Red Lion Alexander Hendrickx over het WK Hockey 2023: ‘Voor mij zijn we topfavoriet’

© Jelle Vermeersch
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De nationale hockeyploeg wil zijn wereldtitel verlengen op het WK dat komende vrijdag begint. ‘Zwakke plekken? Die hebben we niet’, zegt Alexander Hendrickx.

Het EK, het WK, olympisch goud: de Red Lions wonnen alles wat er te winnen valt, en gaan nu de uitdaging aan om het allemaal nog een tweede keer te doen. Een constante bij de drie Belgische trofeeën was de ijzeren strafcorner van Alexander Hendrickx, telkens topscorer van het toernooi. Haalt Hendrickx opnieuw verschroeiend uit op het wereldkampioenschap hockey, dat vrijdag in India begint?

De speelsteden zijn Bhubaneswar en Rourkela in de deelstaat Odisha, in het oosten van het land. België zit in een poule met Duitsland, Zuid-Korea en Japan. Veel druk zit er in deze fase van het toernooi niet op. De twee Aziatische landen zouden geen probleem mogen vormen en enkel de laatste in de groep is uitgeschakeld. Maar Hendrickx ziet het anders: ‘Zuid-Korea en Japan hebben een interessante speelstijl, totaal ander hockey dan wij gewend zijn. We zouden normaal wel moeten winnen, al krijg je het nooit cadeau. Duitsland is een concurrent voor de titel. Een kans om hen te kloppen laat je niet liggen, want anders groeit hun vertrouwen. Natuurlijk is het waarschijnlijk dat we de poule overleven, maar wat je zeker niet mag doen, is denken dat het er pas in de kwartfinales echt om gaat. Nee, bekijk het wedstrijd per wedstrijd. Dat klinkt als een cliché, maar het is de enige manier om succes te behalen.’

Zijn de Red Lions topfavoriet?

Alexander Hendrickx: Voor mij wel, ja. Iedereen is fit en in vorm. We zijn weer wat ouder en dus nog beter op elkaar ingespeeld, de patronen zitten er ingeslepen. Tegelijk kunnen we beter dan welk team ook ons tactische plan omgooien en de tegenstander verrassen.

Maar ik weet niet of andere landen ons als de favoriet zien. Of ja, ik heb het natuurlijk over één tegenstander in het bijzonder.

Mijn strafcorner is niet de subtielste: ik reken eerder op kracht dan op plaatsing.

Laat me raden: de Nederlanders?

Hendrickx: Zij beschouwen zichzelf nog steeds als hét hockeyland, en terecht. Ik speel zelf in de Nederlandse competitie: fantastische clubs, de beste accommodatie, nergens leeft de sport zoals daar. Hun nationale ploeg moet het qua resultaten afleggen tegen de onze, maar dat is volgens de Nederlanders een tijdelijk fenomeen. Aan zelfvertrouwen geen gebrek.

Op het WK bij de mannen presenteert Oranje een volledig nieuwe ploeg. Na tegenvallende Olympische Spelen verving Nederland de oude garde door jonge wolven. Het rommelde binnen de ploeg, met kliekjes en spelers die elkaar niet konden luchten omdat ze voor verschillende clubs uitkomen. Bij de Belgen is het ondenkbaar dat zoiets een probleem zou zijn.

De Red Lions zijn een vriendenbende?

Hendrickx: Zo is het. We kunnen nochtans scherp zijn voor elkaar: als ik een flauwe match speel, krijg ik dat wel te horen. Maar daar blijft niks van hangen. Wij kennen elkaar al vijftien jaar, of langer. Je weet wat je aan elkaar hebt. Wij zijn goeie vrienden en we zullen dat blijven, ook na de carrière. Ik zie de andere internationals vier dagen per week en toch spreken we ook buiten de nationale ploeg voortdurend met elkaar af. Onze vriendinnen begrijpen er niks van. (lacht)

De Red Lions hebben Arthur Van Doren, die wordt beschouwd als de beste speler ter wereld. Vincent Vanasch heet de beste keeper te zijn en u bent de beste strafcornerspecialist. Waar zitten de zwakke plekken?

Hendrickx: Als iedereen zijn niveau haalt, dan hebben we er geen. Het enige gevaar is onderschatting, maar dat ligt niet in onze aard. We moeten uitgaan van onze eigen sterkte, in het besef dat talent alleen niet genoeg is. Wie toernooien wil winnen, heeft energie en vechtlust nodig.

