Wat zijn de plannen van de Turkse investeerders, nu Westerlo weer in eerste klasse speelt?

Hasan Cetinkaya: ‘Ik ben een trotse Turk, maar het leven in Turkije is een chaos, en het Turkse voetbal is dat nog meer.’ © Debby Termonia
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Turkse investeerders namen Westerlo over en brachten de club terug naar eerste klasse. ‘We houden van de gemoedelijkheid van de Kempen’, zegt vicevoorzitter Hasan Cetinkaya.

In de goeie ouwe tijd betekende een avondje Westerlo: Jefke Delen op de flank, Jan Ceulemans op de bank, Herman Wynants op de eretribune, een goed biertje op de tap en de immer enthousiaste Jos Willems op dreef in de commentaarcabine. Maar ook in de Kempen duurt niets eeuwig. KVC Westerlo zakte uit eerste klasse, financieel zag het er penibel uit. De redding kwam uit onverwachte hoek. De Turkse zakenman Oktay Ercan, die zijn fortuin maakte met de productie van soldatenuniformen, streek neer in ‘t Kuipje. De nieuwe eigenaar stelde Hasan Cetinkaya aan, tien jaar lang manager van de Turkse topclub Fenerbahce. Intussen blinkt de parel der Kempen weer. Drie jaar na de overname speelt Westerlöspor – een grap van Het Nieuwsblad – opnieuw op het hoogste niveau.

Op zijn zestiende was Hasan Cetinkaya een van de toptalenten van het Turkse voetbal. Een gebroken voet deed hem inzien dat het verstandig is om iets achter de hand te hebben. ‘Ik was zo’n typische tienervoetballer, de held van mijn school die het helemaal ging maken’, vertelt de 41-jarige Turk. ‘Plots viel het allemaal in duigen: de dokters geloofden niet dat ik ooit nog op een voetbalveld zou staan. Uiteindelijk is dat wel gelukt, maar ik voelde dat ik niet meer de carrière kon maken die mij was voorgespiegeld. Ik was er niet kapot van, eerlijk gezegd. Ik stortte me met een even grote passie op de universiteit.’

De zenuwen staan gespannen, ja. Maar normaal gezien heeft onze kern zo veel kwaliteit dat we niet in de problemen mogen komen.

Cetinkaya overtuigde zijn club Gençlerbirligi om hem deeltijds te laten meelopen met de algemeen manager. Tijdens een vriendenmatch werd hij afgevoerd met een vleeswonde. ‘In het dokterskabinet besliste ik te stoppen als voetballer. “Wat is het verdict?” vroeg de coach na de match. “Dat ik voortaan je baas ben”, antwoordde ik. (lacht) Ik was toen 21. Bij Gençlerbirligi heb ik veel Belgen ontmoet. Ik voetbalde er met Patrick Nys en Filip Daems, Walter Meeuws was mijn trainer. Roger Lukaku, de vader van Romelu en Jordan, speelde ook een jaar in Gençlerbirligi. De jonge Romelu zat nog op mijn schoot. Vandaag zou dat niet meer lukken.’ (lacht)

Over naar het hier en nu. Bent u tevreden over het seizoensbegin van Westerlo?

Hasan Cetinkaya: Ja en nee. Qua spel trekken we de lijn door van vorig seizoen. We brengen attractief voetbal, net als de kampioenenploeg van vorig jaar, maar we worden daar te weinig voor beloond. Westerlo heeft minder punten dan we hadden verdiend. Wat me zorgen baart, zijn al die blessures. Sleutelspelers als Erdon Daci, Jan Bernat en Lukas Van Eenoo vielen uit. Voor een club als Westerlo is dat zwaar om te dragen.

Er degraderen dit seizoen drie ploegen. Op de topclubs na kan ieder team in de gevarenzone komen.

