Supertalent Landry Dimata (KVO): ‘God zorgt niet voor goals, dat doe ik zelf wel’

Landry Dimata (KV Oostende) en Stefan Mitrovic (AA Gent) in duel op dag 4 van de Play-offs. © BelgaImage
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Marc Coucke heeft, zoals wel vaker, de jackpot gewonnen. Een jonge Belgische spits die hij voor een prikje overnam van Standard is de revelatie van de competitie: Landry Dimata. ‘Je leven verandert wanneer iedereen plots weet wie je bent.’

‘Als hij verder blijft werken, wordt Landry Dimata een van de beste aanvallers ter wereld.’ Ex-international Philippe Albert schuwde de grote woorden niet na de bekerfinale tussen KV Oostende en Zulte Waregem. Dimata, een Brusselse spits van 19 jaar, scoorde twee keer, al ging zijn KVO finaal wel de boot in. Albert was zo onder de indruk dat hij de aalvlugge aanvaller aanprees bij de bondscoach. ‘Ik vergeet niet wat Michy Batshuayi en Christian Benteke hebben gepresteerd, om over Romelu Lukaku nog maar te zwijgen, maar het zou me een plezier doen als Roberto Martínez hem selecteert. Dimata is dé revelatie van het seizoen’, zei Albert, in Franstalig België een veelgevraagd voetbalanalist.

Seizoensrevelatie, mogelijk Rode Duivel en als we de kranten mogen geloven over luttele weken een toptransfer naar de Bundesliga? Het gaat hard voor Landry Dimata. Onder kenners circuleert zijn naam al langer. Bij de beloften van Standard scoorde Dimata aan de lopende band. Een kans in het eerste elftal bleef echter uit, en de jonge spits verkaste voor een habbekrats naar de kust. Dat Dimata het in Luik niet waarmaakte, schijnt te liggen aan een ruzie tussen zijn makelaar en de directie van Standard. De Brusselaar ligt onder contract bij StarFactory Football Management van Didier Frenay, terwijl Standard graag zakendoet met makelaar Christophe Henrotay. De Rouches schoten zich flink in de voet: een vlot scorende spits was dit seizoen welkom geweest.

Marc Coucke neemt het allemaal niet te serieus, maar eist wél dat we ons best doen. Ik vind dat een mooie manier om in het leven te staan

Officieel heet hij Nany Landry Dimata, maar zijn eerste naam raakte al in de lagere school in onbruik. ‘Mij maakt het niet uit, maar de mensen vinden blijkbaar dat Landry beter bij me past dan Nany’, vertelt de tweetalige Dimata. De Congolese Belg heeft familie in Nederland, en legt een lichte Hollandse toets in zijn articulatie. ‘Dáár moet ik iets aan doen: de Vlamingen beginnen er altijd over’, grijnst hij. Dat Philippe Albert hem met complimenten overlaadde, wist hij niet. De lof overvalt hem, zoals heel zijn succesvolle seizoen onverwacht is gekomen. ‘Ik weet alleen dat dit niet het einde van mijn weg mag zijn’, zegt hij. ‘Ik moet blijven werken, blijven evolueren en misschien kan ik dan de topspeler worden die Philippe Albert in mij ziet. Als God het wil.’

Vader Dimata was diplomaat op de Congolese ambassade. Hij verliet zijn gezin toen Landry zeven was, sindsdien is er geen enkel contact meer. ‘Ik bleef achter met mijn moeder en vier kleine zusjes’, vertelt hij. ‘Wanneer ze zeggen dat ik volwassen ben voor mijn leeftijd, dan weet ik hoe het komt: zorg maar eens voor vier kleine meisjes die op je rekenen. Zo jong verantwoordelijkheid moeten dragen, heeft van mij de man gemaakt die ik vandaag ben. Wanneer ik niet op mijn zussen moest passen, ging ik voetballen in het Jubelpark. Iedere ochtend, iedere avond en iedere middag wanneer ik geen school had. En soms ook wanneer ik wél school had.’ (lacht)

Het niveau van het voetbal op de Brusselse parkveldjes valt niet te onderschatten.

Landry Dimata: Je moet meekunnen of ze blazen je omver, ja. Veel van mijn speelkameraadjes zijn later prof geworden. Orel Mangala zit bij Dortmund, Dodi Lukebakio bij Toulouse en Nathan de Medina bij OH Leuven.

