SOLIDARITEIT

Het monster van Loch Ness van het voetbal is weer eens boven water gekomen. Volgens Anders Horsholt, de directeur van FC Kopenhagen, hebben de voorbije dagen vertegenwoordigers van topclubs uit België, Schotland, Nederland, Noorwegen, Zweden en Denemarken gepraat over een gezamenlijke competitie. Als tegengewicht voor de plannen van de Europese topclubs om een Super League op te starten.

De UEFA ging in augustus door de knieën voor de eis van de Europese topclubs om de vier grootste voetballanden vier deelnemers aan de Champions League te garanderen. Aleksander Ceferin beloofde vorige maand na zijn verkiezing tot voorzitter van de UEFA om die maatregel te herzien, nadat de European Professional Football Leagues (de vertegenwoordigers van alle Europese liga’s) gedreigd hadden speeldagen te organiseren op Champions League-avonden.

Zoals alles in het voetbal werd het conflict snel uit de wereld geholpen door wat centen te beloven. De UEFA en de European Club Association (de 220 belangrijkste teams in Europa) kwamen overeen dat er 60 miljoen euro extra gaat naar de Europa League. Tevens werd een herverdeling beslist van de 128 miljoen euro die de UEFA aan de Europese liga’s geeft. Tot nu toe ging 80 procent van dat bedrag naar de topcompetities. ‘Solidariteit is ons ordewoord’, zei ECA-voorzitter Karl-Heinz Rummenigge zonder te blozen.

De kloof tussen groot en klein zal alleen breder worden. Logisch dus dat de kleinere landen op zoek gaan naar alternatieve inkomsten. Het idee van een Atlantic League dateert al van eind de jaren negentig van de vorige eeuw. Toenmalig PSV-voorzitter Harry van Raay was de drijvende kracht achter een poging om de topclubs uit Nederland, België, Schotland en Portugal samen te brengen.

Het was een minder slecht idee dan een competitie met ook teams uit Scandinavië. Het is zeer twijfelachtig of clubs als Malmö, Rosenborg en FC Kopenhagen meer toeschouwers zouden lokken dan Heerenveen, AZ of Utrecht in Nederland of KV Mechelen, Zulte Waregem en Charleroi in België. Nog onzekerder is of teams als Aberdeen, Rangers, AIK, Lillestrøm of Midtjylland het niveau zouden optrekken. Zo’n competitie zal ook de aantrekkingskracht bij jonge spelers voor de grote liga’s niet verminderen.

Een Atlantic League moet ook nog een oplossing vinden voor een praktisch probleempje. In de winter valt er in Noorwegen en Zweden niet te voetballen, zodat Nederland en België verplicht zouden zijn in de zomer te voetballen en een kalender te volgen die haaks staat op die van West- en Zuid-Europa.

De winst die een Atlantic League zou kunnen opleveren, weegt absoluut niet op tegen de schade die ze zou aanbrengen aan de nationale competities. Zonder Anderlecht, Club Brugge, Standard en misschien ook AA Gent en Racing Genk blijft er van het vaderlands voetbal niet veel over. Hetzelfde geldt voor Nederland zonder PSV, Feyenoord en Ajax en Schotland zonder Celtic en Rangers.

Onduidelijk is ook of de voorstanders van een Atlantic League het risico willen lopen om terug te zakken naar de nationale competitie. Als ze het principe van stijgen en dalen niet aanvaarden, veroordelen ze alle andere ploegen om nog uitsluitend in eigen land te spelen en worden de nationale competities verder gedevalueerd.

Neen, de Atlantic League lost niets op. Er is een heel andere aanpak nodig, die clubs uit kleinere (voetbal)landen min of meer gelijke kansen geeft. Een denkpiste zou de oprichting kunnen zijn van een achttal regionale competities met telkens acht teams (bijvoorbeeld uit België en Nederland; Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk; de Balkanlanden en Italië; de Scandinavische landen; Turkije, Griekenland en Cyprus; de Britten; Oost-Europa), waarvan de beste twee na Nieuwjaar mogen deelnemen aan een Europees knock-outtoernooi. Cruciaal daarbij is dat de reclame- en tv-inkomsten door de UEFA, naar het voorbeeld van de landencompetities, gelijk over alle teams van de poulefase worden verdeeld.

Dat zou pas echt de financiële slagkracht van toppers uit kleinere competities versterken en bovenal de nationale competities intact laten. Op de koop toe zou het ons verlossen van eindeloze voorrondes tussen teams die niets te zoeken hebben op de internationale scène en van matchen waar geen hond op afkomt.

DOOR FRANÇOIS COLIN

De Atlantic League is het monster van Loch Ness van het voetbal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content