Luc Van der Kelen

‘Straks kunnen alle Belgen voor hun rijbewijs gaan shoppen, waar dat het makkelijkst en goedkoopst is’

Luc Van der Kelen Voormalig politiek commentator bij Het Laatste Nieuws, nu politiek raadgever bij B-Plus

‘De huidige periode van communautaire rust kan ertoe leiden dat de staat uiteindelijk vastloopt omdat men niet wil nadenken over de institutionele toekomst en finaliteit van ons land’, schrijft Luc Van der Kelen van BPlus.

Stel, je bent jong, je woont in België en je wil een rijbewijs. Dan biedt de Belgische staat je een meerkeuzewetgeving. Sinds de zesde staatshervorming zul je immers kunnen kiezen tussen een Vlaamse, een Waalse of een Brusselse rijopleiding, de een al makkelijker of moeilijker en bijgevolg goedkoper of duurder dan de andere. Welk systeem je ook kiest, het leidt tot net hetzelfde Belgisch rijbewijs, geldig in het hele land. Het is de institutionele absurditeit ten top gedreven.

‘Straks kunnen alle Belgen voor hun rijbewijs gaan shoppen, waar dat het makkelijkst en goedkoopst is’

Als je wil, kun je gewoon gaan shoppen – wat vindingrijke Belgen ongetwijfeld zullen doen – en kiezen voor een van de drie systemen van rijopleiding met telkens enkele aparte opties, die je het best bevallen. Er is niemand die je zal tegenhouden om bijvoorbeeld het meest aantrekkelijke model te kiezen in Brussel, als je in Vlaanderen woont, of je even over de taalgrens te wagen en in Wallonië les te gaan volgen en rijexamen af te leggen. Wat een geluk dat het Duitstalige gebied nog geen vierde systeem van rijopleiding kan organiseren.

Om eenzelfde rijbewijs te bekomen, komt er dus weldra een reeks voorwaarden die zullen verschillen naargelang de plaats in het land waar je woont.

Eigen accenten in de rijopleiding

Want de rijopleiding is in de zesde staatshervorming door de regering Di Rupo geregionaliseerd. Gesplitst dus. We hebben nu drie verkeersministers, die als gevolg daarvan bezig zijn om de rijopleiding te hervormen naar eigen inzicht. De drie ministers – Ben Weyts, Bianca Debaets en Maxime Prévot – hebben al overlegd, gelukkig maar, maar ze leggen ook eigen accenten. Zo zal de rijopleiding in Vlaanderen het strengst worden en bijgevolg ook het duurst zijn. Het doel dat minister Weyts stelt, is meer ervaren en beslagen chauffeurs op de weg te laten als een deeloplossing voor de slechte score van België in het aantal ongevallen.

In Brussel ga je kunnen kiezen uit vier opties, waarvan de vierde, en de minst strenge, het praktisch examen al mogelijk maakt na 30 uur les in de rijschool. Verder geen stage, geen minimum aantal afgelegde kilometers, geen extra ervaring. Bianca Debaets wil de jongeren niet op te veel kosten jagen, zegt ze, aangezien een rijbewijs vaak een poort is tot een job bij een sollicitatie.

In Wallonië zijn ze er nog niet helemaal uit. Er worden opties aangekondigd, die ook in de richting van de Brusselse en Vlaamse keuzes gaan zoals ecologisch verantwoord rijden. Maar ook daar vinden ze dat een rijbewijs halen voor jonge mensen geen wegen mag blokkeren naar een job. Met andere woorden, de Walen zullen het niet te moeilijk maken.

Belg worden

Binnen dezelfde redenering zouden we morgen, in een eventuele zevende staatshervorming, kunnen beginnen met de (verdere) splitsing van Binnenlandse Zaken. Dan kan bijvoorbeeld de nationaliteitsverwerving hervormd worden. Volgens hetzelfde principe, gehanteerd voor het behalen van een Belgisch rijbewijs, zou je dus ook verschillende voorwaarden kunnen opleggen om Belg te worden.

‘Nog even en de drie of vier verkeersministers kunnen elk voor zich nog sleutelen aan de wegcode, de handhaving ervan, de toegelaten snelheden, wat je maar wil.’

Wie zich nog de praktijk van het verleden herinnert via de snel-Belgwet, beseft onmiddellijk waar dat opnieuw toe zou leiden, strenge voorwaarden in het migrantenonvriendelijke Vlaanderen of een snelle, goedkope weg zonder veel voorwaarden, ook niet inzake taalkennis, in Wallonië en Brussel. Daar was men in het verleden immers ook al veel soepeler in die dingen, uit sociale overwegingen of omwille van demografische of electorale motieven, wie zal het zeggen.

