Annemie Maes (Groen)

‘Sois belle et tais-toi: over vrouwen met een mening’

Annemie Maes (Groen) Brussels volksvertegenwoordiger voor Groen

Het is dit jaar exact 50 jaar geleden dat België haar eerste vrouwelijke minister aanstelde, maar zelfs vandaag is er voor elke vrouw met een mening wel een man (of twee, drie, …) te vinden om haar daarvoor op haar plaats te wijzen.

‘Sois belle et tais-toi: over vrouwen met een mening’

Sinds kort zit ik ook op Twitter. Mijn eerste privé-bericht? “Onnozel wijf.” Top. Zou een man dezelfde reactie ontvangen hebben? Ik betwijfel het.

‘Losgeslagen hinde!’

Ja, ik weet het wel: politiek is een harde wereld en het internet nog meer. Iedereen krijgt wel eens een belediging naar de kop geslingerd. En toch. Ergens onderhuids in het DNA van onze cultuur blijft toch die veronderstelling sluimeren dat vrouwen zich geen mening horen te vormen. Of die toch zeker niet horen te uiten. “Sois belle et tais-toi.” Als vrouw in de politiek word ik hier regelmatig mee geconfronteerd.

Zelden zijn de aanvallen inhoudelijk. Zelden gaan ze over mijn werk als parlementair. Altijd hebben dat soort oneliners enkel en alleen de bedoeling om de vrouw op haar plaats te wijzen. “Dit is politiek. Dit zijn serieuze zaken. Moet jij niet in de keuken staan?” “Losgeslagen hinde,” was nog zo eentje die ik naar het hoofd geslingerd kreeg. Een wild dier, ontsnapt uit haar kooi om zich te begeven op een terrein dat eigenlijk het hare niet is. Weg van het fornuis, pardoes het parlement in. Ongehoord.

Ik ben natuurlijk niet de enige die dit meemaakt. Elke vrouw kent dit fenomeen. Of ze nu aan politiek doet of niet. Of haar mening nu gaat over architectuur, wetenschap, actualiteit of zelfs haar persoonlijke ervaringen met seksisme. Altijd is er wel een man bereid om haar te vertellen waarom ze er totaal naast zit. Zo wijdverspreid is dit fenomeen dat het ook een eigen naam heeft: ‘mansplaining’. Mannen die op neerbuigende wijze vrouwen op hun plaats zetten over een onderwerp waar ze zelf nauwelijks iets van af weten. Gewoon omdat ze een vrouw is en er dus per definitie nog minder van weet.

Hierdoor missen we allerlei kansen. Ik wil hier niet in de val trappen van het instrumentaliseren van de strijd om gelijke rechten – dé reden voor gelijke rechten is dat ieder mens even veel waard is, onafhankelijk of ze nu man, vrouw, geen van deze twee of beide zijn – maar toch maakte het IMF twee weken geleden ook een belangrijk punt met hun nota over vrouwen, werk en de economie. Door vrouwen minder kansen te geven, ondervindt uiteindelijk iedereen nadeel. Door vrouwen uit te sluiten, verliezen we creatieve en intelligente geesten die onze maatschappelijke problemen kunnen oplossen. In de taal van het IMF: meer participatie van vrouwen betekent meer economische groei. Oplossing voor de crisis? Meer gendergelijkheid.

Vrouwen en terrorisme

Toen de Brusselse advocate Marguerite De Riemaecker-Legot in 1965 als eerste vrouw ooit in België een ministerportefeuille kreeg, werd ze bevoegd voor huisvesting en gezin. Qua stereotiep denken kan dat tellen. Vandaag staan we helaas nog niet zo veel verder. Er zitten ondertussen gelukkig meer vrouwen in het parlement, maar als je het als vrouw in je hoofd haalt om “harde” thema’s als veiligheid, financiën of infrastructuur op te volgen, word je vaak niet helemaal als vol aanzien tegenover de mannen. Als ik in de commissie Binnenlandse Zaken het radicaliseringsdebat opvolg, heb ik vaak het gevoel dat mijn stem net iets minder doorweegt, omwille van dat ene chromosomenpaar waar toevallig xx staat in plaats van xy. Echte gelijkheid betekent ook loskomen van genderstereotypen. Welkom in de 21e eeuw, waar vrouwen nog steeds geen mening horen te hebben over internationaal terrorisme en politiebeleid.

Vrouwen horen nog steeds geen mening te hebben over internationaal terrorisme en politiebeleid.

Met een vertegenwoordiging van 40% tot 45% in de verschillende parlementen van ons land zijn vrouwen niet slecht vertegenwoordigd. Vrouwen maken dan ook 52% uit van het electoraat en de quota helpen ook, natuurlijk, maar zodra het serieus wordt, zien we dat politiek toch een mannenzaak blijft. Volgens de Global Gender Gap index van het Wereld Economisch Forum scoort België redelijk goed op gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar deze index neemt veel in rekening: welvaartsindicatoren, onderwijs, gezondheid… Als we kijken naar de vertegenwoordiging van vrouwen op bestuursniveaus is het al een pak minder. Ook in de politiek. In het bureau van het Brussels Parlement zijn de voorzitter en alle drie de ondervoorzitters allemaal mannen. Fractievoorzitters: overwegend mannen. De Brusselse regering? Even veel mannen als vrouwen, maar het budget van de vrouwen is 1/3e van dat van de mannen. Ook gelijkheid is een kwestie van perspectief.

Een mogelijke reden hiervoor is dat de organisatiestructuur op alleenstaanden en mannen is afgestemd. De combinatie van werk en gezin is ontzettend moeilijk. Ik ben politica maar ik ben ook moeder, tante, zus en dochter die ook tijd wil steken in haar gezin, haar familie en vrienden. Is dat alleen voor vrouwen moeilijk? Nee, natuurlijk niet. Ook mannen willen graag tijd doorbrengen met hun gezin en er voor hun kinderen zijn, maar als vrouw wordt dit van je verwacht. Case in point: de kans dat je als vrouw de vraag krijgt hoe je werk en gezin weet te combineren is omgekeerd evenredig aan de kans dat je diezelfde vraag als man krijgt in dezelfde functie. Een man die naast zijn job tijd vrij maakt om de kinderen op school af te zetten is een held. Een vrouw die dat doet, normaal. Meer dan 100 jaar na de eerste internationale vrouwendag spendeert de gemiddelde vrouw nog altijd 11 uur per week meer tijd aan huishoudelijke taken dan de gemiddelde man. Is er dan nog iemand verbaasd dat vrouwen vaker deeltijds werken en minder vaak naar topfuncties doorstoten?

Een man die naast zijn job tijd vrij maakt om de kinderen op school af te zetten is een held. Een vrouw die dat doet, normaal.

Waarom feminisme?

Toch doe ik door. Ik doe mijn job als politica heel graag, ondanks de tegenwind die er helaas soms bij hoort. Ik blijf zaken aankaarten en het algemeen belang dienen, met speciale aandacht voor groepen die niet mainstream zijn of onvoldoende verdedigd worden. Waarom die speciale aandacht? Waarom kom ik niet ‘gewoon’ op voor gelijkheid? Omdat je gelijkheid pas bereikt door op te komen voor de rechten van de benadeelde groepen. Daarom noem ik mezelf feministe. Vandaag nog net iets meer dan anders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content