Steven Vromman
‘Stel je voor: de volgende generatie kan het veel beter hebben’
Zowel het klimaatrapport als de ‘foto van Vlaanderen’ wekken de indruk dat het vanaf nu alleen maar slechter kan gaan. Als we ons dan toch op de drempel van de ondergang bevinden, is het misschien een goed idee onze verbeelding in te zetten en samen een uitweg te verzinnen. Want de volgende generatie kan het beter hebben, tenminste als we bereid zijn onze definitie van goed, beter en best te herzien.
Stel je voor. Een samenleving waar mensen met plezier aan hun werkdag beginnen. Waar ze jobs hebben die aansluiten bij de eigen interesses en talenten, dicht bij huis of misschien zelfs in de eigen huiskamer. Waar mensen gemiddeld 30 uur per week werken en voldoende tijd hebben om met geliefden door te brengen of zich maatschappelijk te engageren. Met een werkritme dat het toelaat om zelf naar de markt te fietsen, rustig te koken én de eigen hun kinderen op te voeden. Stel je voor, dat iedereen voldoende financiële zekerheid heeft (een basisinkomen bijvoorbeeld) zodat het niet nodig is continu in een modus van competitie en concurrentie te leven. Het zou een slechte zaak zijn voor de farmaceutische industrie maar een boost voor de werkgelegenheid en ons welbevinden.
Stel je voor dat ons voedsel niet langer bewerkt is met pesticiden, dat we pakken minder vlees, vet, suiker en zout eten en ons meteen een stuk fitter voelen. Dat een behoorlijk deel van ons voedsel uit een straal van 100 kilometer komt en je tegelijk met gerust hart chocolade of bananen kan kopen, want er is enkel nog fair trade. Beeld je in dat we toestellen hebben die probleemloos tien jaar functioneren en indien nodig hersteld worden in een reparatiewinkel in de buurt. Dat je kleerkast een maatje kleiner is, maar je wel mooie stukken hebt die gemaakt zijn van ecologische grondstoffen én niet door onderbetaalde meisjes in Bangladesh. Het zou een slechte zaak zijn voor de massaconsumptie maar des te beter voor onze ecologische voetafdruk en voor de arbeiders in het Zuiden.
Stel je voor dat brandstof zo duur is dat het autoverkeer simpelweg gehalveerd wordt, dat er goed openbaar vervoer komt en we de resterende auto’s met elkaar delen. By the way; bedenk hoeveel miljarden we meteen kunnen uitsparen omdat de Oosterweel op slag overbodig wordt. Imagineer wat er zou gebeuren mocht een vliegtuigticket ook de milieukosten dekken en dus driemaal zo duur worden als de trein. Een hele sector van lokaal en duurzaam toerisme zou openbloeien, en vakantie krijgt weer de betekenis van weleer; niet snel-snel bezoeken wat je gezien moet hebben, maar tijd en ruimte voor wat je belangrijk vindt. Het zou niet goed zijn voor de auto-industrie en de luchtvaartsector maar onmiskenbaar een zegen voor de luchtkwaliteit en de rust in ons hoofd.
Stel je een wereld voor waar de kloof tussen arm en rijk niet meer toeneemt, maar terug kleiner wordt (of ga ik nu te ver?). Waar superrijken ook superbelastingen betalen (ze moeten niet vrezen voor de bedelstaf want ook zij krijgen een basisinkomen). Waar mensen het logisch vinden dat ze bijdragen aan kwaliteitsvol onderwijs, meer groene publieke ruimte en kwalitatieve gezondheidszorg. Dat we vooruitgang niet meer meten in geld of bruto nationaal product, maar in een betere levenskwaliteit en het verminderen van de armoede. Het zou niet goed zijn voor de speculanten en bankiers, maar een grote opluchting voor ongeveer al de rest.
En het wordt nog gekker. Stel je voor dat we politici hebben zonder ego. Die oprecht bezig zijn met het algemeen belang, die niet beïnvloed worden door lobby’s, die niet zetelen in de raden van bestuur van de bedrijven waarvoor ze wetten maken. Politici die durven aan hun kiezers uitleggen dat onze huidige manier van leven de weg naar de afgrond is. Stel dat we tegelijk burgers hebben die actief meedenken aan oplossingen, die zich mengen in het maatschappelijk debat en respect hebben voor diverse meningen. Het zou niet goed zijn voor populisten en angstzaaiers, maar een sprong voorwaarts voor de democratie.
Stel je voor dat mensen niet langer automatisch ‘druk, druk, druk’ antwoorden bij de vraag hoe het ermee gaat, maar eerst even stil worden en dan woorden gebruiken als ‘rustig’, ‘in evenwicht’ of gewoon ‘verdrietig’ (want dat kan ook natuurlijk). Bedenk hoe het zou zijn als we inzien hoe belachelijk het is om onze status afhankelijk te maken van een modieuze auto of de nieuwste smartphone. Dat we de voorkeur geven aan een glas wijn en een goede babbel met vrienden boven nog maar eens een zondag shoppen. Het zou niet goed zijn voor Uplace (dan zijn we daar meteen ook van af), maar wel voor het buurtleven en de vriendschap.
En het leuke is, dat als we ons die wereld verbeelden, we meteen een pak minder CO2 uitstoten, minder energie en grondstoffen nodig hebben en er misschien nog net in slagen de grote klimaatcatastrofe te vermijden. Het klinkt in deze tijden compleet van de pot gerukt, maar een beter leven hebben én toch de toekomst vrijwaren, het kan. Laat me duidelijk zijn, we zullen wel iets inleveren. Het zal moeten met minder vliegen en autorijden, met minder vlees en voedselverspilling, met minder spullen en energie, met minder geld, luxe en wellicht zelfs wat minder comfort.
Maar alles lijkt me beter dan de huidige aanpak; een economisch model aan de praat proberen te houden dat op middellange termijn catastrofale gevolgen heeft en ons nu reduceert tot angstige en gestresseerde consumenten. Liever het einde van de wereld zoals we die nu kennen, dan het einde van de wereld toutcourt. Ik ben ervan van overtuigd dat de volgende generatie het beter kan hebben. Laat ons nog een keer de doemscenario’s diep in de ogen kijken en dan als de bliksem beginnen aan de grote omslag. Aangezien we zo goed als immuun zijn geworden voor doemverhalen kan een hoopvol perspectief ons misschien wel in beweging brengen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier