier. Ofwel moet hij De Zevende Dag gaan presenteren. Maar zo iemand noem ik geen journalist.’

En zo ging dat maar door. Wie het verst in het gevaarlijk gebied was geraakt? ‘Ik’, was Depoortere zijn rivaal weer te snel af. Vranckx kon één keer tegenscoren: hij had Yasser Arafat geïnterviewd. Weliswaar toen dat van de Israëliërs nog mocht, maar niettemin was het heel even een punt in zijn voordeel. En toen kwam Magda Aelvoet zijn bloeddruk meten: achttien over elf! En zeventig hartslag in rust. ‘Ge zijt precies een beetje gespannen,’ sloeg Magda het laatste greintje imago van Vranckx aan diggelen, ‘dat zou je niet verwachten van een oorlogsverslaggever.’

Verbaast het u dat vorige week Johan Depoortere door de hoofdredactie naar Ramallah werd teruggestuurd? Rudi Vranckx moest tot zijn grote woede thuisblijven. Officiële reden: te hoge bloeddruk.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content