Ze liggen alle drie onder contract bij Anderlecht, dat hen uitleent. In tegenstelling tot uw jeugdvrienden bent u nooit in het vizier gekomen bij paars-wit.

Dimata: Bij de jeugd stak ik er niet bovenuit. Ik moest er meer voor werken dan mijn kameraden. Pas sinds een jaar of drie ben ik op hun niveau gekomen. Op mijn veertiende verliet ik Brussel voor de jeugdopleiding van Bergen. Ik kende er niemand, en moest leren mijn eigen boontjes te doppen. Voor mijn mentale ontwikkeling is dat een heel belangrijke periode geweest. Toen ik zestien was, kreeg ik een profcontract bij Standard. Daar werd de pleintjesspeler geleidelijk aan een volwaardige voetballer. Ik zat er in een uitzonderlijk straffe lichting, we wonnen alles wat er te winnen viel. De andere topclubs wisten dat ze met minstens twee goals verschil zouden verliezen.

Van die sterke belofteploeg zijn er niet veel doorgebroken.

Dimata: Ze krijgen geen kans om te tonen hoe goed ze zijn. Zo jammer. Zet het belofteteam van toen in eerste klasse, en ik denk dat we brokken maken.

'De verloren bekerfinale heeft lang nagezinderd. We hebben onze start in play-off I gemist door de teleurstelling van toen.'
‘De verloren bekerfinale heeft lang nagezinderd. We hebben onze start in play-off I gemist door de teleurstelling van toen.’© BelgaImage

Het is voor mij lelijk geëindigd bij Standard, en tot op vandaag weet ik niet precies wie daar verantwoordelijk voor was. Ik heb er na KV Mechelen – KV Oostende over gepraat met Yannick Ferrera (Ferrera was destijds trainer bij Standard, nu van KV Mechelen, nvdr.). Hij zei dat er ‘van hogerhand’ bevolen was om mij niet op te stellen. Bij de beloften maakte ik toen de ene goal na de andere, en ik weet dat Adrien Trebel en Réginal Goreux zijn gaan vragen waarom ik niet bij het eerste elftal speelde. Toen zij geen duidelijk antwoord kregen, begreep ik dat ik maar beter uit Luik kon vertrekken. Maar ik wil niet natrappen, Standard blijft een fantastische club. Ik heb er een geweldige opleiding gekregen, veel geleerd en mooie vriendschappen opgebouwd. Waarom dan met bitterheid terugkijken? Ik focus liever op het positieve.

U bent gelovig. Dat is eerder uitzonderlijk voor een negentienjarige Belg.

Dimata: Ik ben religieus opgevoed, maar mijn geloof is pas een jaar of drie geleden opengebloeid. Zonder aanleiding of zonder dat iemand voor de vonk zorgde, het kwam uit mezelf. Geloven in God heeft me heel veel gegeven. Ik was een woelwater. Een Brussels ketje, altijd in de weer. Nu heb ik rust, discipline en vooral liefde in mijn hart. Ik ben minder op mezelf gericht dan vroeger, en dat is goed, want ik ben niet belangrijk. Ik kan belangrijk wórden wanneer ik een verschil maak, wanneer ik een lichtpunt ben in het leven van mijn medemens. Het voorbeeld van Jezus helpt me daarbij. Ik lees elke dag de Bijbel, de handleiding van mijn leven (haalt een smartphone boven met een Bijbel-app, nvdr).Dit is bijvoorbeeld een citaat dat me de laatste tijd inspireert: ‘Zelfs sterke helden struikelen, maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput.’ Mooi toch? Uit het Boek Jesaja, Oude Testament. God geeft je energie en bant je twijfels.

U bidt net voor u het terrein opstapt. Bidt u dan voor doelpunten?

Dimata: Nee, zo werkt het niet. Als ik bid voor goals en de keeper van de tegenstander bidt om de ballen tegen te houden, wat moet God dan? (lacht) God hoeft niet voor goals te zorgen, dat doe ik zelf wel. Ik leg mijn leven in Zijn handen, maar dat wil niet zeggen dat ik geen enkele verantwoordelijkheid draag. Je geluk moet je maken. Nee, ik bid voor rust. Een match waar alle partijen een goed gevoel aan overhouden, dat is ideaal. Begrijp me niet verkeerd, het is belangrijk dat mijn ploeg wint, en ik zal er alles aan doen om dat te bereiken. Maar als het niet lukt, dan tast dat mijn fundament, mijn innerlijke rust, niet aan.

U arriveerde bij Oostende als onbekende speler. De concurrentie is hier niet min. Joseph Akpala, Cyriac, Nicklas Pedersen en Knowledge Musona zijn namen met weerklank, maar u dacht: die speel ik wel uit de ploeg?

Dimata: Helemaal niet. Ik hoopte op een eerlijke kans, meer niet. Als ik af en toe van de bank kon komen om te tonen wat ik in mijn mars heb, zou het een goed seizoen zijn. Het ging veel sneller dan ik ooit had durven te dromen. Vanaf de eerste match stond ik in de basis. Als voetballer was ik klaar voor eerste klasse, maar mentaal vergde het veel. Je leven verandert wanneer iedereen plots weet wie je bent.

Als voetballer was ik klaar voor eerste klasse, maar mentaal vergde het veel. Je leven verandert wanneer iedereen plots weet wie je bent

Voor de oudere, ervaren spelers moet het lastig zijn geweest dat een jonge kerel hun plek inpikte. Ze zijn er bijzonder professioneel mee omgegaan. Dat een beslagen prof als Akpala mij steunt en advies geeft, zorgt ervoor dat ik dit niveau haal. Als zij mij zouden tegenwerken, zou het veel moeilijker zijn.

Vertrekt u na dit seizoen bij Oostende? Volgens de kranten hebt u getekend bij Wolfsburg.

Dimata: Dat schrijven ze al sinds januari, maar het klopt niet. Ik heb niets getekend en ik weet vandaag niet hoe het zit voor volgend jaar. Zolang de competitie loopt, wil ik er ook niet te veel energie in stoppen. Ons seizoen is te mooi geweest om het nu te verbrodden, om de concentratie te laten verslappen met de eindmeet in zicht. Ik zou Oostende tekortdoen als ik met een andere club in mijn hoofd zat. Nog een jaar bij Oostende blijven zou ik zeker niet erg vinden. Dit is een ambitieuze club die vaak wint, met een goeie sfeer, ze waarderen mij en ik speel veel. Uiteraard hoef ik niet per se weg. Het is ook maar mijn eerste seizoen als eersteklassespeler, ik moet nog zo veel leren. Stél dat ik de kans heb om naar een grotere club in een grotere competitie te gaan. Evolueer ik dan sneller of net niet? Zal ik spelen of beland ik op de bank? Allemaal dingen om goed over na te denken. Je moet van elke beslissing de voor- en nadelen afwegen. Uiteindelijk heeft de voorzitter het laatste woord, want mijn contract bij Oostende loopt nog een paar seizoenen.

Even tussen ons: komt Marc Coucke weleens zingen in de kleedkamer? Daar zou een smartenpremie tegenover moeten staan.

Dimata:(lacht) In de kleedkamer niet, maar in Durbuy heeft hij wel gezongen. We waren er met de ploeg op retraite om het verlies in de beker door te spoelen. Meneer Coucke houdt van feesten en lijkt altijd blij. Hij neemt het allemaal niet te serieus, maar hij eist wél dat we ons best doen. Ik vind dat een mooie manier om in het leven te staan.

Uw tweede goal in de bekerfinale was een mooi getimede hakbal, onhoudbaar in de rechterhoek. Televisiecommentator Frank Raes noemde het een ‘madjer’, naar de Algerijnse spits Rabah Madjer die ook zo’n hakje deed in de Europacupfinale van 1987.

Dimata: Ik heb het gegoogeld: de mijne was moeilijker. (lacht) Adam Marusic dribbelt zijn man op de flank en zet de bal voor. Ik besef in een flits dat ik maar op één manier bij de bal raak: als ik hem achter mijn steunbeen naar de verste hoek sleep. Een mooie goal, ingegeven door de omstandigheden. Ik voelde dat hij binnen zou gaan nog voor de rest van het stadion het wist.

De verloren bekerfinale heeft lang nagezinderd. We hebben onze start in play-off I gemist door de teleurstelling van toen. Als je er zo dicht bij bent en beseft dat het evengoed jouw kant op kan vallen. (zucht) We moeten nu de knop omdraaien en via de competitie Europees voetbal afdwingen. Wat niet helpt, is dat we in veel matchen hetzelfde scenario beleven als in de bekerfinale: goed voetballen, maar aan het eind niet krijgen wat we verdienen. Het zit even niet mee. Ballen die in het begin van het seizoen binnen gingen, knallen nu tegen de paal.

