Door de reuk van de koeien kon niemand inslapen

© Belga

Hoofdredacteur Jacques Sys vertelt elke dag een opmerkelijke anekdote uit de geschiedenis van de Tour de France.

Niet altijd waren de hotels in de Tour van niveau. Het is een van de redenen waarom een kampioen als Rik Van Steenbergen maar drie keer in de Ronde van Frankrijk startte. Vroeger sliepen de renners soms in scholen, met 30 man in een zaal. En ze aten elke dag groenen bonen.

Nadat Mario Cipollini in 1993 de gele trui pakte na een zege in de ploegentijdrit werd de ploeg van Mapei ondergebracht in een wel erg primitief hotel. Er stond bijvoorbeeld maar één telefoon, in de keuken. De telefoonhoorn was heel dik, gewoon omdat er zo veel vet aan hing. De kurken van de waterflessen waren groen, het papier krulde van de muren, de doucheknop was helemaal verroest. Het personeel van de ploeg sliep niet in het hotel, maar aan de overkant van de straat. Onder hen stonden er koeien in een stal. Door de reuk van die koeien kon niemand inslapen.

Uit schaamte voor zo’n slechte huisvesting liet de toenmalige Tourbaas Jean-Marie Leblanc een paar flessen champagne aanrukken. Toen gebeurde er iets heel vreemds: de Pool Zenon Jaskula pakte zijn glas en at dat gewoon op. Helemaal niets bleef er van dat glas over. Iedereen zat er met open mond naar te kijken. Maar Jaskula had er geen last van. Hij zou nog een rit winnen en werd derde in het eindklassement.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content