Cetinkaya: De zenuwen staan gespannen, ja. Dat zie je op het veld: haast elke match wordt er rood getrokken. Het wordt een intens seizoen, voor de voetballiefhebber is dat op zich een goede zaak. Normaal gezien heeft onze kern zo veel kwaliteit dat we niet in de problemen mogen komen. Maar als ik de eerste klasse nuchter doorlicht, dan zie ik twaalf clubs die kunnen zakken, als het tegenzit.

Een vraag die ik deze zomer vaak kreeg en waar ik telkens om moest lachen, is of ik droomde van een seizoen zoals Union vorig jaar. Dromen mag, maar wat ze bij Union meemaakten, gebeurt eens om de honderd jaar. (lacht)

Dit is het derde jaar na de overname. In welke staat vond u de club?

Cetinkaya: Wat mij het meest trof, was de verslagenheid. Er leefde een gevoel dat Westerlo had afgehaakt en dat de beste dagen in het verleden lagen. Het eerste doel was opnieuw leven brengen in het stadion. Winnen is niet genoeg, je moet aantrekkelijk en positief voetbal brengen, zodat de fans weer trots zijn op hun ploeg.

Bent u warm ontvangen, na wat een andere Kempense traditieclub meemaakte met Maged Samy? Die rijke Egyptische zakenman kocht Lierse in 2008. Hij liep te hard van stapel en liet de club in puin achter.

Cetinkaya: Enig wantrouwen begrijp ik perfect. Over wat er met Maged Samy gebeurde, laat ik me niet uit, maar niet iedere buitenlandse investeerder is een aanwinst. Toen ik mijn eerste presentatie gaf voor de lokale Kempische sponsors, zag ik veel twijfel in hun ogen: wat zijn die Turken van plan? Door hard te werken hebben we hen overtuigd van onze goede bedoelingen.

De infrastructuur was ondermaats voor een professioneel niveau. Daar hebben we zwaar in geïnvesteerd. Ik kwam van Fenerbahce en was het een en ander gewend. Ik vroeg waar ik het bureau van de manager kon vinden, maar dat bleek niet te bestaan. (lacht)

Hasan Cetinkaya: ‘Bescheidenheid en een familiaal karakter hoeven niet te botsen met een winnaarsmentaliteit.’
Hasan Cetinkaya: ‘Bescheidenheid en een familiaal karakter hoeven niet te botsen met een winnaarsmentaliteit.’ © National

Wim Van Hove, directeur bij Westerlo, vat die nadruk op infrastructuur samen met een mooi Kempens spreekwoord: ‘Eerst de stal en dan de varkens.’

Cetinkaya: Een kortzichtige investeerder doet het omgekeerde. Die ziet de club als een lege huls die hij vult met buitenlandse spelers. In ons eerste seizoen staken wij bijna 4 miljoen euro in bakstenen. We hadden met dat geld ook kunnen meedingen naar de titel in 1B. Maar wat als dat was gelukt? Dat zit je in eerste klasse met een omkadering die daar niet klaar voor is.

Vandaag zijn we wel klaar. Ik durf te zeggen dat Westerlo qua infrastructuur, organisatie en werking bij de beste acht clubs van België hoort.

Waarom Westerlo?

Cetinkaya: In het voetbal is alles te koop, zegt men weleens, maar dat is niet waar. Een clubcultuur, een gemeenschapsgevoel: daar staat geen prijs op. Kempenaars zijn warme, vriendelijke mensen. Wij houden van de gemoedelijkheid van deze streek. We troffen er een club met echte voetballiefde, die jammer genoeg was afgegleden. De uitdaging om met zo’n gewonde club geschiedenis te schrijven, prikkelt.

Meneer Octay ziet Westerlo niet als een tussendoortje. Hij heeft hier een woning gekocht, waar hij gasten ontvangt vanuit de hele wereld. Hij wil hier zijn leven opbouwen.

Wil Octay Ercan ooit geld verdienen aan Westerlo?

Cetinkaya: Wie zegt dat je in het voetbal geld kunt verdienen: geloof hem niet. Meneer Octay heeft zakenbelangen in Nigeria, Tsjaad, Turkije, Qatar, Macedonië, Oezbekistan en Indonesië. Hij reist voortdurend tussen die landen: een uitdagend maar stresserend leven. In Westerlo kan hij zijn passie voor voetbal botvieren.

