Spaar- en beleggingstips om de magere jaren door te komen

Spaarders krabben al langer dan vandaag in hun haar. Na dertig jaar van rentedaling is de reële opbrengst van een spaarboekje negatief geworden. Maar is er wel een betere bestemming voor de 222 miljard euro die op diverse spaarboekjes staat?

Niet alle alternatieven zijn een goed idee. Spaarders en beleggers moeten aanvaarden dat na de vaak vette en soms heel vette jaren, een magere periode bezig is. Vermogensbehoud staat voorop en niet meer in de eerste plaats vermogensaangroei.

Waar we ons spaargeld niet zouden instoppen:

Langlopende obligaties: obligaties of kasbons met een looptijd van vijf jaar en meer compenseren nog min of meer de huidige inflatie. Maar de reële opbrengst is een groot vraagteken mocht de fundamentele rentetrend de komende jaren keren. Dat zou logisch zijn. Vooreerst wanneer de inflatieverwachtingen verder toenemen en beleggers een hogere rentevergoeding eisen. Dat laatste kunnen ze ook doen als de recessie taaier blijkt dan verwacht en beleggers vragen gaan stellen over de kredietwaardigheid van een aantal debiteuren. Omgekeerd kan het economische herstel toch meevallen en sijpelen die massa’s liquiditeiten van de centrale banken door in de economie. Dan kan de inflatie ontsporen.

Aandelen: de aandelenmarkten zijn flink hersteld sinds maart 2009, toen bleek dat een depressie zoals in de jaren dertig vermeden was. Maar daarmee is de langetermijnberenmarkt sinds 2000 nog niet afgelopen op de beurzen. De depressie werd vermeden door een massieve schuldenopbouw bij de staten en een explosie van de balansen bij de centrale banken. Het oplossen van die problematiek dreigt op de beurzen een derde crash sinds 2000 te bezorgen, waarbij de dieptepunten van 2003 en 2009 getest kunnen worden.

Vastgoed: en dan vooral Belgisch vastgoed. Maar ook internationaal is het nog veel te vroeg om massaal vastgoed te kopen. Het Belgische vastgoed is nu zowat het duurste van Europa, uitgedrukt in de verhouding prijzen versus huuropbrengsten en prijzen versus inkomens. We vrezen dat de Belgische vastgoedprijzen de komende jaren een correctie van 10 à 20 procent kunnen ondergaan. Geen crash, maar er komen betere momenten om te kopen.

Waar we ons spaargeld wel zouden instoppen:

Kortlopende obligaties: liever bedrijfs- dan overheidsobligaties en liefst ook spreiding buiten de eurozone. In de eerste plaats Noorse kroon, maar ook Zwitserse frank. Vergeet ook niet te blijven letten op de debiteur. Die moet van topkwaliteit zijn en blijven.

Stabiele dividendaandelen: de uitzondering op de regel om niet in aandelen te beleggen. In een wereld met een lage nominale rente en negatieve reële rente is een alternatief voor bedrijfsobligaties aandelen te kopen met een hoog dividendrendement. Maar dan enkel van sterke, stabiele bedrijven die niet actief zijn in conjunctuurgevoelige sectoren.

Goud: in tijden van inflatie en negatieve reële rente bieden reële activa beter weerstand wegens hun intrinsieke waarde. Vermits we vrezen dat de onzekerheid en volatiliteit door een aanslepende schuldencrisis opnieuw zullen toenemen, lijkt goud ons nog altijd een goede bescherming van uw vermogen, hoewel het edele metaal al flink duurder is geworden het afgelopen decennium. De crisis lijkt ons nog niet op haar hoogtepunt, de goudprijs dus evenmin.

Danny Reweghs

Partner Content