Naast de overweldigende weerstand tegen de nakende hervorming in het secundair onderwijs zijn leerkrachten zeker niet over alles ontevreden. Knack ging op zoek naar hoe leerkrachten en ouders vandaag de dag over onderwijs denken. En kwam tot de conclusie dat het water tussen beiden op sommige vlakken bijzonder diep is.
De leerkrachten vinden dat zowel de leerlingen als hun ouders lastig doen. Een kleine helft (48 %) van de leerkrachten beoordeelt de toenemende mondigheid van de leerlingen als een groeiend probleem. Een kwart (25,4%) vindt dat de interactie met de ouders elk jaar moeilijker wordt. Nochtans vinden ruim twee op de drie ouders dat de interactie met de leerkrachten wél voorspoedig voorloopt.
In het onderwijs staan is zwaar. 31,7 procent van de leerkrachten vindt de werkdruk veel te hoog en 96 procent vindt dat hun job zwaar onderschat wordt. 16,9 procent overweegt dan ook het onderwijs te verlaten en 20,2 procent raadt jongeren af een job in het onderwijs te kiezen. Nochtans beoordeelt 55,3 procent het lerarenloon als aanvaardbaar, en vindt slechts 12,6 procent het echt te laag.
Aan de vaste benoeming raken is voor de leerkrachten taboe. Meer dan 70 procent wil dat ze behouden blijft. Alleen bij de jongere leerkrachten, die vaak nog niet vastbenoemd zijn, is de weerstand tegen een afschaffing lager. Slechts de helft (50,8%) van de leerkrachten vindt dat de lerarenopleiding goed voorbereidt op het beroep. Maar een kwart geeft de opleiding een voldoende.
Slechts een schamele 3,9 procent vindt Pascal Smet (SP.A) een goede minister van onderwijs. Zelf vindt de minister dat echter niet verrassend. Smet: ‘Bij mijn aantreden als minister van Onderwijs kreeg ik een tip van mijn illustere voorganger en partijgenoot Luc Van den Bossche. Ik had volgens hem de keuze: óf een goede minister, óf een populaire minister worden. Als je een goede minister wilt zijn, zo zei hij, zal het moeilijk zijn om een populaire te worden. Ik denk dat daar veel waarheid in zit.’
Smet is ervan overtuigd dat veel buitenlandse collega’s voor zijn scores zouden tekenen. ‘Bij de ouders krijg ik nagenoeg evenveel vertrouwen als de Vlaamse regering. Die behaalt tegenwoordig 6,5 op 10, ik zit op 5,8. Je kunt over een minister van Onderwijs ook moeilijk meteen een eindoordeel geven. Van veel dingen die we in deze regeerperiode beslist hebben, zie je pas over enkele jaren de effecten. Wie het onderwijs wil verbeteren, moet tegen meningen durven in te gaan en op lange termijn werken.’
De enquête van het studiebureau Ivox werd uitgevoerd bij 1004 leerkrachten, 561 ouders en een controlegroep van 573 mensen van buiten het onderwijs. Meer resultaten, analyses, en het volledige interview met Pascal Smet leest u deze week in Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier