De Zwarte Zee

Volgens de nieuwslezer op TV is heel Centraal- en Oost-Turkije intussen ondergesneeuwd. Sneeuw of geen sneeuw, we willen de Zwarte Zee zien.

De baan van Erzurum naar Artvin volgt de Tortumrivier, die diepe canyons heeft uitgesleten in het ruwe rotslandschap. We vorderen maar traag. De weg door de bergen is glad en smal, en er zijn niet overal vangrails. Net voor het hoogste punt, rijdt de bus de berm in. Tijd voor de sneeuwkettingen. Koppeltjes stappen even uit de bus om elkaar met de gsm te fotograferen in het kerstlandschap.

Tussen Artvin en Hopa krijgen we nog meer sneeuw. Takken buigen flink door onder het gewicht, en ook electriciteitsdraden worden zwaar op de proef gesteld. Veel vrachtwagens staan aan de kant, de wielen intussen volledig onzichtbaar door het dikke witte pak.

In het havenstadje Hopa eindigen de bergen in de zee. Langs de kustlijn staat een lint van Turkse en Georgische vrachtwagens geparkeerd. De nabijheid van een grens laat zich merken aan de overvloed aan drankwinkels, bars en rendez-vous-hotels. In een zaak delen flessen alcohol en vuurwapens samen de etalage. Als dat maar goed komt.

We drinken een pint in cafe Magara, waar een struise vrouw achter de toog staat. Een drummer en een gitarist spelen Turkse folkrock voor de schaarse gasten. Waanzinnig vals en volledig uit de maat, maar live. Een zatlap (de eerste die we zien in Turkije) wil binnen, maar wordt meteen weer aan de deur gezet.

Hotel Sato heeft goedkope kamers met zicht op zee. Zonder verwarming, maar met electrische dekens. Ook goed.

Net buiten de stad is de “Kurban Pazari” volop bezig. Drie dagen voor het islamitische offerfeest wisselen honderden schapen, geiten en koeien van eigenaar. Dorpelingen uit de wijde omgeving hebben er tijdelijke stallen van plastic zeilen opgetrokken om hun beesten en zichzelf tegen de vrieskou te beschermen. Mustafa uit Yusufeli kampeert al tien dagen in een geimproviseerd bed tussen de runderen. Het stinkt er naar stront, maar ’t is er tenminste warm. Mustafa is tevreden. Hij heeft de helft van zijn koeien al verkocht voor een goede prijs, 800 tot 1000 euro per dier. Schapen kosten tussen de 100 en 150 euro.

Veehandelaars, herders en kopers warmen zich aan brandende autobanden, waaruit een dikke zwarte wolk ontsnapt. Een schriel mannetje houdt zijn dolle koe niet meer in bedwang en wordt in ware slapstick-stijl over het gladde asfalt meegesleurd. Een kudde schapen besluit verwarring te zaaien door zich in twee te splitsen en een ontsnappingspoging te ondernemen.

Schapenruggen worden betast en gekeurd. Als schaap ben je hier maar best niet te dik en te levendig. Een oude ram met respectabele horens heeft het goed begrepen. Het dier blijft roerloos staan terwijl zijn soortgenoten paniekerig wegvluchten voor de potentiele kopers. Niemand wil zo’n mak beest.

Verkochte schapen worden meteen in pick-ups geladen of gemerkt met een verfstreep voor latere afhaling. Tegenover het stinkende kampvuur opent een kebabzaak het luik van zijn marktwagen.

Wij warmen op in een vergeeld theehuis in Hopa, met domino spelende mannen en schilderijen van liggend naakt aan de muur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content