Liesbet Sommen (CD&V)

‘Syriza: geen overwinning van links op rechts, wel een ruk richting populisme’

Liesbet Sommen (CD&V) Voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&v-vicepremiers

‘Populistische politici, van Griekenland tot bij ons, zoeken naar kwesties waarmee ze het vuur bij het publiek kunnen oppoken’, schrijft Liesbet Sommen in deze bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be ‘Telkens gaat het over boodschappen die bij mensen een indruk van een crisis, een sense of urgency veroorzaken.’

Degenen die de politieke aardverschuiving in Griekenland richting de communistische partij Syriza interpreteren als een overwinning van links op rechts, hebben het niet begrepen. Waar het om gaat, is een ruk richting eenvoudige, ongenuanceerde standpunten – of populisme, zoals u wil – in crisistijden.

Kiezers voelen zich in bange tijden aangetrokken tot leidersfiguren die onomwonden taal spreken en verandering beloven. Dit effect wordt nog versterkt wanneer zo’n leider zich kan afzetten tegen een politieke opponent wiens cliëntelistisch beleid van eigenbelang wordt opgepikt door het buikgevoel van de kiezer.

Change

Amerikaans president Barack Obama houdt het patent op de ‘change’-boodschap. Die aardde in 2008 niet geheel verrassend goed op de puinen van zijn voorganger Bush jr., die zijn ambtstermijn startte en hernieuwde met vermoedens van verkiezingsfraude, het Kyotoprotocol tegen klimaatopwarming verwierp, de pensioenen privatiseerde en het land in uitzichtloze oorlogen stortte in Irak en Afghanistan.

De geestelijke vader van de veranderingsgedachte had hierdoor dan ook geen populistisch programma nodig om een verkiezingsoverwinning op de republikeinen te boeken. Dit alles speelde zich af op de achtergrond van een financiële crisis die de wereldeconomie nog jaren in haar greep zou houden. De economie was hier echter niet de oorzaak van het succes van de veranderingsboodschap, maar wel de crisissen die Bush jr. in vele andere Amerikaanse beleidsdomeinen had achtergelaten.

Europa

Dat is helemaal anders in Spanje, waar de nieuwe politieke partij van Pablo Iglesias teert op de zware sociale afbraak die de economische crisis en het besparingsbeleid van Europa veroorzaken. De partijleider van Podemos, gekenmerkt door zijn paardenstaart en wat non-conformistisch uiterlijk, voert zijn campagne louter op basis van het veranderingsstreven. In recente peilingen komt de partij naar voor als de grootste van Spanje, met een score van bijna 30%.

Dit na de verkiezingen waarbij de partij al de vierde grootste van het land was geworden en waarbij de traditionele Volkspartij (PP) en de socialisten (PSOE), beschouwd als zeer corrupt, meer dan 30% van hun stemmen verloren. Net als in Griekenland tiert in Spanje de eenvoudige boodschap van verandering welig, veroorzaakt door de gevolgen van de economische crisis.

Maar niet alleen in Zuid-Europa overwint vandaag het populisme. In gidsland Zweden winnen de Sverigedemokraterna terrein, de Scandinavische versie van een Vlaams Blok. Nog in december vorig jaar maakte Zweden zijn historische primeur mee, toen de racistische partij steun aan de minderheidsregering over de begroting terugtrok en de regering ten val kwam.

Het land met een gastvrije migratiepolitiek wordt geconfronteerd met de vele internationale oorlogen die momenteel woeden en krijgt vooral veel asielzoekers uit Syrië en Irak over de vloer. Op een bevolking van 10 miljoen mensen stijgt het aantal migranten jaarlijks met een kleine 100.000. In Zweden gedijt de racistisch-populistische partij dan ook op een immigratiecrisis.

Crisis is polarisatie

Crisis leidt dan ook tot polarisatie van het politieke landschap. In ‘good times’ kunnen linkse partijen zich bijvoorbeeld transformeren naar een ‘rechtser’ profiel, en onderschrijven daarmee de theorie van de derde weg van Anthony Giddens. In goede tijden zijn de ideologische verschillen tussen partijen minder afgelijnd. Maar in crisistijden zullen traditionele partijen met een gematigd discours zich een duidelijker oriëntatie en profiel moeten aanmeten, of ze overleven niet.

Als deze partijen niet tijdig anticiperen op de impact van een crisis, is er vrij spel voor populistische partijen met meer polariserende standpunten. Partijen met een zeer duidelijke framing, of deze nu als links of als rechts getypeerd wordt, spinnen immers garen bij crisis.

One issue

Hieruit vloeit ook voort dat het afnemen van een crisis moeilijkheden schept voor polariserende partijen. Kijk maar naar het Vlaams Belang, dat in 2014 na de doortocht van Maggie De Block op asiel en migratie amper nog boven de kiesdrempel uitkwam met 5,9%. Het asieldossier had voor de gematigde Vlaming op dat moment immers de status ‘opgelost’ verkregen.

Populistische leiders met een sterk historisch en politiek-strategisch inzicht weten dat het dus electoraal gevaarlijk kan zijn om zich op te stellen als een one issue-partij. Die leiders geven zich er rekenschap van dat een sterke profilering met bijvoorbeeld het op orde zetten van de begroting na de financiële crisis, bij een economische opflakkering irrelevant zal worden.

Beschermheer

Het is in zo’n geval voor een leider zaak op andere beleidsmatige werven het vuur bij de publieke opinie wat op te poken. Daarbij moet het in ieder geval gaan over thema’s die de indruk van een crisis, een sense of urgency bij mensen veroorzaken. Denk maar aan een klimaatpartij die een sterke verlaging van de belastingen gaat bepleiten, om bij gebrek aan zware overstromingen of een energietekort op korte termijn ook relevant te worden met eenvoudige boodschappen die de portefeuille raken.

Ook het thema veiligheid biedt mogelijkheden genoeg. Het volstaat om een bestaande dreiging sterker onder de aandacht te brengen en de bevolking uitdrukkelijk te wijzen op de gevaren die hieraan verbonden te zijn. Velen zullen zich dan veiliger voelen met een leider die gespierd taalgebruik niet schuwt en zich opwerpt als ultieme beschermheer.

Partner Content