‘Situatie bij Brusselse politie is tikkende tijdbom: burgers mogen meer professionalisme verwachten’

‘De gewelddadige incidenten tussen de Brusselse politie en radicale activisten veroorzaken een vicieuze cirkel’, schrijft Luckas Vander Taelen over de oplopende spanningen van de afgelopen weken bij betogingen in de hoofdstad.

Er wordt nogal wat afbetoogd de laatste weken in Brussel. Zondag waren het tegenstanders van de coronamaatregelen die hun vreedzaam karakter met verborgen wapens illustreerden. Een week eerder had extreem-links ook al zijn ongenoegen geuit, over vermeend politioneel wangedrag. Die manifestatie, waartoe opgeroepen was door links-radicale groeperingen, was eerst verboden, en werd dan toch toegelaten. Daar waren het de onderhand voorspelbare casseurs die aan het einde van de optocht naar het stadscentrum wilden trekken ‘om alles kapot te slaan’.

Normaal dus dat de politie niet liet begaan. Maar die vechtersbazen maakten slechts een klein deel uit van de grote groep die door de politie uren opgesloten werd in cellen in de kazernes van Etterbeek. Daar waren heel wat toevallige passanten bij, en minderjarigen. Iemand had op de bus staan wachten; een andere had een agent gevraagd langs waar hij veilig kon gaan. Beiden mochten met de politie mee…

Nu valt er veel aan te merken op het gedrag van bepaalde manifestanten, die op niets anders dan een confrontatie uit zijn. Maar dat is geen reden om niet te luisteren naar de hallucinante getuigenissen van arrestanten over wat zij meemaakten. Misschien wel het meest opvallende cijfer: ongeveer 350 mensen werden opgepakt na een betoging waaraan maar 150 mensen deelnamen.

Situatie bij Brusselse politie is tikkende tijdbom: burgers mogen meer professionalisme verwachten.

Natuurlijk waren er bij de arrestanten niet weinig radicale activisten en had het merendeel bewust deelgenomen aan de betoging. Maar dat zou toch geen reden mogen zijn voor de politie om zo hard op te treden tegen gearresteerde burgers. Er zijn talrijke bewijzen van onnodige slagen met verwondingen door agenten, die ook niet altijd uitblonken in beschaafd taalgebruik.

Die beschuldigingen komen op een ongelegen moment voor de Brusselse politie. De afgelopen weken stierven twee mensen in commissariaten, in onduidelijke omstandigheden. Vorig jaar kwamen twee jongeren om bij achtervolgingen na politiecontroles. Bijzonder pijnlijk was ook een video-opname van een agente die grove racistische woorden gebruikte.

Die kwalijke evolutie maakt dat het zeer moeilijk wordt voor de politie om van dat negatief imago af te raken, ook al heeft ze dat niet altijd verdiend en ligt de fout even vaak bij agressieve betogers. Dat zal op die zondag ook wel zo geweest zijn. Een radicale linkerzijde heeft het echter door de opeenstapelingen van incidenten gemakkelijk om alle schuld van jongerengeweld bij de politie te leggen.

Voor enige nuance is steeds minder plaats. Sociale media drijven de polarisatie over de top. Het overdreven machtsvertoon van politie is voor malafide activisten een ideaal voorwendsel om het niet te moeten hebben over de verantwoordelijkheid van jongeren die vaak bewust opgehitst worden. En die gemanipuleerd worden door extremisten of een drugsmaffia die alle voordeel heeft bij straatchaos. In Brussel zijn op vele plaatsen opruiende affiches te zien met slogans als : ‘Tout le monde déteste la police!‘ Bij elke betoging die vreedzaam begint, duiken tegen het einde lieden op die maar op één ding uit zijn: oorlog tegen de politie. Dat is een schema dat zich steeds weer herhaalt en waar de ordehandhavers maar één antwoord op hebben: een steeds grotere repressie.

Het lijkt wel of de politie al even hard radicaliseert als extreem-linkse activisten.

Het is een vicieuze cirkel, die nergens toe leidt. Het lijkt wel of de politie al even hard radicaliseert als extreem-linkse activisten. En dat sommige agenten al even zeer houden van een potje geweld en zich Robocop wanen. Het is onvermijdelijk te constateren dat er iets grondig fout zit bij het commando, dat de escalerende situatie niet meer in de hand heeft. En blijkbaar ook niet inziet dat er veel verkeerd loopt bij rekrutering, waar de lat niet hoog genoeg gelegd wordt en onvoldoende gepeild wordt naar karakter en motivatie van de kandidaten.

Maar het loopt ook behoorlijk verkeerd met de richtlijnen die manschappen meekrijgen. Ik zag in het park van mijn gemeente, Vorst, tijdens de eerste lockdown een gewapende man rondlopen. Toen ik hem vroeg waarom hij een revolver op de heup had, antwoordde hij me dat hij agent was. Hij droeg geen enkel kenteken en kon net zo goed een gevaarlijke gek zijn. Enkele weken later vertelde een vriend me hoe hij een zware GAS-boete opliep: hij had er zich over verbaasd hoe liefst zes agenten een haveloze dakloze met veel machtsvertoon aanpakten omdat die geen mondmasker droeg. Ook hier waren de agenten bijzonder onbeleefd en agressief. En ik schreef een tijd geleden al over wat een Vlaamse studente meemaakte in een zondags politiecommissariaat, waar de politieagenten uitblonken in amateurisme, dwaas machisme, onverschilligheid en uiteraard Nederlandsonkundigheid. Echt verbazen deed het me niet dat vorige maand een man omkwam in een cel, die naar verluidt ‘mogelijk vergeten’ was.

Een eengemaakte zone, niet langer onder het gezag van 19 burgemeesters maar gewestelijk geleid, is noodzakelijk maar niet voldoende. Meer nabijheidspolitie, meer menselijkheid en slimme empathie en vooral: meer professionalisme. Dat zou de Brusselaar van zijn politie toch mogen verwachten. Het blijft vooral merkwaardig dat de Brusselse politieke klasse, en helaas eens te meer de totaal onzichtbare minister-president Rudi Vervoort, oorverdovend stil blijft en niet ingrijpt in een situatie die op een tikkende tijdbom begint te lijken. Dit kan alleen maar in het voordeel spelen van radicale onruststokers die zo steeds meer vat krijgen op Brusselse jongeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content