Jan Nolf

Steekvlampolitiek twee keer gebuisd in één week

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

De regering wou vooral na het publiek protest om de vrijlating van Michelle Martin de wet Lejeune holderdebolder verstrengen. Haast en spoed blijkt ook hier zelden goed.

Of we op méér steekvlampolitiek getrakteerd werden omdat onze minister van Justitie de electorale duik in Fortress Antwerp waagde, zullen we nooit weten. Enkel kwelgeesten stellen zich die vraag. Dat neemt niet weg dat iedere blik van Annemie Turtelboom op het Schoon Verdiep telkens afgemeten werd op een woord waarvan één letter alles verandert: van hart voor A naar hard tegen a. Tel eens het sleutelwoord ‘hard’ in het politieke discours en je meet ook meteen de temperatuur van de steekvlampolitiek.

Nergens werd die emotiever gedemonstreerd dan bij de al anderhalf jaar geleden toegestane vrijlating van Michelle Martin. Als dat vonnis van de strafuitvoeringsrechtbank (SURB) niet gesaboteerd ware, zou Martin al sinds 8 mei 2011 – ja al 18 maanden lang – in een ver Zuid-Frans klooster opgeborgen zijn. Besparing op Belgische beveiliging in Malonne: een slordige 146.000 euro.

‘Slordig’ zou niet misstaan bij het politiek paniekvoetbal dat nu met twee rode kaarten afgestraft wordt: een van de Raad van State, en een van de Hoge Raad voor de justitie (HRJ).

Al anderhalve maand geleden beet de Raad van State stilletjes de spits af. Haar voorzet was een klassieker: in de sprint heeft de regering (opnieuw) de ‘effectbeoordeling’ overgeslagen. Die wettelijk verplichte tussenstap houdt in dat onderzocht wordt wat zowel op korte als lange termijn het “duurzaam effect” is van het voorgestelde beleid op de centen van de Staat en op onze samenleving.

Dat de wet Le Jeune onze veiligheid moet verbeteren is een idee van bijna anderhalve eeuw oud. Veroordeelden – dus misdadigers – na de bij het vonnis voorziene gevangenistijd de gevangenispoort uitschoppen is immers misdadig: een garantie voor recidive. Vandaar het idee dat al veel ouder is dan de wet Le Jeune van 1888: gedetineerden vroeger vrijlaten onder toezicht om hen tot beterschap aan te moedigen. Dat werd al beslist door de eerste Regent van België, nog voor Leopold I de eed aflegde op onze eerste nationale feestdag van 1831.

Wie aan dat project van menselijk ‘beterschap’ twijfelt moet het maar eens navragen bij Texaanse cipiers die gevangenen zonder uitzicht op vrijlating bewaken: zo maak je van een gevangenis een Zoo van wilde beesten. Die laat je nooit los, maar kweekten we ze daar niet zelf ?

Die uitzichtloze, destructieve, populistische en simplistische politiek werd een week later, op 25 oktober ook in het vizier genomen door de HRJ. Die herinnert er aan dat “het wetenschappelijk niet bewezen is dat een verlenging van de hechtenis het risico op recidive vermindert”. Een beleefd eufemisme.

De door de HRJ aanbevolen “evaluatie” van de wet Lejeune, de werking van de SURB en van de nog verse wetgeving van 2006 (precies door het Dutroux-drama geïnspireerd) is precies wat de Raad van State als ontbrekende ‘effectbeoordeling’ aanstipte.

Pijnlijk voor de regering die er is, en een waarschuwing voor wie de ambitie heeft die op te volgen. Wie in het kielzog van Dalrymple de keiharde aanpak van Sarkozy de hemel in prijst moet veel centen over hebben voor die cellen aan 100.000 euro/stuk, en de extra beveiliging achteraf: maatschappelijke verspilling kun je niet beter definiëren. Bittere pil voor de beton-lobby, maar in Frankrijk worden peperdure gevangenisprojecten nu afgeblazen en vervangen door meer doordachte alternatieven voor duurzame veiligheid.

Zowel de Raad van State als de HRJ maken echter nog een fundamenteler punt. Het advies van de Raad van State leest zelfs als ‘justice for dummies’: “het beginsel van de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vereisen dat de beslissingen van rechtscolleges zonder enige inmenging van buitenaf worden genomen”.

Het zullen wel de raadgevers vanuit het Parket – wie anders ? – geweest zijn die de minister wijs maakten dat de ‘Scheiding der machten’ – en dus de rechtsstaat – maar een ouderwets idee was. Volgens hen zou een rechtbank even goed samengesteld kunnen worden door gevangenisdirecteuren en procureurs, die allemaal rechtstreeks (of zo goed als) onder het bevel van de minister staan. Want in het Turtelboom-project kregen die een vetorecht tegen vrijlating.

Idem voor de twee assessoren (nvdr: bijzitters) van de multidisciplinaire SURB die ook al via FOD Justitie geselecteerd worden. Dan weet je dat je nog één echt onafhankelijke rechter overhoudt op 5 stemmen.

Ander punt van het nu dodelijk getorpedeerde wetsontwerp: strafwetten retroactief strenger maken. Dat zou je in fiscaal strafrecht maar eens moeten proberen: niet alleen juridische kolder maar in dat laatste geval ook politiek een illusie.

Met zo’n voorstellen voor gerechtelijke willekeur zette België zich op de lijn van het militair regime van Myanmar van voor de verkiezing van Aung San Suu Kyi, maar wie maalde daar tot kort over.

De adviezen van de Raad van State en de HRJ samen te lezen moet voor de regering iets zijn als wat eindejaar actueel wordt: een alcoholtest. Hoe beneveld waren we toen we meedreven in de hallucinante euforie van dit juridisch wangedrocht ?

Deze minister van Justitie gaat soms beter om met cijfers in plaats van met principes. Zelfs traditionele liberale principes, die in ‘Tijden van Cholera’ ook in haar partij een fris debat waard zijn. Ondertussen zou het haar sieren dit voorontwerp niet op de banken van de Kamer neer te leggen. Doe wat moet na een dubbele buis: het huiswerk vanaf de eerste letter herdenken en overdoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content