Slachtoffers van de aanslagen van 22 maart herdacht aan het gedenkteken in Brussel

Op het Schumanplein in Brussel is dinsdagochtend is een eerbetoon gebracht aan de slachtoffers van de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 op de luchthaven van Zaventem en het Brusselse metrostation Maalbeek, alsook aan alle Belgische slachtoffers van terroristische aanslagen in het buitenland.

Dat gebeurde aan het monument dat ter nagedachtenis werd opgericht, “Gewond maar steeds overeind tegenover het onbegrijpelijke”, van de Brusselse kunstenaar Jean-Henri Compère.

Nadat de namen van de slachtoffers werden voorgelezen, werden bloemenkransen gelegd aan de voet van het gedenkteken. Daarna speelde een fanfare het Europese en het Belgische volkslied. Premier Alexander De Croo zat op de eerste rij, omringd door vertegenwoordigers van de slachtofferverenigingen. Ook de directeur-generaal van Brussels Airport Arnaud Feist, de directeur-generaal van de MIVB Brieuc de Meeûs, federaal minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, de Brusselse minister van Mobiliteit Elke Van den Brand en de Brusselse burgemeester Philippe Close waren aanwezig.

De slachtoffers sloten de ceremonie af door witte bloemen op het gedenkteken te leggen. “Het laat een enorme wond achter en ik denk dat het belangrijk is dat er herdenkingen zoals deze zijn, waar we elkaar kunnen helpen om dit in onze geschiedenis te plaatsen”, verklaarde premier De Croo. “We zullen het nooit vergeten en we zullen elk jaar terugkomen voor deze verdenking.”

Ook Jamila Adda, voorzitter van de slachtoffervereniging Life4Brussels, nam het woord. “Ik bedacht me vanochtend dat men niet meer over de aanslagen praat zoals enkele jaren geleden. Het is niet meer het grote nieuws van de dag, terwijl de slachtoffers die 22 maart alle dagen herbeleven en er nog meer aan denken naarmate het proces nadert. We kunnen niet in alle rust aan de slachtoffers denken, want we hebben nog een lange strijd te voeren voor hulp en schadevergoedingen”, aldus Adda.

Partner Content