België was de laatste toernooien fitter dan de tegenstand. En de nieuwe coach schijnt er nog meer de pees op te leggen.

Hendrickx: Michel van den Heuvel (bondscoach sinds 2021, nvdr) houdt van lange trainingssessies, tot wel 6 uur per dag. Less is more kent hij niet, voor Van den Heuvel is het: more is more. (lacht) Wat de tegenstand doet, weet ik niet, maar het zou me verbazen als een team ons conditioneel overtroeft.

Topsport draait om hoger, sneller, sterker. Zijn de Red Lions nog aan het verbeteren?

Hendrickx: Ik zie een stijgende lijn, ja, maar ik wil er geen te zotte uitspraken over doen, uit bijgeloof. Dit is typisch zo’n vraag waar je een te zelfverzekerd antwoord op geeft, en daar later spijt van krijgt.

Op het veld kan het hard toegaan, maar aan onsportief gedrag doen we niet, nee.

Is alles minder dan goud te weinig?

Hendrickx: (knikt) Dat zijn we aan onze status verplicht. Vroeger durfden we zulke ambities niet uit te spreken, maar nu, met ons palmares, zou het belachelijk zijn om ons te verstoppen.

Ik zie veel concurrenten voor de wereldtitel, meer dan anders. Australië, Nederland en Duitsland zijn iedere keer kandidaat. Op dit toernooi moet je ook ernstig rekening houden met India, dat thuis speelt en op de Spelen brons pakte. Het jonge Engeland, dat verrassend, kwiek hockey speelt, is een outsider.

Een tweede wereldtitel op rij zou een formidabele prestatie zijn. We willen een legacy nalaten, een erfenis. Opdat men wanneer wij al lang met pensioen zijn, zegt: die Red Lions van de jaren 2010-2020, die waren niet te kloppen.

Het vorige WK vond ook plaats in India. Naar verluidt was het een belevenis.

Hendrickx: Indiërs zijn dol op hockey. Het toernooi leeft enorm, zeker wanneer het thuisland speelt. In 2018 troffen we India in de poules: die wedstrijd was het zotste wat ik ooit heb meegemaakt op een hockeyveld. Van de overvolle tribunes kwam een gekmakend rumoer, maar toen wij scoorden, kon je een speld horen vallen. Heel raar: we dachten dat er een ongeluk was gebeurd. Pas na de afslag begon het kabaal opnieuw.

U bent een strafcornerspecialist. Strafcornernemers staan bekend als grote, plompe dommekrachten die de bal erin rammen, terwijl ze matige veldspelers zijn.

Hendrickx: Ik heb hard gewerkt om niet in dat cliché te vallen. De strafcorner is mijn wapen en ik zou gek zijn om dat niet uit te spelen, tegelijk is het mijn ambitie om zo’n goeie veldspeler te zijn dat ik ook in het team zou staan zonder mijn strafcorner. Je zou het de coach moeten vragen, maar ik denk dat ik daarin geslaagd ben.

Hoe hard slaat u?

Hendrickx: De laatste keer dat we dat maten, haalde ik 120 kilometer per uur, maar dat is al een tijdje geleden. Het zou goed kunnen dat het tegenwoordig harder gaat.

Mijn strafcorner is niet de subtielste: ik reken eerder op kracht dan op plaatsing. Mijn geheim, als je het zo wilt noemen, is dat ik niet op één plek mik, maar op een zone. Vaak zijn ballen die perfect naar de kruising vliegen juist makkelijker. Keepers trainen daarop, ze verwachten het bijna. Mijn ballen kunnen drie centimeter lager komen, of vijf centimeter meer naar het midden. Ik weet het zelf niet eens wanneer ik sla. Dat verrast, zeker als zo’n schot hard aankomt.

Bij voetbalpenalty’s zegt men dat een keeper alleen maar kan winnen, want een goed getrapte strafschop zit er altijd in. Is dat in het hockey ook zo?

Hendrickx: Een perfecte strafcorner laat de keeper geen kans, nee. Maar er zijn meer variabelen dan bij voetbal: er staat een heel team in de weg, er rennen zelfs uitlopers naar je toe. Daardoor is de perfecte strafcorner keer op keer anders. Het is niet zo dat je met één variant tot in het oneindige kunt blijven scoren.

