Jan Lampo – De engel met de zaag

Eindelijk een onvervalst, ouderwets misdaadverhaal, dat leest als een vertelling van Eugène Sue. ‘De Engel met de Zaag’ is een buitengewoon stadsmysterie met als hoofdfiguur de oude stad Antwerpen zelf.

Jan Lampo – De engel met de zaag
Uitgeverij: Davidsfonds, Leuven, 2008
Aantal pagina’s: 217
ISBN: 978-90-630-6579-9

Eindelijk een onvervalst, ouderwets misdaadverhaal, dat leest als een vertelling van Eugène Sue. De Engel met de Zaag is een buitengewoon stadsmysterie, dat Sue’s Les Mystères de Paris paart aan Léo Malets Nestor Burma.

Hoofdfiguur is de oude stad Antwerpen zelf. Lampo behandelt de kernstad uit het midden van de 19e eeuw als een onbereikbare geliefde, een vuige schone wier zedeloosheid hij ombuigt tot diepmenselijke sympatie. Wie het oude Antwerpennog gekend heeft met zijn kabberdoezen van de Jezuïetenrui tot de Zakstraat, van de Burchtgracht tot de Vingerlingstraat, zucht van heimwee als hij deze roman-feuilleton uit heeft.

Een thriller kun je De Engel met de Zaag bezwaarlijk noemen. Daarvoor onthult Lampo te snel de dader, zijn Meester, de modus operandi en de te verwachten ontknoping. Maar juist die aanpak verhoogt de kracht van het mistige avonturenverhaal in de onderbuik van de grootstad, voordat de Schelde werd rechtgetrokken, het hele rosse kwartier door vastgoedmakelaars werd neergehaald, en het Schoon Verdiep de coûtumes reçues in managerstermen heeft gehuld.

Alle ingrediënten van het klassieke mysterie à la Sue zijn verwerkt: er is de 19e- eeuwse fascinatie voor het monster en de gruwel (de bochelaar, de afgezaagde onderbenen), voor de beloften der wetenschap (de ontdekking van chloroform, de Lombrosotypologie), het onderaardse labyrint (de ruien).

Ze spelen alle een rol in de ontrafeling van een moorddadige kruistocht om het zedenbederf uit te roeien, tegen een achtergrond vande ideeënstrijd (katholicisme-liberalisme) en van de seksuele hypocrisie der notabelen.

Lampo’s beschrijving van de brand op het Burchtplein in 1866 kon een eeuw later gebeurd zijn. Ik hoor zelf de bordeelmeisjes in 1968 nog roepen toen ze de Rubensen uit de Sint-Pauluskerk redden: ‘ Ons kaark stod in braand.’ Die herkenbaarheid heeft Lampo bereikt. Dat verdient een Poirotprijs.

Lukas De Vos

Partner Content