Westerlo is een hobby voor hem?

Cetinkaya: Noem het een hobby die hij rationeel benadert, zoals een zakeninvestering. Het geld vliegt hier niet door ramen en deuren.

Waarom niet investeren in een Turkse club?

Cetinkaya: Die vraag stelt iedere Turkse journalist. Om iets op te bouwen heb je structuur en stabiliteit nodig. Ik ben een trotse Turk, maar het leven in Turkije is een chaos, en het Turkse voetbal is dat nog meer. Je moet er dag na dag resultaat behalen en in de spotlichten staan. In Turkije kun je niet eigenaar worden van een club: voorzitters worden verkozen, en wie het meest belooft, is aan zet. Om bij de volgende verkiezingen geheid vervangen te worden door de volgende tafelspringer. De onophoudelijke druk van fans, media en politici maakt het onmogelijk om op de lange termijn te werken.

Is er in Turkije aandacht voor Westerlo?

Cetinkaya: De club gaat er meer over de tongen dan Anderlecht of Club Brugge. (lacht) Omdat ik een bekende naam ben in het Turkse voetbal en we interessante Turkse spelers halen. Ik moet de Turkse journalisten eraan herinneren dat Westerlo een kleine club is met een kleine aanhang.

De gemeente Westerlo telt 25.000 inwoners. De supportersschaar is niet groot.

Cetinkaya: Nee, maar de sfeer in het stadion is wel uitstekend. Onze fans zijn echte liefhebbers, die voetbal ademen. Vanuit commercieel oogpunt is er zeker ruimte voor een club tussen Antwerpen en Genk. Oké, Westerlo zal nooit een stadion met 50.000 zitjes nodig hebben. Is dat erg?

Het rustige Westerlo staat bekend als de club die iedereen sympathiek vindt. De club was daar niet onverdeeld gelukkig mee en wilde graag iets stoerder overkomen. Wordt u liever aardig gevonden of gevreesd?

Cetinkaya: Ik vind het belangrijk dat bezoekende fans graag naar Westerlo komen. Vijandschap en zeker hooliganisme staan voor mij haaks op wat voetbal hoort te zijn. Ik wil aardig gevonden worden naast het veld, en gevreesd erop. Bescheidenheid en een familiaal karakter hoeven niet te botsten met een winnaarsmentaliteit. Beide horen bij het DNA van Westel: we vechten tot de laatste snik, nadien verbroederen we in de cafetaria.

We horen nu bij de beste twaalf clubs van België en zouden graag nog meer investeren in de jeugd.

Het is makkelijk en goedkoop om niet-EU-spelers te transfereren in de Belgische competitie. Veel buitenlandse eigenaren verstoppen niet dat dat de reden is waarom ze naar België komen.

Cetinkaya: Voor ons is het niet de hoofdreden, maar wel een troef. Nog veel interessanter is de enorm sterke jeugdopleiding. Ik ben trots dat Westerlo in eerste klasse speelt, maar nog trotser dat onze jeugdwerking opklom naar Elite 1, de topklasse. We horen nu bij de beste twaalf clubs van België en zouden graag nog meer investeren in de jeugd. Jammer genoeg plukken de topclubs de jeugdwerking van kleinere teams leeg, zonder dat er een vergoeding tegenover staat. Ik snap de aantrekkingskracht, maar wie vertrekt, beklaagt het zich meestal. Bij Westerlo zal een talent alle aandacht krijgen, bij Anderlecht of PSV is hij één in een lange rij.

U bent bevriend met Eden Hazard. Maar dat Westerlo een uitweg kan zijn als hij bij Real Madrid niet van de bank raakt, is toch een broodjeaapverhaal?

Cetinkaya: Uiteraard, ja. Een journalist vroeg of Eden naar Westerlo mag komen, om minuten te maken met het oog op het WK. ‘Waarom niet!’ zei ik, ervan uitgaand dat het wel duidelijk zou zijn dat ik een grap maakte.

