Stand-upcomedian Bert Gabriëls: ‘Ik zie me wel in de huid van Spinoza kruipen’

BERT GABRIELS: 'De wereld willen verbeteren, zou een minimumdoelstelling van elke mens moeten zijn.' © Johannes Vande Voorde

Stand-upcomedian en jurist Bert Gabriëls trekt deze maand met muzikant Johnny Trash en stand-upcomedian Jeroen Verdick de hort op met #Eindejaars 3, een eindejaarsoverzicht om gelukkig van te worden.

Waar ik dit jaar écht gelukkig van werd?’ Bert Gabriëls rijdt van een optreden in Hasselt naar huis. Nadat hij de vraag heeft herhaald, blijft het lang stil aan de andere kant van de lijn. Plots klinkt het luid: ‘Mijn kinderen! Dat was een lastige vraag. Ik ben een gematigde mens die nooit extreem gelukkig of boos is. Ik probeer iedereen graag te zien, ook al ben ik het niet eens met de foute keuzes die ze maken.’ Weer een stilte. ‘Weet je waar ik dit jaar ook gelukkig van werd? Van spelen, natuurlijk! Zonet in Hasselt speelden we op Winterland. Fijn. Maar er was wat lawaai. Comedy is fragiel, weet je. Mensen die passeren, omgevingsgeluiden… dat kan comedy breken.’

Ook de onderwerpen die u aankaart, kunnen een show breken.

Bert Gabriëls: Klopt. Zonder de instemming van het publiek is er geen comedy. Een grap bestaat altijd uit twee delen. Eerst maak je een ‘set-up’ waarmee je iedereen op dezelfde golflengte krijgt. Iets als ‘het was een natte zomer’. De hele zaal knikt ‘ja’. Pas dan gooi je er een grap tegenaan waarin je speelt met die eerdere instemming.

Ik voel een grap over de overstromingen in Wallonië opborrelen.

Gabriëls:(lacht) Er zit inderdaad een lastige, harde grap in de show. Lastig en hard omdat – als ik hem nu zou vertellen, zonder de hele context van de show – hij grof zou klinken voor de slachtoffers. We speelden veel try-outs en kregen geen klachten. Wat betekent dat de grap werkt zonder aanstootgevend te zijn.

Het is een illusie te denken dat je als stand-upcomedian de mensen een geweten kunt schoppen.

Met ‘we’ doelt u op muzikant Johnny Trash en stand-upcomedian Jeroen Verdick. Waarom gaan zij mee op tournee?

Gabriëls: Onze samenwerking ontstond uit de noodoplossing die ik vorig jaar bedacht. Eindejaars 2 kon door de pandemie niet live gespeeld worden. Het werd enkel uitgezonden op televisie, dus maakten we er een televisieshow van en haalde ik er twee collega’s bij. Om wat leven in de brouwerij te brengen. Het klikte zo goed dat we besloten om dit jaar ook live samen op tournee te gaan. Weet je, een eindejaaroverzicht moet altijd een beetje feest zijn, een beetje kerstgevoel brengen. Door het podium met twee collega’s te delen, is er des te meer variatie, plezier én verrassing. Ik voerde een regel in: iedereen mag elkaar onderbreken. Wanneer de één een grap ziet in wat de ander zegt, mag hij die andere onderbreken en de grap maken. Dat is ontzettend leuk.

U voert de regel in, dus u regisseert Eindejaars 3?

Gabriëls: De show vertrekt vanuit een jaaroverzicht dat ik opmaak, maar ik ben geen strenge regisseur. We maken de show echt samen. Ik heb een gigantisch bord vol post-its. Op elke post-it staat een grap. Die kun je verplaatsen, van het ene naar het andere moment in de show maar ook van de stand-upcomedian naar de trendwatcher of naar de muzikant. Jeroen is de jongste, dus bombardeerden we hem tot onze ’trendwatcher’. Ik ken geen fuck van trends, ik lees boeken. Jeroen spotte dit jaar onder meer de trends ‘padel’ en ‘ crop top’. En moppen die niet goed werken, werken vaak wel als lied.

Geeft u eens een voorbeeld.

Gabriëls: Johnny componeerde het Sjoemellied. We zingen het samen. Er werd dit jaar naar hartenlust gesjoemeld. Denk aan de Pandora Papers of Veerle Heeren (CD&V), de burgemeester van Sint-Truiden die ervoor zorgde dat haar entourage en zij hun vaccinatiespuitje vroeger kregen. Dat vroeg om een ‘sjoemelmop’. Die mop verdronk in de lange opsomming. Maar het Sjoemellied werkt perfect.

Zingen jullie een coronalied?

Gabriëls: Nee. Meer zelfs: we weigeren het woord ‘corona’ uit te spreken. Met die mededeling openen we de show. Met deze show willen we wél iets aantonen: ook al is ons leven veranderd door de pandemie, we hébben ons leven nog. Laten we het over dat leven hebben.

Door de pandemie ging u aan de slag als jurist.

Gabriëls: Dat is een job waar ik altijd naar terug kan én naar terug wil. Ik ben gespecialiseerd in verblijfsrecht. Vorig jaar, toen duidelijk werd dat de pandemie de podiumkunsten zou stilleggen en ik een jaarinkomen zou verliezen, ging ik opnieuw aan de slag. Ik heb daar een lijstje dat ik wil afwerken.

Ik wil de rechtsbescherming van migranten en migratiesituaties – denk aan huwelijken tussen een Belg en een niet-Europees burger – administratief efficiënter maken. En ik wil het verhaal van migratie aanpakken. Dat verhaal verdeelt het land in twee kampen. Het is een bron van ongenoegen voor iedereen. Dat kan anders.

Niemand heeft de waarheid in pacht. Als we die gedachte tot een basisgedachte maken, helpen we ontzettend veel frustratie de wereld uit.

Hoopt u ooit minister Gabriëls te worden?

Gabriëls: Nooit. Achter de schermen van het politieke toneel, daar wordt er gewerkt. Een minister moet stabiliseren. En babbelen. Dat babbelen doe ik liever op een podium. Daar heb ik het ook over de migratiekwestie. We lichten nieuwe soorten vluchtelingen toe. Er zijn de tienduizend vluchtelingen die Europa ontvluchten. Wie nog steeds denkt dat België het rioolputje van Europa is, loopt achter. En er zijn de klimaatvluchtelingen uit eigen land, meer bepaald uit Pepinster.

Hoe kaart u al die thema’s aan?

Gabriëls: Onze set is sober: een podium met drie mannen in pak voor een groot scherm. Op dat scherm tonen we de titels of foto’s waarover we het hebben. Op die manier verlies je geen tijd met het uitleggen van alle gebeurtenissen. Een beeld, een titel en iedereen weet dat we het over de overstromingen of de Pandora Papers gaan hebben.

Of over ambtenaren en de clichés die daarover de ronde doen.

Gabriëls: Die moppen staan nog op mijn lijstje voor later. Momenteel ben ik nog aan de slag als jurist. Goede moppen tap je als je van een afstand naar iets kunt kijken. Mijn show over mijn leven in de ‘echte’ wereld, de wereld van de ambtenarij, is een toekomstplan.

Ik ben wel wat teleurgesteld in veel mensen die tijdens de pandemie hun werk niet konden uitvoeren, zoals de collega’s uit de podiumkunsten: er is zó veel nuttig werk dat wel gedaan kon en kan worden. Het is frustrerend en ontmoedigend dat die mensen en alle dingen die gedaan moeten worden, elkaar niet vonden.

Wat is uw grootste frustratie van dit jaar?

Gabriëls: Misschien de schier eindeloze reeks gemiste kansen van het parlement. De parlementsleden zijn met velen, maken veel ambras maar slagen er tijdens deze gezondheidscrisis niet in om samen – over partijgrenzen heen, als één parlement – voor de regering een wettelijk kader te schrijven waarin de nodige coronamaatregelen kunnen worden genomen. Telkens wanneer zich een nieuw probleem aandient, draait de politieke macht de verkeerde richting uit.

