Mathijs Debaene

‘Siegfried Bracke, meertaligheid is altijd een troef’

Mathijs Debaene Doctoraatsstudent UGent

Doctoraatsstudent Mathijs Debaene schrok van het feit dat Kamervoorzitter en Gents kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen Siegfried Bracke (N-VA) verklaarde het te betreuren dat kinderen met een migratieachtergrond op de speelplaats in Gent hun thuistaal mogen spreken. ‘Taalkundig gezien is er geen enkele reden om thuistalen anders dan het Nederlands niet op school toe te laten.’

Met enige verbazing bekeek ik het filmpje dat N-VA Gent woensdag op hun Facebookpagina plaatste over het belang van Nederlands in Gent.

N-VA Genthttps://www.facebook.com/NVAGent/https://www.facebook.comFacebook1280

Nederlands verbindt alle Gentenaars

Nederlands is cruciaal om op een fatsoenlijke manier samen te leven. "Wij willen geen stadsbestuur dat gelooft dat je onze taal beter leert door ze minder te spreken en thuistaal in het onderwijs toelaat", benadrukken lijsttrekker Anneleen Van Bossuyt, Siegfried Bracke en Ronny Rysermans N-VA Gent plaats 4.

Geplaatst door N-VA Gent op Woensdag 12 september 2018

video1.0https://www.facebook.com/NVAGent/videos/2099470103702343/500

Daarin viel vooral het optreden van Siegfried Bracke me op. Hij betreurt het dat kinderen met een migratieachtergrond op de speelplaats in Gent hun thuistaal mogen spreken, en zegt er verder bij dat ‘Gent de enige plek in de wereld is waar men denkt dat je een taal beter leert door ze minder te spreken’.

Siegfried Bracke, meertaligheid is altijd een troef.

Dat houdt taalkundig geen steek. Dat de visie van het stedelijk onderwijs in Gent al twee jaar middels een sterk wetenschappelijk onderbouwde richtlijn ook door het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs gedeeld wordt, verliest Bracke even uit het oog, zo lijkt het. Vergeef me dat ik meen dat zijn beargumentering iets te lang heeft liggen marineren in ideologie en intellectuele oneerlijkheid.

Natuurlijk is Nederlands leren belangrijk. Niemand zal dat ontkennen. Een goede beheersing ervan opent inderdaad deuren. Taalkundig gezien is er echter geen enkele reden om thuistalen anders dan het Nederlands niet op school toe te laten. Een meertalige omgeving doet wonderen voor de taalbeheersing, ook voor die van het Nederlands.

Aan de andere kant hebben leerlingen die Nederlands niet als (eerste) thuistaal hebben meegekregen er alle belang bij om te voelen dat het Nederlands hen niet op onderdrukkende wijze wordt opgelegd. Dat heeft immers verstrekkende sociale, emotionele, cognitieve en educatieve gevolgen voor die leerlingen. Onderzoek van onder meer professor Piet Van Avermaet (UGent) heeft dat overtuigend aangetoond. Bestraffend optreden bij het gebruik van de thuistaal op school heeft negatieve gevolgen voor de betrokkenheid en het zelfbeeld van anderstalige leerlingen – en ten gevolge daarvan ook voor het leerproces.

Als die leerlingen daarenboven familieleden (of klasgenoten met eenzelfde taalachtergrond) hebben die het Nederlands nog niet goed machtig zijn, betekent verdrukking van de thuistaal ook verdrukking van een manier om die familieleden en medeleerlingen bij de samenleving of schoolgemeenschap te blijven betrekken. Dat soort verdrukking levert situaties op die noch voor de familie met een migratieachtergrond, noch voor de kinderen, noch voor de gemeenschap waarin ze leven voordelig zijn.

Zeker bij jonge kinderen, die ook hun thuistaal nog niet 100% meester zijn, is het van essentieel belang om te waken over een correcte ontwikkeling van zowél de thuistaal als de tweede taal. Anders dreig je in een situatie terecht te komen waarin leerlingen van het Nederlands noch hun thuistaal, noch het Nederlands ten volle beheersen.

Ruimte bieden voor meerdere talen in een samenleving werkt verrijkend. In Brussel strijdt de partij van Siegfried Bracke al jaren voor een taallandschap met aandacht voor minderheidstalen zoals het Nederlands, wat mij nóg meer doet vermoeden dat het hier vooral gaat om vanuit ideologisch oogpunt gemakzuchtige, populistische, en ronduit onwetenschappelijke uitspraken omtrent taalbeheersing.

Ruimte bieden voor meerdere talen in een samenleving werkt verrijkend.

Vlaanderen wordt geroemd om zijn talenkennis. In Brussel word je door werkgevers geprezen als je meerdere talen spreekt, en worden aan die meertaligheid positieve waarden gehecht. Impliciet gaat het dan vaak om talen met hoog prestige – Nederlands, Frans, Engels, Duits… Maar twee- en meertaligheid mag niet alleen belangrijk zijn als het om talen gaat die door de maatschappij als ‘nuttig’ of ‘economisch interessant’ worden beschouwd. Het moet altijd als een troef beschouwd worden.

N-VA trekt verder vaak van leer tegen de teloorgang van Latijn en Grieks op scholen – ook niet de economisch meest interessante talen. Een van de argumenten daar is dat inzicht in Latijn en Grieks alleen maar voordelen kan opleveren voor inzicht in de eigen moedertaal en moderne vreemde talen. Kunnen we van Siegfried Bracke en zijn partij wat moeite verwachten om dat ook in deze kwestie in te zien: Nil Volentibus Arduum (Niets is moeilijk voor hen die willen, nvdr.), toch?

Mathijs Debaene is doctoraatsstudent bij het Research Centre for Multilingual Practices and Language Learning in Society (MULTIPLES) aan de Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content