Ik ken Eden al van toen hij bij Lille speelde. Dat ging via zijn toenmalige manager John Bico, die ook Franck Ribéry vertegenwoordigde, die we destijds naar Fenerbahce wilden halen. Het klikte en we hebben contact gehouden. Eden is een toffe vent met het hart op de juiste plaats. Ik duim voor de Rode Duivels dat hij een nieuwe kans krijgt bij Real Madrid.

Komen er ooit megatransfers in Westerlo? Oktay Ercan kan het zich permitteren.

Cetinkaya: Daar gaat het niet om. Geld kan een ploeg verzieken. Als de gemiddelde speler 300.000 euro per jaar verdient, dan moet je er niemand bij halen met een loon van 2 miljoen of je krijgt problemen. Een superster maakt het verschil nooit op zijn eentje. Dat is een les uit Fenerbahce, waar regelmatig een grote naam neerstrijkt, omdat de fans dat nu eenmaal verwachten. Zo’n ster heeft kwaliteiten, toch wordt het team op zich er zelden sterker van. De ploeggeest, de wil om voor elkaar door het vuur te gaan, verbetert er meestal niet op.

Hoe was het om te werken met wereldsterren als Roberto Carlos en Robin van Persie?

Cetinkaya: Je merkt snel dat het geen toeval is dat die jongens de top haalden. Het zijn niet alleen geweldige voetballers, ze stralen ook wilskracht uit en ze eisen veel van zichzelf. Niemand was daar straffer in dan Dirk Kuijt. Om te winnen, zou hij door een muur lopen.

Niet dat het allemaal asceten zijn. Van onze voorzitter moest ik Roberto Carlos eens de levieten lezen bij een uitwedstrijd in Boedapest. We waren nog maar net aangekomen in ons hotel. Nu moet je weten dat een uitwedstrijd met Fenerbahce verloopt alsof je meereist met de Amerikaanse president. Het hotel wordt afgegrendeld, met bewakers aan de ingang. Toch zat Roberto Carlos gezellig te tafelen met een adembenemende blondine, die niemand van ons ooit gezien had. Van de voorzitter moest ik hem naar zijn kamer sturen: een tête-à-tête met de eerste de beste Hongaarse is geen professioneel gedrag. Roberto Carlos verklaarde met uitgestreken gezicht dat het de moeder van een van zijn zonen was. Bleek dat hij acht kinderen had, bij zes vrouwen, onder wie dus een Hongaarse blondine. We hebben maar besloten dat de normale ‘geen liefjes-regels’ niet golden voor Roberto Carlos. (lacht)

Tot slot: dit interview verschijnt vlak voor de thuismatch tegen Anderlecht. In 1998 versloeg Westerlo Anderlecht met 6-0, het seizoen daarna werd het 5-0. De fans zijn daar nog trotser op dan op de bekerwinst uit 2001.

Cetinkaya: Gouden herinneringen. Ik zou graag een vervolg breien aan die prachtige resultaten, maar zulke stuntzeges komen niet op bestelling. Belangrijker is waar Westerlo op lange termijn staat. We willen een vaste waarde worden in eerste klasse en ernaartoe werken om een keer een Europese groepsfase te halen. Dat hoeft niet de Champions League te zijn, Europees voetbal zou sowieso een geweldig avontuur zijn voor Westerlo.

Hasan Cetinkaya

– 1981: geboren in Eskisehir, Turkije

– 1997: profdebuut bij Gençlerbirligi

– 2002: beëindigt profcarrière en wordt staflid van Gençlerbirligi

– 2003: algemeen manager bij Gençlerbirligi

– 2007: sportief directeur bij de Turkse clubs Gaziantepspor en Ankaraspor

– 2009: algemeen manager van Fenerbahce

– 2019: vicevoorzitter bij Westerlo

– 2022: promoveert met Westerlo naar de Jupiler Pro League

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content