Landry Dimata (KV Oostende) en Stefan Mitrovic (AA Gent) in duel op dag 4 van de Play-offs.
Landry Dimata (KV Oostende) en Stefan Mitrovic (AA Gent) in duel op dag 4 van de Play-offs.© BelgaImage

Moet u dringend Rode Duivel worden? Philippe Albert vindt van wel.

Dimata: Dat zou wel heel snel zijn, om na één jaar eerste klasse al te mogen proeven van de nationale ploeg. Als de bondscoach mij oproept, dan ga ik graag maar ik geloof niet dat het al zover is. Ik onthoud van mijn eerste seizoen dat alles snel verandert in het voetbal. De sterren van nu kunnen volgend jaar nobody’s zijn, en andersom. Een transfer die goed uitpakt of niet, een ploeg die draait of flopt, iemand die niet in de ploeg raakt en uit beeld verdwijnt: het lot van voetballers hangt aan een zijden draad.

U bent snel én sterk. Een spits die dat combineert, willen ze overal.

Dimata: Snelheid en kracht heb ik van nature, ik heb er ook weinig verdienste aan. Het zijn de wapens waarmee ik het verschil maak, maar eigenlijk ben ik trotser op dingen waar ik aan heb moeten werken: looplijnen, techniek, tactiek.

Bent u de snelste bij KV Oostende?

Dimata: Het is altijd gevaarlijk om zoiets te zeggen, want dan maak ik het competitiebeest los bij mijn ploegmaats. (lacht) Iedere voetballer wil altijd in alles de beste zijn. Maar ik ben niet bang van een sprintwedstrijdje. Laat ze maar proberen om me te volgen.

Oostende-manager Luc Devroe noemde u bij uw voorstelling ‘een type Benteke’. Dat lijkt me vergezocht.

Dimata: Ik zie geen gelijkenissen. Christian Benteke is een van de beste koppers ter wereld en als er nu iets is waar ik nog aan moet werken … Toen meneer Devroe dat zei, heb ik hem natuurlijk niet tegengesproken. Je wordt graag in één adem genoemd met een speler die zo veel scoorde in de Premier League en belangrijk is bij de Rode Duivels.

Een betere vergelijking zou zijn: Divock Origi, maar dan gespierder.

Dimata: Daar kan ik me in vinden. Ik ben een complete aanvaller, denk ik.

U bent bevriend met een andere Rode Duivel. Youri Tielemans. Hij is even oud als u. Jullie zitten allebei op de radar bij buitenlandse topclubs, maar doorliepen een heel ander parcours.

Dimata: Ik heb me nooit met Youri willen vergelijken. Hij voetbalde zo vlot, zo natuurlijk. Toen Youri tien was, zag je al dat hij een grote speler zou worden. Bij Anderlecht begrepen ze meteen dat ze Youri moesten koesteren. Op zijn zestiende kreeg hij zijn kans in de eerste ploeg. Niemand die hem kende, was verrast. Mijn pad verliep moeilijker. Nu ik ook doorbreek, ondanks dat lastiger traject, denk ik: het heeft zo moeten zijn.

Tielemans werd al door de grootste clubs het hof gemaakt toen u nog ploeterde bij de jeugd van het failliete Bergen. Was u nooit jaloers?

Dimata: Nee hoor, ik was trots op hem. Youri heeft het niet gestolen, hè? Zijn succes motiveerde me. Ik heb minder klasse dan hij, maar ik dacht: als Youri zo kan uitblinken, waarom zou ik dan geen mooie carrière kunnen uitbouwen? Ik ken Youri niet uit het Jubelpark, hij hoort bij een andere vriendenkring. Op pleintjes voetballen zou hij toen niet gemogen hebben van Anderlecht, en Youri hield in die jaren sowieso meer van judo dan van straatvoetbal.

Misschien zien jullie elkaar binnenkort bij de Rode Duivels.

Dimata: We hebben op dit moment een ander statuut. Youri hoort al honderd procent thuis bij de nationale ploeg. Hij voetbalt met de flair van iemand van dertig, terwijl het voor jongens van onze leeftijd allemaal nog moet beginnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content