‘Strafuitvoeringsrechters zijn geen links clubje naïevelingen, integendeel’

Khalid (L) en Ibrahim El Bakraoui © Belga Image
Jan Nolf
Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Wie Koen Geens recent – en overigens ten onrechte – verweet de scheiding der machten te schenden, moet net over dat principe eens goed nadenken, vindt erevrederechter en justitiewatcher Jan Nolf. Vijf vragen over de discussie rond de voorwaardelijke invrijheidstelling in 2014 van Ibrahim El Bakraoui, een van de zelfmoordterroristen in de luchthaven van Zaventem.

Hoe kan het dat een zware crimineel als Ibrahim El Bakraoui na minder dan vijf van de tien jaar cel die hij kreeg, terug op straat staat? Blijkbaar was er een negatief advies van de gevangenis.

Jan Nolf: Een voorwaardelijke invrijheidstelling gebeurt niet zomaar op een blauwe maandag. Dat wordt voorbereid met beperkte uitgangsverloven voor enkele uren, een dag, een weekend. In dit geval waren naar verluidt tien dergelijke ’test’ goed verlopen.

Het gevangeniswezen geeft zo goed als nooit ‘positief advies’, want het beleid houdt in dat die diensten de beslissing overlaten aan de strafuitvoeringsrechtbank (SURB), die voor de finale beslissing bevoegd is. Op die manier vermijden de diensten ook ‘hun minister (van justitie) te engageren in een dossier’. Ook het parket (dat niet tot de rechterlijke macht, maar tot de uitvoerende macht behoort) neemt in de praktijk die ‘veilige’ positie in.

Dat komt er dan steeds op neer dat de strafuitvoeringsrechter de verantwoordelijkheid praktisch en juridisch altijd alleen draagt. Sinds de Dutroux-affaire was dat uitdrukkelijk ook de bedoeling.

El Bakraoui werd in 2010 voor zware feiten veroordeeld, maar niet voor terrorisme. Dat hij na goed gedrag in de gevangenis en een goed verloop van die uitgangsverloven na de helft van zijn straf voorwaardelijk vrijgelaten wordt, stemt overeen met de gebruikelijke rechtspraak in dergelijk dossier.

Andere landen, zoals Zweden en Nederland, waar de recidive lager is, zijn veel vindingrijker en vooruitstrevender dan wij, die de Wet-Lejeune net uitgehold hebben.

Intussen lijkt het rondje zwartepieten begonnen, de oppositie eist antwoorden. Wat moet volgens u nog worden uitgeklaard in deze zaak?

Ik stel me vooral vragen bij de rol van de verbindingsofficier van onze federale politie in Turkije. Ook dan moeten we oppassen. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan bewijst al langer dan gisteren dat hij er een eigen opvatting over veiligheid en vrijheid op na houdt, die Turkije steeds meer in een spiraal van geweld stort. Laten we vooral onze veiligheid niet van dat soort potentaten laten afhangen.

Kan iemand die onder voorwaarden wordt vrijgelaten, zomaar naar het buitenland? El Bakraoui kon naar Turkije reizen.

De opvolging van voorwaardelijk vrijgelatenen is een opdracht van de justitiehuizen, die nu onder de gemeenschappen vallen. Ook voorheen klaagden die al steen en been over een tekort aan menskracht. Zelfs wie verondersteld wordt thuis te zitten met een enkelband, wordt niet altijd secuur opgevolgd.

Het was enkel nog zaak de man op te pakken voor de uitvoering van zijn straf, maar blijkbaar is dat niet meer gelukt. Daar knelt het finaal echt.

Een maand na zijn aankomst (op Schiphol dan nog) ging het alarm in België alvast af. Het parket vorderde de herroeping van zijn vrijlating bij de SURB en die uitspraak volgde blijkbaar in augustus 2015, wat toch vrij snel is. Dan was het enkel nog zaak de man op te pakken voor de uitvoering van zijn straf, maar blijkbaar is dat niet meer gelukt. Daar knelt het finaal echt.

Is het systeem van de voorwaardelijke invrijheidsstelling aan herziening toe, zoals ook Carina Van Cauter (Open VLD) oppert? En zo ja, wat moet veranderen?

De strafuitvoeringsrechters zijn geen links clubje naïevelingen, ze hebben eerder de reputatie van het tegendeel

Haar partijgenote Annemie Turtelboom heeft het nog maar net ingrijpend veranderd, en wou in haar steekvlampolitiek na de vrijlating van Michèle Martin nog verder gaan. In haar oorspronkelijke plannen wou de toenmalige minister van justitie het gevangeniswezen en het parket zelfs een vetorecht bij de SURB geven. Die extreme ingreep ging finaal niet door wegens terechte kritiek van onder meer de Raad van State. Het effect zou immers zijn geweest dat nauwelijks nog iemand vrijgekomen was en in al die gevallen de verantwoordelijk ook mee bij de justitieminister gelegen zou hebben – om van de gevolgen van een nog meer onmenselijke overbevolking nog te zwijgen. Er is finaal terecht ook geluisterd naar criminologen dat het grootste risico voor recidive net ligt bij hen die tot het einde van hun straf in de gevangenis blijven en dan zwaar verbitterd buiten stappen.

Het is aan de andere kant van de schakels dat moet ingezet worden op beter speurwerk, meer inzet op menselijke middelen bij de Staatsveiligheid, lokale politie en buurtwerking. Netwerken moeten evident opgerold worden bij het beramen van nu al strafbare plannen: dat is de prioriteit. Wanneer zij daarvoor gestraft worden zullen zij lang niet op de helft van hun straf buiten wandelen, wees daar maar zeker van.

De strafuitvoeringsrechters zijn geen links clubje naïevelingen, ze hebben eerder de reputatie van het tegendeel. Allen zijn zij doordrongen van hun verpletterende professionele verantwoordelijkheid voor de veiligheid van onze samenleving.

Vindt u dat in de zaak-El Bakraoui posities ter discussie moeten gesteld worden, zoals Vlaams Belang al zei?

Wie Koen Geens – overigens ten onrechte – verweet de scheiding der machten te schenden, moet net over dat principe eens goed nadenken

Zwartepieten werkt verlammend en is wel het laatste wat we in deze extreme tijden nodig hebben. We mogen ook wel eens nadenken over de kosten van het vals veiligheidsgevoel dat we krijgen met de para’s op straat.

Het is wel bijna hallucinant dat de minister van Justitie verantwoordelijk zou gesteld worden voor een uitspraak van een rechtbank. Wie Koen Geens recent – en overigens ten onrechte – verweet de scheiding der machten te schenden, moet net over dat principe eens goed nadenken. De strafuitvoeringsrechter heeft recht gesproken over de uitvoering van een straf binnen het kader van een procedure die op zich niet gefaald heeft.

Wie – onder meer – wel faalde, zijn de politiediensten die El Bakraoui moesten zoeken, vinden en naar de cel terugbrengen zoals de rechter het bevolen had. Maar ook dan bleef hij toen eerst nog een misdadiger van ‘gemeen recht’ en geen vermoedelijk terrorist. Wanneer dat inzicht veranderde, was de vogel gevlogen en werd hij niet meer tijdig gevat. Dat falen is niet dus het falen van veiligheidsdiensten in verband met El Bakraoui alleen. Laten de Comités I en P daar het parlement deskundig over inlichten en daar dringend lessen uit trekken.

Opgetekend door Kevin Van der Auwera

Partner Content