Nood en deugd in Beijing

Schrijver en Knack-blogger Bart Van Loo wordt door de IJslandse vulkaan gegijzeld in de Chinese hoofdstad Peking.

Gegijzeld door een IJslandse vulkaan in de Chinese hoofdstad.

“Europe? We don’t know”, kreeg ik zaterdagochtend te horen op de immense luchthaven van Beijing toen ik vroeg welke Europese luchthavens nog open waren.

De dame die op de informatiedesk zat, wist van toeten of blazen. We vroegen haar of er ergens een internetcafé was. Of we een computer hadden? Neen. “Oh, dan moet u naar het businesscenter”.

Vol moed togen wij naar dit ongetwijfeld indrukwekkende informatiecentrum. Na heel wat omzwervingen belandden we in een klein achterafzaaltje. Eén tafel, één man, één printer en welgeteld één computer.

Jawel, dit was het businesscenter. Voor 15 yuan (ongeveer 1,5 EUR) mochten we een half uur uitzoeken of het mogelijk was alsnog het vaderland te bereiken. Neen, dus. Om via Rome, daarna een nachttrein naar Parijs en dan met de Thalys naar Antwerpen zou ons per pesoon een kleine 2000 EUR en heel wat omzwervingen kosten. Even nadenken toch maar. Misschien komt alles wel goed, denk je dan. Neen, de wolk verspreidt zich verder, steeds meer luchthavens sluiten hun deuren, de zeldzame vluchten naar het zuiden van Europa zitten eivol, en het enige wat stilaan nog van de grond komt zijn de prijzen.

Finnair, de luchtvaartmaatschappij die ons tot hier bracht, verzekert ons dat we op 27 april een vlucht terughebben. Ondertussen hebben talloze gestrande reizigers de weg naar het businesscenter gevonden. We maken plaats. We zijn niet alleen zo blijkt.

Honderdduizenden wereldburgers verkeren in dezelfde situatie. Je denkt dat voor zoiets een universele natuurramp nodig is, maar een eenvoudige vulkaan in IJsland die ontwaakt, stuurt moeiteloos het ganse wereldverkeer in de war. Zelfs als weldra de luchthavens weer open gaan, zo vraag ik me af, hoe kan men er in hemelsnaam in slagen om die indrukwekkende hoeveelheid gestranden weer snel thuis te krijgen, wetende dat de meeste vluchten sowieso al vol zitten? Het doembeeld van 27 april lijkt stilaan enige werkelijkheidswaarde te krijgen.

Gelukkig logeren mijn vriendin en ik bij Didier Vanderhasselt die werkt op de Belgische ambassade in Beijing. Zijn appartement ligt in het Oosten van de Chinese hoofdstad, dertigste verdieping, feilloos zwevend in de smog. Hij verwelkomt ons opnieuw, contacteert de Alliance Française waar ik in de bibliotheek rustig verder kan schrijven aan het nieuwe boek dat me volop in beslag neemt.

Maar wat met de twee “oot kwisien literair”-optredens deze week met Vitalski? De lezing? De twee publieke interviews over “O vermiljoenen spleet!”? Streep erover, tenzij er nog een wonder uit de lucht valt. Graag verontschuldig ik me bij alle opdrachtgevers: het cultureel centrum van Aarschot, Jan Latinne van het Davidsfonds in As, Kris Landuyt van de Slegte in Antwerpen en Greet Kuypers van de Ballaarstraatwijk in Antwerpen. Neen, ik kan ze niet allemaal bereiken omdat ik net zonder agenda en computer op reis was vertrokken. Echte vakantie weet u wel. Nu ja, zo dacht ik, even een berichtje op bleu.blanc.rouge en Facebook zetten zodat een en ander toch de heimat kan bereiken.

Driewerf helaas, China blokkeert netwerksites en blogs. Als bestuurslid van PEN Vlaanderen wist ik natuurlijk van die censuur, maar nu ondervind ik het aan den lijve. Op de ambassade zou ik via een virtuele omweg dit bericht toch op mijn blog kunnen plaatsen. Dat lukt. Mijn diplomatieke vriend Didier zou net deze week op vakantie vertrekken, maar noodgedwongen houdt hij ons nu gezelschap op zijn appartement. Maar bij de pakken blijft hij niet zitten. Om me op te monteren stuurde hij een mail naar de speciale uitzending van Peeters en Pichal met de vraag of iemand deze week mijn plaats naast Vitalski zou willen innemen.

Gekluisterd aan zijn computer hoorden we even later dat zijn bericht voorgelezen werd op de radio. Meteen daarna belde een journalist van De Morgen me op om het fijne te weten te komen over die mogelijke vervanging. Zelfs in troebele tijden blijft internet een wonderlijk medium.

Ondertussen plant Didier een causerie over “Als kok in Frankrijk” voor enkele Nederlandstalige expats. Zonet regelde hij ook een ontmoeting met de attaché culturel van de Franse ambassade om over mijn boeken te spreken. Een lezing bij de Alliance Française in Beijing staat in de steigers. Van de nood een deugd maken, zo noemt Didier het. Iets zegt me dat de aswolk nog verregaande gevolgen gaat hebben.

Bart Van Loo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content