Nog even en de drie of vier verkeersministers kunnen elk voor zich nog sleutelen aan de wegcode, de handhaving ervan, de toegelaten snelheden, wat je maar wil. Misschien moeten jonge mensen dan wel de drie nieuwe wegcodes instuderen…

De drie ministers van Verkeer hebben al een samenwerkingsconferentie belegd, in een positieve sfeer, maar dat samenwerkingsfederalisme op zijn Yves Letermes, is niet afdwingbaar. Het is gebaseerd op goodwill aan de drie kanten, op vrijwilligheid. Als er problemen opduiken zou een van de ministers gewoon kunnen wegblijven en een eigen weg gaan, zonder overleg. Voorlopig bestaat die wil tot samenwerken nog, maar hoe langer instellingen apart van elkaar werken, hoe meer ze op de duur van elkaar zullen vervreemden.

‘Het is belangrijk dat een land met aanzienlijke regionale bevoegdheden het op de duur eens wordt over wat er samen zal worden gedaan en wat apart.’

We gaan er op deze plaats nader op in, omdat het een perfecte illustratie is van waar een land met gesplitste bevoegdheden, federatie of confederatie, naartoe kan leiden, als de verschillende fases van de staatshervorming niet kaderen in een gezamenlijke visie op de uiteindelijke staatsstructuur, niet alleen voor de gewesten/gemeenschappen, maar ook inzake de finaliteit van de federale koepel en de bevoegdheden die we in die definitieve structuur op nationaal niveau willen blijven uitoefenen. Mobiliteit is daarvan een van de elementen, precies omdat de taalgrens terzake geen fysieke grens is of mag zijn in een Europa dat streeft naar een supranationaal wegennet met universele regels, brexit of geen brexit.

Het is belangrijk dat een land met aanzienlijke regionale bevoegdheden het op de duur eens wordt over wat er samen zal worden gedaan en wat apart. Als nationalistische partijen als de N-VA daar moeite mee hebben omdat ze vrezen dat een staatsstructuur zou gebetonneerd worden voor eeuwig en altijd, kunnen dergelijke institutionele kwesties ook altijd gekoppeld worden aan een periodieke herziening, als die noodzakelijk zou blijken.

De regering-Michel en de partijen die haar steunen, hebben in de eerste plaats gekozen voor institutionele stabiliteit, zeg maar voor een periode van rust. Maar rust roest. Het kan ertoe leiden dat de staat uiteindelijk vastloopt omdat men in deze periode van vijf jaar communautaire stilstand niet wil nadenken over de institutionele toekomst en finaliteit van ons land.

‘Tegen de volgende verkiezingen zal België zich een halve eeuw bezig gehouden hebben met de staatshervormign, zonder dat er uitzicht is op een definitieve structuur.’

Wie enigszins belang hecht aan de Belgische eenheid, zal het eens zijn met de partijen van deze regering om zich vijf jaar lang te onthouden van nieuwe communautaire afspraken. Er kan dus geen communautaire dijkbreuk volgen voor de verkiezingen van 2019, dat is althans de afspraak, maar tegelijk zijn het voor de toekomst van ons land ook vijf verloren jaren, waarin er niets meer kan gebeuren dan de uitvoering van beslissingen van een vorige regering zonder dat zelfs de fouten gecorrigeerd worden.

De staatshervorming is al bezig sinds 1970 en is versneld aan de gang sinds 1980. Tegen de volgende verkiezingen zal België zich daar dus een halve eeuw mee bezig gehouden hebben, zonder dat er uitzicht is op een definitieve structuur. Maar dat betekent ook dat we een structuur meezeulen, die al te complex en bijgevolg al te duur is.

Behalve de nationalisten blijkt iedereen er relatief gelukkig mee dat er geen onmiddellijke institutionele catastrofen kunnen komen, tot in 2019. Maar dat impliceert ook dat straks enkel de N-VA een visie zal ontwikkeld hebben, uiteraard met het oog op het definitief uiteenhalen van de staat binnen een confederale visie. Het moet de plicht zijn van alle democratische partijen om tegen de volgende verkiezingen een visie te ontwikkelen op het algemene kader waar het land naartoe kan of moet gaan.

(Luc Van der Kelen is politiek adviseur BPlus.)

Partner Content