“Het allerhoogst staat altruïsme”

Goede psychotherapie is voor Mia Leijssen een zoektocht naar de ziel. Een paar fragmenten uit een lang gesprek over bezieling en zingeving.

Goede psychotherapie is voor haar een zoektocht naar de ziel. In de Knack-serie Vlaanderen in therapie praat Mia Leijssen over bezieling en zingeving. Een paar fragmenten uit een lang gesprek.

In het universum van de psychotherapie bestaan verschillende scholen, tradities en strekkingen. “Maar het belangrijkste is natuurlijk de persoonlijkheid van de therapeut’, zegt Mia Leijssen, psychotherapeute en hoogleraar aan de K.U.Leuven. ‘Die persoonlijkheid bepaalt in hoge mate of de therapie succesvol zal zijn of niet. Men hoort dat niet graag, omdat het een subjectieve factor is, die moeilijk te controleren valt. Maar het is zo.”

Wat doet een psychotherapeut eigenlijk? Leijssen: Hij of zij helpt de cliënt om zijn gevoelens binnen menselijke proporties uit te drukken, zodat kwaadheid of verdriet naar boven kunnen komen zonder dat de cliënt wordt overspoeld door wanhoop of razernij. De psychotherapeut helpt die gevoelens dragen, zodat de cliënt ze onder ogen kan leren zien. Er bestaat nog altijd een grote misvatting: psychotherapie zou als doel hebben om mensen ongeremd hun gevoelens te laten spuien. In de jaren zestig was dat idee heel populair: cliënten mochten dan op kussens slaan om zich af te reageren. Maar dat is nonsens, natuurlijk. Zo werkt het niet. Dat soort praktijken heeft zelfs aardig wat schade aangericht. Het is geen goede manier om iets te verwerken, omdat je de gevoelens nog opklopt – letterlijk zelfs. Bij een goede psychotherapie gaat het er net om dat de cliënt zijn gevoelens leert doseren.

Uw bekendste boek heet Tijd voor de ziel. Introduceert u daarmee geen religieus concept in de psychotherapie?
Leijssen: Traditioneel wordt die term inderdaad vaak gebruikt in de context van religie. Maar de menselijke ervaring van de ziel is van alle tijden. Dat merk je in ons taalgebruik: we spreken over ‘bezieling’, ‘iets doen met hart en ziel’, ‘iemand op zijn ziel trappen’. Door het concept helemaal op te sluiten in de religieuze context, doe je mensen onrecht aan. Voor mij is de ziel de onstoffelijke essentie van de mens. Niet alleen van de mens, trouwens. We spreken ook over de ziel van een kunstwerk, of over de ziel van een huis. Het gaat om iets ongrijpbaars, dat toch door iedereen wordt aangevoeld. Dat is voor mij de ziel. Daar ga ik met de cliënt naar op zoek. Wat is voor deze persoon essentieel voor zijn of haar leven? Waar komt hij in contact met zijn of haar essentie? Waardoor wordt hij ontroerd of geraakt? Waarmee voelt hij zich ten diepste verbonden? Het gaat om een ervaring die iedereen kent.

Klopt het dat altruïsten meer levensvoldoening hebben?
Leijssen: Ja. In het zingevingsonderzoek hebben wij gemerkt dat er een hiërarchie bestaat in de mate waarin mensen zingeving ontlenen aan wat ze doen. Het laagst op de ladder staat het pure hedonisme: genieten van eten, drinken, seks, reizen, alles wat in onze westerse wereld wordt verkocht als zogenaamd genot en geluk. Het gaat altijd om zeer kortstondige vormen van genot, waarbij je altijd meer nodig hebt om nog voldoening te vinden. Dat is natuurlijk een valkuil, die in het uiterste geval tot verslaving kan leiden. Op de tweede plaats in de hiërarchie komen allerlei zaken waarmee je aan persoonlijke ontwikkeling doet, manieren waarop je je talenten benut en aan je trekken komt met de dingen waar je goed in bent. Maar het allerhoogst staat het altruïsme: mensen vinden het bijzonder zinvol als ze dingen doen die anderen ten goede komen.

JOËL DE CEULAER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content