Staat er een wereldverbeteraar op de scène?

Gabriëls: Uiteraard. De wereld willen verbeteren, zou een minimumdoelstelling van elke mens moeten zijn. Er zijn maar weinig lieden die denken dat de wereld waarin we vandaag leven perfect is. Wel, dan is het toch ieders wens om die wereld te verbeteren? Alles wat ik doe, doe ik om ervoor te zorgen dat de wereld er na mij ietsje beter aan toe is. De twintigjarige Bert had te veel schroom om zoiets uit te spreken. De 48-jarige Bert vindt het irrelevant om daar schroomvallig over te doen.

Maar, denk niet dat ik als een soort onderwijzende wereldverbeteraar het podium op kruip. Ik sta daar uit goesting voor het applaus. En om het spelplezier. Bovendien is er te weinig bewijs dat een comedyshow de wereld écht verbetert. Het is een illusie te denken dat je als stand-upcomedian de mensen een geweten kunt schoppen. Jouw job is om de mensen te laten lachen. Bijvoorbeeld over de rode politicus die in rode zones gaat feesten. (lacht) We vermelden namen van de politici enkel als die naam noodzakelijk is voor de grap. Bij Conner Rousseau (Vooruit) is dat het geval. Voorts wil ik wél dat een publiek ook wat opsteekt van een eindejaarsconference.

Aha, toch een beetje leerkracht op het toneel.

Gabriëls: Jeroen, Johnny en ik willen vatten wat 2021 ons heeft geleerd. Wat halen we eruit waar we voor de rest van ons leven wat mee zijn? Waar werden we gelukkig van? Wat was goed? Wat goed was: dit jaar belandde de mentale gezondheid op de voorpagina. Vroeger werden artikels over hoe we ons voelen weggemoffeld in de weekendbijlagen. Nu besteden journalisten er eindelijk aandacht aan. Misschien omdat ze er zelf meer mee geconfronteerd werden?

Waar wilt u in 2022 meer aandacht aan besteden?

Gabriëls: Aan de volgende Eindejaars. Nu gaan we in première tijdens de vierde golf. We spelen – zolang we mogen – in de veiligste omstandigheden. Maar er zijn nog kaartjes en als het toeschouwersaantal beperkt wordt, dalen de inkomsten verder. Volgend jaar zitten we in de achtste golf. Hoe gaan we die Eindejaars dan aanpakken? Waar ik óók aandacht aan wil besteden, is mijn carrière als acteur. Ik zou graag eens – misschien in 2022 – ‘dé rol’ spelen. Hamlet lijkt me fijn, maar ik vrees dat ik niet de beste casting ben. Ik zie me wél in de huid van Spinoza kruipen.

U zei zonet dat u niets van trends kent, maar wel wat van boeken. Welke boeken gaan mee op de tournee van Eindejaars 3?

Gabriëls:Het ware levenof waarom de jeugd gecorrumpeerd moet worden van Alain Badiou. Dat boek was ook een inspiratiebron voor de show. Momenteel lees ik Filosofische kruimels van de Deense filosoof Søren Aabye Kierkegaard. Nee, ik vertel niet over hem tijdens Eindejaars 3 maar er is wél een Kierkegaardgedachte die 2022 wat aangenamer kan maken. Kierkegaard pleit voor bescheidenheid tegenover ‘de waarheid’. Niemand heeft de waarheid in pacht. Als we die gedachte tot een basisgedachte maken, helpen we ontzettend veel frustratie de wereld uit.

#Eindejaars 3 reist tot 25 februari door het land. Op 10 januari speelt de voorstelling uitzonderlijk ook live in Kinepolis Gent. Alle info: bertgabriels.be

Bert Gabriels

– 1973: geboren in Londerzeel

– Studeert rechten en filosofie aan de KU Leuven

– 2002: volgt regie aan de Toneelacademie Maastricht

– 2006: debuteert als stand-upcomedian met Gestorven onzin

– 2009: maakt met Henk Rijckaert Zonde van de zendtijd op Canvas

– 2014: trekt door Nederland met de show Zonde van uw avond

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content