Komt er studeerwerk bij kijken?

Hendrickx: Tijdens een toernooi bekijk ik video’s van hoe de tegenstander zich opstelt. Die kennis hou ik in mijn achterhoofd, maar eigenlijk is het meer een kwestie van intuïtie. De eerste strafcorner bepaal ik op voorhand, daarna varieer ik naargelang van de reactie van het andere team. Er zijn landen die erom bekendstaan dat ze de kant dichtzetten waar ze een goal incasseerden. Andere houden koppig vast aan hun eerdere plan. Met de jaren ben ik sterker geworden in dat psychologische steekspel. Zodra de tegenstander begint te twijfelen, heb ik hem beet. Of ik voor het WK nog nieuwe varianten in petto heb? Haha, daar zeg ik niks over. De tegenstanders lezen mee.

© Jelle Vermeersch

Waren de Spelen van 2016 een keerpunt?

Hendrickx: Toen was ik reserve en heb ik geen minuut gespeeld. Mentaal was dat een onmogelijke situatie. Je wilt het team helpen en hebt zelf natuurlijk ook ambities, maar om op het veld te raken moest ik in feite hopen dat iemand zich blesseerde of dat de ploeg niet draaide. Verschrikkelijk. Na Rio 2016 heb ik gezegd: dit nooit meer. Ik ben keihard beginnen te werken, mijn strafcorner werd bijvoorbeeld een stuk stabieler. Bij het WK van 2018 konden ze niet meer om mij heen.

Eigenlijk waren de Spelen van Rio voor heel de ploeg een keerpunt. Die zoveelste tweede plek deed pijn, we waren dat zilverwerk beu. Goud is een mooiere kleur.

België won vervolgens het WK, het EK en de Olympische Spelen. Komt er dan iets onoverwinnelijks over de ploeg?

Hendrickx: Het is gevaarlijk om er in die termen over te denken. We hebben vertrouwen, maar een overwinning komt nooit vanzelf. Ook de beste ploeg moet er keihard voor werken.

Wat wel veranderde, is dat we niet langer overdreven respect hebben voor de andere teams. Je stapt het veld niet meer op met het idee: o nee, vandaag tegen Nederland! Tegenwoordig is het dikwijls andersom. Daar kun je van profiteren, als je het goed aanpakt.

Het is snel gegaan voor de Red Lions. Nog niet lang geleden werd de kwalificatie voor het WK al gezien als een stunt.

Hendrickx: Ik behoor tot de eerste lichting die men professioneel begeleid heeft richting wereldtop. De insteek was dubbel: we wilden medailles winnen, maar het einddoel was hockey op de kaart zetten in dit land. Voor het ene heb je het andere nodig, beseften we, want met een nationale ploeg die er niks van bakt, zou de interesse nooit groeien. Jaar na jaar legden we de lat hoger. Meer werklast, almaar professioneler. Zo evolueerden we van een team dat zich hoopt te plaatsen, naar een ploeg die kan presteren, tot een favoriet die alleen met goud tevreden is. Als je alleen naar de resultaten kijkt, dan hebben we die stappen gezet in goed vijf jaar tijd, tussen 2013 en 2018. Maar het werk om een stevige groep internationals te vormen, was natuurlijk al langer bezig.

Hockey is een sympathieke sport. Geen tijd rekken of verdwaalde ellebogen, en supporters roepen niets over de moeder van de scheidsrechter. Het contrast tussen het WK voetbal en het WK hockey zal groot zijn.

Hendrickx: Op het veld kan het hard toegaan, maar aan onsportief gedrag doen we niet, nee. Je respecteert de tegenpartij en dat is ook maar de normaalste zaak van de wereld. Maar fans die over de schreef gaan, die bestaan wel, hoor. Al blijft het binnen de perken: hockeyhooligans zijn er nog niet opgedoken.

Bio Alexander Hendrickx

1993: geboren in Antwerpen

2012: debuteert bij nationale ploeg

2018: wint met de Red Lions het WK, wordt topschutter

2019: wint met de Red Lions het EK, wordt topschutter

2021: wint met de Red Lions olympisch goud, wordt topschutter

2023: neemt deel aan het WK in India

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content