Ann Peuteman

‘Soms is het zo slecht nog niet om onderweg mensen kwijt te raken’

Knack-redactrice Ann Peuteman wordt altijd een beetje nostalgisch van de eindejaarsfeesten. In haar kindertijd was alles zoveel echter en warmer. Of lijkt dat maar zo? ‘Volwassenen gebruiken sociale media om oude bekenden terug te vinden’, schrijft ze. ‘Maar jongeren zullen hun virtuele vrienden nooit meer ongewild kwijtraken. En dus zullen ze ook nooit weten hoe het voelt om hen weer tegen te komen.’

Anderhalve maand per jaar was ik ouder dan hij. ‘Ja, nú vind je dat nog leuk’, lachte hij dan. ‘Wacht maar tot je dertig, veertig of vijftig bent en ik nog niet.’ Na onze studie zijn we elkaar langzaam uit het oog verloren. Zoals dat gaat. Maar op mijn verjaardag dacht ik nog af en toe aan hem terug. Zeker toen ik die vreselijke veertig zag naderen terwijl hij nog wat respijt kreeg. Anderhalve maand dus. Maar als ik vijftig word, zal het zo niet meer gaan. Dan zal hij al zes jaar en zes maanden jonger zijn dan ik. Een tijd geleden kwam ik zijn naam tegen in de krant. Tussen de overlijdensberichten.

Ondersteboven was ik ervan. Ook al hadden we elkaar twintig jaar niet meer gesproken en had ik hem pas onlangs teruggevonden op Facebook. Met het lezen van een post en het openklikken van een foto had ik zijn leven een beetje kunnen reconstrueren. En hij wellicht het mijne. En passant had ik nog bedacht dat het toch wel jammer was dat we elkaar nooit meer hadden teruggezien. In de loop der jaren was ik vergeten hoeveel lol we destijds hadden. Hoe dan ook was het heel fijn om hem virtueel weer tegen het lijf te lopen.

‘Soms is het zo slecht nog niet om onderweg mensen kwijt te raken’

Ann Peuteman

Zoals ik de voorbije jaren wel vaker vrolijk werd van een vriendschapsverzoek van oud-studiegenoten of van klasgenoten uit de middelbare school in de stad die ik al vele jaren geleden achter me heb gelaten. Even kijken hoeveel kinderen ze hebben, wat voor werk ze doen, of ze veel zijn veranderd. Een beetje zoals een reünie, maar dan zonder de gênante stiltes en ongepaste vragen. Met sommigen chat je dan even, anderen blijf je online volgen en met enkelingen pik je de draad weer op alsof je die nooit hebt losgelaten.

Maar hoe anders is het niet voor de tieners en twintigers van vandaag. Terwijl Facebook en andere sociale media voor ons plekken zijn waar we mensen terugvinden, is het voor hen een manier om iedereen bij te houden. Willen nillens. Zodra ze een eigen profiel hebben, beginnen jonge pubers met het verzamelen van zoveel mogelijk vrienden. Daarna blijven ze er toevoegen: nieuwe klasgenoten, die jongen van op de bus, de vrienden van de tennisclub.

'Soms is het zo slecht nog niet om onderweg mensen kwijt te raken'
© .

Zo’n vriend verliezen ze alleen nog als ze er heel bewust de stekker uittrekken door hem te defrienden – of vice versa natuurlijk. Niet meer op de natuurlijke weg: door traagjes uit elkaar te groeien, of doordat de vriendschap gaat verwateren. Soms is het nochtans zo slecht nog niet om elkaar onderweg los te laten. Omdat we veranderen of nieuwe wegen inslaan. Maar wel een fijne gevoel dat we elkaar nu altijd online kunnen terugvinden, toch?

Die oude studievriend en ik zouden ooit samen naar een concert gaan. Arno in de Vooruit, als ik me niet vergis. Maar die bewuste avond raakte ik niet aan mijn kot waar we hadden afgesproken. Overmacht. Waarschuwen kon ik hem niet, want ik had het nummer van zijn ouders niet, een gsm hadden studenten toen niet op zak en van het bestaan van het internet hadden we nog geen weet. Een uur bleef hij op me wachten. ‘Wat dacht je toen?’ vroeg ik later. Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat we elkaar uiteindelijk wel weer zouden tegenkomen’, zei hij. En dat blijft toch wel de allermooiste gedachte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content